Trajectcontrole ook op N-wegen actief

N-weg provinciale weg ANP

Het aantal trajectcontroles neemt toe. Sinds enkele jaren rolt de overheid ook op het provinciale wegennet de trajectsnelheidsmeting uit. Ook de systemen boven de snelwegen worden steeds verder uitgebreid. Hoe werkt een trajectcontrole eigenlijk? En hoe zit het bijvoorbeeld met onze privacy als we op talloze plekken in ons land worden gefotografeerd. 

Op grotere N-wegen is sinds enkele jaren ook de jacht geopend met trajectcontroles. Op zo’n twintig locaties die als black spots worden gezien vind je nu ook een trajectcontrole. Denk aan plekken waar veel zware ongevallen gebeuren, riskante situaties ontstaan of een groot aantal te snel rijdende auto’s worden geflitst. Het gaat meestal over twee- en vierbaanswegen die over het hele land zijn verdeeld. Trajectmeting op de snelwegen is vooral in het westen en midden van Nederland geconcentreerd en het uiteinde – of begin – van de A2 bij Maastricht. 

In al die gevallen heeft het dus geen zin om even bij te remmen wanneer je de flitskastjes boven of langs de weg ziet staan. Trajectcontrole werkt namelijk, zoals de naam al zegt, over langere afstanden. Op de provinciale wegen zal dat volgens onze nationale meetspecialist Sensys Gatso betekenen dat meerdere min of meer normaal ogende flitspalen aan elkaar worden gekoppeld. Zo meet de techniek niet alleen je snelheid op de meetpunten, maar kan het systeem ook automatisch je gemiddelde snelheid over dat traject berekenen. Daar gaat het om bij deze nieuwe oplossing.

Zo werkt trajectcontrole op N-wegen

Specialist Gatso is al betrokken bij de metingen op een aantal snelwegen. Daarbij wordt elke auto, motor en vrachtwagen onzichtbaar geflitst, op alle stroken. Gatso zelf gebruikt daarvoor compleet onzichtbare infraroodflitsen, sommige andere leveranciers kiezen voor ‘near infrared’. Als je op de snelwegen goed kijkt, kun je dan aan de overkant bij elke auto een paarsachtig flitsje zien. De bedoeling is in elk geval dat je geen disco-effect van flitsen krijgt en dat je zeker niet ziet dat je voorgangers worden geflitst. Dit is om het eerlijk te houden en om te voorkomen dat mensen op hun rem trappen, wat onveilig zou zijn.

Als je nagaat dat er op de drukke A2 tussen Utrecht en Amsterdam dagelijks ongeveer honderdduizend auto’s op zo’n traject passeren, begrijp je dat dat een enorme berg van honderdduizenden foto’s en bijbehorende informatie oplevert. Elk auto wordt immers meerdere keren geflitst. Alle foto’s gaan naar een centraal punt. Als het een Gatso-systeem is, is dat een eigen backoffice. Met zeer snelle computers worden met een matching server de opeenvolgende foto’s op de twee fotoplekken aan elkaar gekoppeld. Aan de hand van voertuigkenmerken als de afmetingen, maar vooral het kenteken, bepaalt de techniek of er een overtreding is. Met de precieze rijtijd tussen de twee fotomomenten bereken je immers heel exact de snelheid.

Je kunt je afvragen of dat allemaal wel snor zit met de privacy? Alleen foto’s van overtreders worden door het CJIB in Leeuwarden uit de backoffice opgehaald. Alle andere worden niet bewaard.

Geavanceerde techniek voor trajectcontrole

De techniek herkent zoals gezegd het type voertuig en dus de maximale snelheid die erbij past. Vrachtwagens en auto’s met caravan (of een andere aanhanger) hebben immers hun eigen maximum. Bij een vorig bezoek aan Gatso zagen we al dat voor een trefzekere herkenning nieuwe lasertechnologie is ontwikkeld. 

Heb je wel eens de hoop gehad dat een trajectmeting toch niet kan weten dat de matrixborden boven de weg bijvoorbeeld 50 of 90 kilometer per uur aangeven? Jammer dan. Dergelijke informatie wordt namelijk gewoon door het systeem meegenomen. Helaas of gelukkig, vul zelf maar in. Gaat het dan nooit mis? “Bij automatische herkenning spreek je over één op de 20.000. Dat is trouwens twee tot vier keer beter dan de mens dat kan. Zelfs als het kenteken niet herkenbaar is, gaan de beide foto’s en de bijbehorende meting naar Leeuwarden. Soms kunnen ze daar handmatig nog wel worden herkend. Het systeem zelf wordt intussen steeds beter door scherper beeld en verbeterde software. Tegenwoordig worden ook de meeste buitenlandse kentekens herkend. Knap, want het is erg lastig om bijvoorbeeld een Italiaanse en een Franse plaat uit elkaar te houden. Je hebt ook te maken met vuile of handgeschreven platen, creatieve veranderingen aan de letters, en platen die van bovenaf ongeveer half door een fietsdrager worden afgeschermd.”

