De heftigste supercars uit de jaren ‘90

Een V12 leek destijds verplichte kost voor supercars uit de jaren '90. .De uitzonderingen deden het met de helft van de cilinders, maar dan wel met turbo-assistentie.

Ferrari F50

Hoe kun je een auto die vanaf zijn onthulling al wordt bewierookt nog overtreffen? Welnu, door hem nóg indrukwekkender specificaties te geven. En dus wordt de 2,9-liter biturbo-V8 van de F40 vervangen door een 520 pk sterke 4,7-liter V12, afgeleid van het Formule 1-blok. Het 50ste verjaardagsfeestje van het roemruchte merk wordt hiermee opgeluisterd door een auto die 0-100 in 3,7 seconden afraffelt en doorstoomt tot een top van 325 km/h. Esthetisch mag dan F40 misschien nog steeds de bovenliggende partij zijn, qua prestaties heeft Ferrari zichzelf met de F50 wederom overtroffen.  

Porsche 911 GT1

Waar de 959 Porsche’s supercar van de 80’s was, is de 911 GT1 dat voor de nineties – al zijn het totaal verschillende auto’s. De 911 GT1 is namelijk een racewagen voor straatgebruik, waar de 959 in de basis een straatauto is. De straat-GT1, waar er maar eentje van gebouwd hoeft te worden, is een fijn gevolg van de homologatie-eisen voor de raceauto, waar duidelijk de prioriteit ligt; de auto wint de 24 Uur van Le Mans bij het debuut. Hij heeft een 3,2-liter 6-cilinder boxer met dubbele turbo van 543 pk en 600 Nm, waarmee de slechts 1.250 kg wegende topsporter in 3,7 tellen naar de 100 raast en een top haalt van 310 km/h. 

Mercedes CLK GTR

Net als Porsche moest Mercedes een straatlegale versie van hun raceauto bouwen om mee te mogen doen aan de GT1-klasse. Daarbij voldeed het merk in tegenstelling tot Porsche wél aan de minimale 25 exemplaren, het werden uiteindelijk 20 gesloten GTR’s en 6 roadsters, gebouwd door AMG. Midscheeps ligt een 6,9-liter V12 van 621 pk en 770 Nm, raceafdeling HWA bouwde er nog vijf met een 7,3-liter V12. De standaardsprint is in 3,8 seconden achter de rug, de topsnelheid ligt op 322 km/h. 

Lamborghini Diablo

Lamborghini staat in de jaren 90 voor hetzelfde probleem als Ferrari: een opvolger bouwen voor een inmiddels legendarisch geworden model. In dit geval de hoekige Countach. De Diablo is net als de Miura weer vloeiend gelijnd, verantwoordelijke is wederom huistekenaar Marcello Gandini. Voor de aandrijving zorgt uiteraard een V12, deze keer 5,7 liter groot en goed voor 499 pk en 580 Nm, goed voor een 0-100-sprint in 4,1 seconden en een top van 325 km/h. Terugkijkend op het Diablo-tijdperk kunnen we stellen dat het een indrukwekkende auto was, maar dat hij (nog) niet de status van de Miura en Countach heeft bereikt.  

Jaguar XJ220

De concept-car van de XJ220 die Jaguar in 1988 het publiek op de show van Birmingham versteld doet staan, gaat in 1991 in productie. De zware en dorstige V12 maakt plaats voor een 507 pk en 640 Nm sterke 3.5 V6 met dubbele turbo, waardoor de wielbasis ingekort kan worden. De 220 in de typenaam staan voor de topsnelheid in mph die de vierwielaangedreven supercar met aluminium body in de oorspronkelijke plannen zou moeten kunnen halen. Die 354 km/h haalt de mede door TWR ontwikkelde Jag inderdaad, waarmee het op dat moment de snelste productieauto ter wereld is.  

Bugatti EB110 GT

Het roemruchte merk Bugatti werd in 1991, 110 jaar na de geboorte van Ettore Bugatti, nieuw leven ingeblazen met de EB110. Achterin ligt een 3,5-liter V12 met 5 kleppen per cilinder en vier turbo’s, die 560 pk en 618 Nm via een handgeschakelde zesbak over vier wielen heeft te verdelen. Wie durft, kan het beest doortrekken tot een top van 342 km/h. De opvolger van de EB110 is de Veyron, die Bugatti bouwt nadat het merk in 1998 wordt overgenomen door Volkswagen.

McLaren F1

Door velen beschouwd als de beste supersportwagen aller tijden vanwege de ultieme combinatie van kracht en handelbaarheid. De door Gordon Murray ontwikkelde en door Peter Stevens getekende F1 is de eerste straatauto van McLaren, dat daarvoor alleen in de racerij actief is geweest. Achterin ligt een 6,1-liter V12 van BMW. Diens 627 pk en 617 Nm schieten de F1 in 3,6 seconden naar de 100 en een top van 387 km/h moet mogelijk zijn, waarmee McLaren hun landgenoten van Jaguar het record van snelste productieauto afhandig maken. Slechts 106 zijn er gebouwd en de prijzen die er voor betaald worden, zijn astronomisch.