Tips om je hoofdsteun goed in te stellen

Onder de vele aanpassingen en veiligheidsvoorzieningen van een auto, is er één die je vaak over het hoofd ziet: de hoofdsteun. Het is echter essentieel voor je veiligheid. Bij een botsing houdt de hoofdsteun je hoofd vast en beschermt hij je nek, een van de kwetsbaarste punten van je lichaam. Zo voorkom je bij een goede instelling dat het hoofd plotseling naar achteren slingert, waardoor de wervelkolom verdraait: dit wordt ‘whiplash’ genoemd.

Slechte afstelling hoofdsteun

Maar veel automobilisten (en hun passagiers) rijden met een verkeerd afgestelde hoofdsteun, die vaak te laag staat. Vaak bij gebrek aan tijd na het wisselen van bestuurder, of simpelweg door het onderwerp verkeerd te begrijpen, blijft de steun in zijn lage positie. Dat is zonder meer gevaarlijk.

Start met de afstelling van de stoel

Zeker voor de bestuurder is de afstelling van de stoel een start voor de hele zithouding. Houd daarbij rekening met de volgende punten:

• Als je met het bekken achterin de stoel zit moet je linkerbeen niet overstrekt zijn bij het ontkoppelen of bij een automaat, als je de voet op de steun laat rusten.
• Je heupen en je knieën moeten op dezelfde hoogte zitten. Dan heb je de juiste hoogte ingesteld.
• De hoek van de rugleuning is gemiddeld 100 graden. Moet je naar voren komen met de schouders als je het stuur vasthoudt? Zet dan de rugleuning meer rechtop. Andersom: als je krap zit, stel dan de rugleuning iets meer naar achteren in. Je moet met je polsen op de stuurrand rusten als je gestrekte armen hebt en je met de schouders tegen de rugleuning zit.

Simpele regel

Het goed afstellen van een hoofdsteun is heel eenvoudig. De bovenkant van de hoofdsteun moet zich op dezelfde hoogte bevinden als de bovenkant van je hoofd. Een lagere steun houdt je nek vast, maar niet je hoofd. Te hoog is het tegenovergestelde. 

Om de hoogte aan te passen, gebruik je de kleine knoppen aan de onderkant van de hoofdsteun of bovenop de rugleuning van de stoel en trek je de steun omhoog of omlaag.

Afstand tot hoofd

Een andere aanpassing is net zo belangrijk, maar wordt vaak over het hoofd gezien: de afstand tussen de hoofdsteun en de achterkant van je hoofd. De hoofdsteun moet je met je achterhoofd kunnen aanraken zonder de nek te belasten. Om deze afstand aan te passen, speel je met de hellingshoek van de rugleuning. Sommige hoofdsteunen kunnen ook zelf in een hoek worden versteld.

Pas op voor kinderen

Als je hoofdsteun goed is afgesteld, controleer dan of dit ook het geval is voor de andere passagiers. Kinderen zijn bijzonder kwetsbaar voor dit soort effecten en we denken er niet altijd aan om deze aanpassing te doen. Vooral als de kinderen achterin een auto gaan zitten waar de stoelen niet vaak worden gebruikt en waarvan de hoofdsteunen zijn neergeklapt om het zicht niet te belemmeren.