In deze gevallen moet je dimlichten met de hand inschakelen

In grote lijnen heeft automatisch inschakelende verlichting van je auto een grote sprong vooruit gemaakt met de introductie van dagrijverlichting bij auto’s. Bij de nieuwe auto’s vanaf 2020 is het een standaardfunctie. Erg handig, want je kunt eigenlijk nauwelijks meer vergeten om je lichten aan te doen. Of uit te doen natuurlijk, aan het einde van de rit. In enkele gevallen moet je er wel aan denken om je dimlichten zelf in te schakelen.

Bij mist dimlichten met de hand inschakelen

Een klassieker in dit opzicht is mist. Zeker als je gewend bent aan de automatisch inschakelende verlichting van je auto rijd je bij mist overdag gemakkelijk met alleen de dagrijverlichting aan. Bij mist moet je echter dimlicht voeren (of grootlicht als je geen tegenliggers verblindt) én achterlichten. Rij je met alleen dagrijverlichting, dan ben je wel zichtbaar, maar niet voldoende. Denk er dan dus aan om je lichten met de hand in te schakelen (en als dat niet meer nodig is terug te zetten op de handmatige stand).

Permanent werkende dashboardverlichting: denk aan dimlicht

Ook bij oudere auto’s was een categorie automobilisten herkenbaar die er pas laat aan dacht om dimlicht in te schakelen als het donker was, zelfs lang voor de introductie van de dagrijverlichting en automatisch inschakelende verlichting. Dat waren de mensen met een auto waar de dashboardverlichting altijd aan is. Door het licht van het dashboard is het gemakkelijk te denken dat ook de dimlichten zijn ingeschakeld. Niet dus. Ook nu kom je die situatie nog wel tegen.

Schakel dimlichten met de hand in bij zon achter je

Als het op zich licht genoeg is, maar je hebt de zon achter je, moet je ook opletten. Zelfs met dagrijverlichting is het dan handig om de dimlichten met de hand in te schakelen. Door het tegenlicht ben je namelijk moeilijker zichtbaar voor tegenliggers. Door de koplampen ook in te schakelen, maak je jezelf beter zichtbaar.

Let op bij regenval en je automatisch inschakelende dimlicht

Als het regent, reageert je verlichting daar meestal ook op, want daar zorgen de sensoren voor. Als een lichtsensor in de binnenspiegel is ingebouwd, kan deze ook reageren op een andere lichtbreking door water op de voorruit. Als het nodig is, wordt ook bij regen overdag de verlichting automatisch aangezet. Zeker bij oudere auto’s werkt dat mechanisme soms anders. Dan reageert de verlichting bijvoorbeeld op het aantal slagen dat de ruitenwisser in een minuut maakt. In grensgevallen kan het handig zijn om toch zelf je dimlicht aan te zetten om net wat beter zichtbaar te zijn voor anderen.

Zo zie je of je verlichting aan staat

In het donker is het vaak duidelijk te zien of je dimlicht aan staat, namelijk gewoon via de lichtbundel die je voor de auto ziet. Overdag of in de ‘grensgevallen’ als het om verlichting gaat, kan dat lastiger zijn. Controlelampjes op het dashboard geven dan wel duidelijkheid:

• Als je dagrijverlichting of stadslicht aanstaat, zie je een groen icoontje met twee kleine lampjes. In sommige auto's kan het ook een klein groen oplichtend lampje met gestileerde lichtstralen zijn.
• Bij dimlicht zie je een groene gestileerde koplamp met naar beneden gerichte lichtstralen
• Bij grootlicht licht een blauw icoontje van een koplamp met horizontale lichtstralen op.