Vraag foto op

Meteen maar een praktische tip. Het kán dus ook misgaan. Dat geeft ook de overheid op zijn voorlichtingssite toe. Statistisch gesproken gaat het alléén op die A2 al dagelijks in een handvol gevallen mis. Twijfel je? Of ben je het slachtoffer van ‘gedokterde’ nummerplaten? Dan is het goed te weten dat je bij een snelheids- of roodlichtbekeuring de foto kunt bekijken op het Digitaal Loket van het CJIB. Je moet wel even inloggen met je DigiD, maar dan krijg je naast de foto ook allerlei andere informatie te zien, zoals de certificaten van het meetsysteem (www.cjib.nl/ik-wil-mijn-flitsfoto-bekijken).

Het kan allemaal de moeite waard zijn, als je de informatie op de site van ‘bezwaarspecialist’ Verkeersboetes.nl mag geloven. Noem het de verkeersvariant van ‘vlucht vertraagd’-claim-websites, ook zonder extra kosten voor jouzelf dus. Verkeersboetes.nl beweert dat er in 25 procent van zijn zaken blijkt dat er iets mis is. In dit geval kan dat bijvoorbeeld met de meting of de apparatuur zijn. Je kunt in het Digitaal Loket heel veel informatie vinden. 

Afwijkingen bij trajectcontrole?

Het is bekend dat snelheidsmetingen wel eens afwijken van de werkelijkheid. Speelt dat hier ook? “Zeker. De keuringsinstantie NMI schrijft een maximale afwijking van drie procent voor. Bij een trajectcontrole is één procent denk ik reëel. De tijdmeting over het traject is zeer precies, maar het komt erop aan dat de foto’s telkens precies op de juiste plek worden genomen, niet een paar meter vroeger of later. Dan klopt de afstand tussen de meetpunten immers niet.”

Dat verklaart meteen waarom bij dit type snelheidscontrole de gemiddelde snelheid over vrij lange secties van de weg wordt gemeten. Dan heeft het immers weinig invloed of de foto’s aan begin en eind een meter eerder of later zijn genomen. In Frankrijk geldt er een minimum van een halve kilometer. In ons land – zegt het Openbaar Ministerie – is het minstens 200 meter, maar meestal veel meer.

Tot slot: wordt het systeem ook wel eens uitgezet? Het antwoord is nee. Naar het schijnt doen ze dat in andere landen wel eens – zoals in Zweden – wanneer de boeteberg administratief te hoog dreigt op te lopen. Op de website van het Openbaar Ministerie wordt olijk gemeld dat de trajectcontrole bij ons zeven dagen per week en 24 uur per dag werkt. Noem het de perfectie van het bekeuren met trajectmeting.

Meetfout cadeau

Het Openbaar Ministerie geeft een nuttig stuk informatie: op wegen met een maximale snelheid  tot 100 kilometer per uur krijg je vanwege de theoretische meetafwijking drie kilometer meetcorrectie cadeau. Op wegen waar je sneller dan 100 mag, is dat drie procent van de gemeten snelheid: een fractie meer dus. Mocht je met dubbele snelheid voorbij suizen, dan heb je in elk geval vast zes kilometer korting in de pocket.

Op wegen tot 120 kilometer per uur krijg je bovendien geen boete als de overschrijding (na correctie) minder dan vier kilometer per uur is. Saillant detail: dat geldt niet op 130 kilometer snelwegen. Daar gaat het door menigeen gebruikte handigheidje om op de cruisecontrol zeven kilometer te hard te rijden dus niet op. Je krijgt er geen vier kilometer cadeau, maar bent na correctie van de theoretische meetfout meteen vanaf 134 echte kilometers de pineut. En dat vrijwel bij elke passage, want met trajectmeting heb je bijna 100 procent pakkans. Binnenkort is dat dus ook het geval op veel N-wegen. Toch maar wat rustiger gaan rijden dan?

Waarom meer meetpunten bij een trajectcontrole?

Op veel snelwegen wordt de trajectcontrole over grote afstand op meerdere punten onderverdeeld in secties. Dat gebeurt meestal omdat er op- en afritten zijn. Het systeem werkt zo eerlijker, wordt er gezegd. Of effectiever, zo je wilt. 

Belangrijk detail: zo’n systeem meet niet het gemiddelde over de hele afstand, maar tussen twee punten. Het is dus geen goed idee om er op de A12 bij wijze van stunt knalhard in te duiken en de laatste sectie in slakkengang af te leggen. Een grapje dat een Porsche-rijder in de begintijd van de trajectmeting duur kwam te staan. Inmiddels weten we beter. 

Wat echter als je in meerdere secties te hard rijdt, krijg je dan ook meerdere boetes? Het antwoord is nee. De hoogste overtreding van dat hele traject geldt namelijk, zelfs dat wordt meegerekend. Als je echter vervolgens op het volgende traject te hard rijdt … Enfin, het antwoord zal duidelijk zijn.

Wat als je van rijstrook wisselt? Antwoord: de techniek knippert niet met de ogen, want het systeem herkent je nog steeds. Er hangt een camera boven elke rijstrook en het systeem puzzelt de foto’s met zijn herkenningstechniek aan elkaar, zelfs van de vluchtstrook. Dat laatste wordt een wel heel dure zaak, trouwens.