Met deze aandachtspunten rijd je veilig door een tunnel

Een ongeluk zit in een klein hoekje, maar in een tunnel kunnen de gevolgen al snel groter zijn. Je denkt wellicht aan de tunnels in Oostenrijk, Zwitserland of Frankrijk. Maar ook in ons eigen land kennen we de Gaasperdamtunnel (A9 bij Amsterdam), de A2-tunnel bij Maastricht, de Leidsche Rijntunnel (A2 bij Utrecht) en binnenkort de tunnel bij Leiden die kilometers lang is. Daar heb je te maken met soortgelijke donkere gaten die ineens voor je opdoemen.

Adem in en uit

Of het nou de Gotthard-tunnel is, de Mont Blanc-tunnel of een minder lange tunnel ergens in Oostenrijk: als je een beetje bang bent, of je gewoon onprettig voelt tijdens het rijden in een tunnel, helpt het om bewust en regelmatig diep in en uit te ademen, zo adviseert de ADAC, de Duitse ANWB. Uiteraard kun je ook een alternatieve route gebruiken, bijvoorbeeld door de bergpas te nemen of om te rijden. Soms betekent dit wel een grote omweg.

Iedereen die last heeft van zweten, ongecontroleerde korte ademhaling of zelfs paniekaanvallen, moet vooral een arts raadplegen. Zo’n sterkere vorm van tunnelangst is vaak goed te behandelen. In deze gevallen moet je de tunnels zeker mijden en kun je beter een (veel) langere omweg accepteren. Dit is de veiligste oplossing, ook voor de overige inzittenden van de auto en voor andere weggebruikers.

Doe dit als je pech hebt in een tunnel

Wanneer je pech of schade hebt, zet dan de alarmlichten aan. Als je auto nog wel kan rijden, rij dan door tot het einde van de tunnel, of zet je auto stil in een pechhaven in de tunnel. Lukt dat niet, zet dan je auto zo dicht mogelijk aan de rechterkant van de weg. Schakel de motor uit en laat de sleutel in het contact zitten. Trek een veiligheidsvest aan, pas op voor het overige verkeer als je uitstapt en plaats als het mogelijk is een gevarendriehoek. Bel vervolgens het noodnummer om hulp in te roepen. Bij brand moet je zo snel mogelijk de tunnel verlaten via een van de nooduitgangen. Wellicht een open deur: zorg dat je voldoende brandstof of acculading hebt, zeker bij een lange tunnel! Want als in de tunnel je tank of accu leeg raakt, kun je gewoonweg nergens heen.

Houd je snelheid constant in een tunnel

Menig automobilist gaat automatisch langzamer rijden als die het donkere gat in de berg ziet naderen, zelfs als de snelheidslimiet niet verandert. Dat is een normale reactie, omdat het lijkt alsof de weg smaller wordt. Ook wordt het licht minder sterk. Maar door af te remmen wordt de onderlinge afstand met auto’s achter je kleiner. Door het harmonica-effect van verkeersstromen kan zo zelfs een file ontstaan.

Zet je dimlicht aan

Moderne auto’s hebben automatische koplampen die in de tunnel overschakelen van dagrijlicht naar dimlicht. Dat systeem werkt in tunnels beter dan bijvoorbeeld in de regen of tijdens mist. Toch moet je even kijken of je werkelijk met dimlicht aan in een tunnel rijdt. Alleen dan heb je namelijk ook achterlichten die de mensen achter je helpen. Wanneer je rijdt in een auto zonder automatische koplampen, dan moet je het dimlicht handmatig inschakelen. Vaak word je dan ook gewaarschuwd door borden bij de ingang van de tunnel. Het gaat om beter zien en om goed gezien te worden. Vooral in tunnels met witte muren maakt dimlicht een groot verschil.

Zet je zonnebril af

Voordat je de tunnel in gaat, moet je al je zonnebril afzetten. Draag je een bril? Dan moet je op een route met veel tunnels of een lange tunnel je normale bril gebruiken. Rijden in een donkere tunnel is gevaarlijk, net als ‘s nachts rijden met zonnebril op. Je ogen moeten zich meer inspannen, je wordt vermoeider, herkent gevaar minder goed en reageert langzamer.

Schakel een radiozender met verkeersinformatie in

Je favoriete muziek op Spotify, een audioboek of een podcast hebben één nadeel: als je verkeersinformatieonderbrekingen uitzet (of de radio helemaal uitzet), krijg je geen informatie over gevaarlijke situaties. Maar dat kan precies de informatie zijn die je nodig hebt om tijdig te kunnen reageren. Bij brand in een lange tunnel kan verkeersinformatie zelfs levens redden. Schakel daarom in de tunnel over op radio-ontvangst of activeer de verkeersinformatie. Google maps en andere navigatiesystemen bieden vaak actuele verkeersinformatie die waarschuwt voor gevaar of afsluitingen.

Gebruik de recirculatiestand van de ventilatie

De lucht in tunnels is niet best. Dit is te zien aan de muren: uitlaatgassen en fijnstof van banden en remblokken vervuilen de lucht. Als we de airconditioning niet op recirculatie zetten voordat we de tunnel in gaan, komt er ongezonde lucht in de auto. Schakel dus over op de recirculatiestand en – belangrijker nog – weer terug op frisse lucht als je de tunnel hebt verlaten. Te lang rijden zonder frisse lucht kan leiden tot vermoeidheid en een trager reactievermogen. Ze na de tunnel de recirculatiestand wel uit. Immers: je kunt na een lang traject in een tunnel weer goed frisse lucht van buiten gebruiken.

Houd afstand tot je voorligger

De helft van je snelheid in meters wordt algemeen beschouwd als de ideale afstand tot je voorligger. Oftewel: 60 meter afstand houden bij 120 kilometer per uur. In de tunnel moet die afstand eigenlijk nog iets groter zijn. In tegenstelling tot een provinciale weg of de snelweg kun je meestal niet naar rechts uitwijken, als je wordt verrast door een abrupte remmanoeuvre van de voorligger of een ander incident.

Blijf je weg en rijbaan volgen

De meeste tunnels kennen eenrichtingsverkeer. Het tegemoetkomende verkeer wordt gescheiden door ten minste een dubbele doorgetrokken streep. Je ziet ook vaak dat het verkeer in de tegengestelde richting door een andere tunnelbuis rijdt. De dubbele strepen moet je zien als een stevige muur: draaien en achteruit rijden zijn absoluut verboden in een tunnel. Zelfs als oude navigatiesystemen het signaal verliezen en zeggen dat je moet omkeren. Als je toch fout bent gereden, rijd dan gewoon door en keer pas om na de tunnel.

In het verlengde hiervan: volg de instructies via de markeringen op de weg en (automatische) signalering boven de rijbanen, zoals pijlen of de maximum snelheid, op.