Blijf opletten als je rijhulpsystemen hebt ingeschakeld

Intussen hebben we de nodige rijhulpsystemen, om er een paar te noemen: automatische noodrem, rijbaanassistent, adaptieve of dynamische cruisecontrol. Het is intussen duidelijk dat je zelf verantwoordelijk blijft voor het besturen van je auto, zelfs als je de ADAS hebt ingeschakeld.

Waarschuwing uitschakelen dynamische cruisecontrol

Juist bij eentonige situaties als weggedeelten met trajectcontrole of een tunnel kan het erg verleidelijk zijn zowel de rijstrookhulp (Lane Keeping Assistant) als de adaptieve cruisecontrol (ACC) te gebruiken. Maar rijd je bij de Westerscheldetunnel, dan krijg je een waarschuwing om die hulpsystemen uit te zetten. Waarom is dat? Juist die pakweg 8 kilometer in die tunnel zijn ze handig!

ADAS nog steeds in ontwikkeling

De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft een rapport gepubliceerd over veiligheidsaspecten van de rijhulpsystemen. Daarbij vonden we interessante aandachtspunten waarmee ook jij als bestuurder rekening kunt houden als je rijhulpsystemen gebruikt. Het is goed te beseffen dat rijhulpsystemen relatief jonge systemen zijn, die vooral worden gestimuleerd door de (Europese) overheden. Ze zijn nog in ontwikkeling en vertonen nogal eens grillen. Zo herkennen de meeste dynamische cruisecontrols bijvoorbeeld wel auto’s die voor je rijden, maar zien ze een auto die pal voor je op de rijbaan invoegt niet. En dat kan ook iemand zijn die zelf uitwijkt voor een andere automobilist.

Je kunt rijhulpsystemen te veel vertrouwen

Daarnaast toont het onderzoek aan dat je als bestuurder te veel op die rijhulpsystemen vertrouwt. Daardoor kun je minder gaan opletten, bijvoorbeeld in een file. Dan kun je met de ADAS ontspannen het tempo van het verkeer volgen. Toch kan het automatische remsysteem te laat reageren als auto’s voor je plotseling afremmen. Dan kun je alsnog een aanrijding krijgen. Aan de andere kant: soms grijpen hulpsystemen in, terwijl de oorzaak daarvan niet duidelijk is. Daardoor zie je soms dat je auto onverwacht kort in de rem schiet zonder dat je zelf iets doet. Of dat je auto op een binnenweg ineens meer naar het midden wil rijden omdat er een lijn die op een fietspad lijkt op de rijbaan verschijnt.

Het kan ook gebeuren dat je rijbaanassistentie hebt ingeschakeld. Dat werkt goed op de snelweg, en in beginsel ook op andere wegen waar de lijnen op de weg duidelijk zijn aangegeven. Dat is erg gemakkelijk, omdat je hiermee losjes rijdend goed tussen de lijnen kunt blijven. Rijd je op een buitenweg een rotonde op, dan moet je wél zelf sturen. Er was al eens iemand met de rijbaanassistent aan rechtdoor over het middelste deel van een rotonde gereden en tegen een lantaarnpaal aan de andere kant van de weg tot stilstand gekomen.

Je kunt zelf een fout maken

Als je rekent op ADAS, dan kun je zélf nog steeds een fout maken. Je bent niet de eerste als je denkt de rijbaanassistent te hebben ingeschakeld, wordt afgeleid door een instelling op de middenconsole (denk aan het veranderen van de instellingen van de airconditioning of het zoeken van een andere radiozender) en dan op de andere weghelft belandt en frontaal botst met een tegenligger. De rijbaanassistent blijkt in zo’n geval niet goed te zijn ingeschakeld. Of je hebt de snelheid van je cruisecontrol (nog) hoger ingesteld dan voor de weg waarop je rijdt geschikt is.

Veel automobilisten zijn onbekend met de rijhulpsystemen

Er is nog veel te verbeteren. Het rapport laat zien dat veel automobilisten zelf moeten uitvogelen hoe hun rijhulpsystemen werken. Als je bij de aflevering van je nieuwe auto al een instructie krijgt, dan is dat meestal kort. Een handleiding van de auto nodigt meestal niet uit om even snel te weten hoe alles werkt. Op dat gebied is nog veel te verbeteren. Daarom is het belangrijk om zeker in situaties die aandacht vereisen, toch behoedzaam te zijn. Dat wil zeggen: zélf opletten en eventueel de hulpsystemen even uitzetten.