Zo kun je gemakkelijk in het donker rijden

Het rijden in het donker hoeft niet moeilijk te zijn maar het is vaak wel minder comfortabel. Bij slechter weer heb je sneller last van schitteringen. En er zijn meer aspecten om op te letten. We geven je hier adviezen als je door het donker moet rijden.

Open deur: zorg voor goede verlichting

Juist in het donker is het belangrijk om goede verlichting te hebben. Nu zijn de meeste wegen goed verlicht. Het maakt echter wel verschil of alle lampen het goed doen. Een klein detail: zeker bij slecht weer kan de automatische schakelaar wel eens later dan je wilt naar dimlicht overschakelen. De dagrijverlichting is er dan aan de voorkant wel voor de zichtbaarheid, maar je achterlichten doen het pas als je dimlicht ontsteekt. Zet je dimlicht dan handmatig aan.

Heb je een oudere auto? Kijk dan of je koplampen nog helder zijn. Als die geel of dof zijn geworden, gaat dat ten koste van de lichtopbrengst. En je kunt dat (laten) verhelpen.

Je mag ook grootlicht gebruiken bij slecht zicht. Je moet er dan wel rekening mee houden dat je andere bestuurders niet verblindt. Let daarbij ook op fietsers die op het fietspad langs een (doorgaande) weg rijden.

Kijk naar de richting die je rijdt

Een belangrijk gegeven is dat je moet kijken in de richting waar je heen gaat. Dan stuur je jezelf immers de goede kant op. Als je meer rechts, dan links kijkt, voorkom je ook dat lichten van tegenliggers je verblinden.

Schone ruiten maken in het donker rijden gemakkelijker

Ons advies is om de ruiten schoon te houden, ook aan de binnenkant. Daar heb je ook bij zonnig weer voordeel van. In het donker voorkom je met schone ruiten ook schitteringen en reflecties. Je ziet er goed mee, maar het is minder vermoeiend als je de voorruit helder houdt.

Ben je nachtblind?

Door verschillende oorzaken, waaronder erfelijkheid of bijvoorbeeld een tekort aan vitamine A, kan het zijn dat je in het donker minder goed ziet. Je merkt het ook als je moeilijk aan het donker kunt wennen als je uit een fel verlichte ruimte komt. Dit noem je nachtblindheid: je ziet minder goed in het donker of in de nacht. Dat kan natuurlijk ook zijn weerslag hebben als je in het donker rijdt. In een extreem geval moet je met je arts of oogarts in gesprek. Ook als je slecht zien in het donker vermeldt op de gezondheidsverklaring bij het verlengen van je rijbewijs kan het zijn dat je door het CBR naar een oogarts wordt verwezen. Die kosten moet je zelf betalen. En de uitslag kan zijn dat je in het donker geen auto mag besturen.

Als je een niet-erfelijke vorm van nachtblindheid hebt, dan kan rust en gevarieerde voeding met vitamine A verbetering brengen. Ook kun je kijken naar een nachtzichtbril. De gele glazen in de bril vergroten het contrast en dimmen fel licht of scherpe reflecties op het wegdek. Zeker bij slecht weer kan dat een groot verschil maken.

Voorkom fel licht van je telefoon

Als je in het donker rijdt helpt het ook om afleidende verlichting rond je we verminderen. Denk daarbij aan de verlichting van je dashboard of je smartphone die je wellicht met een navigatie app gebruikt. Doe je dat laatste, stel die dan zo in, dat je in het donker ook een donkere achtergrond toont. Die is wellicht minder gedetailleerd maar het leidt je minder af.

Maak overgang licht naar donker gemakkelijk

Veel tunnels zijn goed verlicht maar overdag nog altijd donkerder dan de felle zon buiten. Vind je dat lastig, doe dan voor je de tunnel inrijdt één oog dicht. Dan went dat oog alvast aan het donker. Doe dat oog weer open als je in de tunnel bent en de overgang wordt gemakkelijker.

Je grote vijand: vermoeidheid

Als je in de nacht rijdt voor een lange rit, dan krijg je ook snel te maken met vermoeidheid. Zeker als je het niet bent gewend. Zorg dan dat je in ieder geval uitgerust start. En zet tijdens de rit de verwarming op een lagere temperatuur. Vind je dat niet prettig, richt dan de warme lucht eerder op je voeten dan op je borst. Het lichaam warmt dan namelijk ook op maar je houdt de concentratie beter. Je kunt ook extra frisse lucht krijgen door het raam iets open te zetten.