Dit zijn de fabriekscodes voor de Mercedes-Benz E-klasse

Mercedes-Benz 200-serie W124

Verschillende merken en typen hanteren naast de gangbare aanduidingen ook fabriekscodes. Daaraan herken je als kenner snel de versie die het betreft. We gaan hier door de fabriekscodes heen van de Mercedes-Benz E-klasse.

De E-klasse van Mercedes-Benz is van oudsher de ‘middenmaat’ van het merk. En tegelijkertijd de ruggengraat. Dit zijn de fabriekscodes voor de E-klasse die je moet weten.

W120-W121, 1953-1961

Mercedes-Benz W120 Ponton

De Mercedes-Benz W120 en W121 zijn technisch vergelijkbare sedans met een viercilinder lijnmotor. De W120 werd in 1953 geïntroduceerd. Aanvankelijk had hij de bestaande 1.8 liter M136-motor in het vooronder. Tot 1962 stond hij in de showrooms als Mercedes-Benz 180. Vanaf 1954 was de W120 ook met een dieselmotor leverbaar als 180 D. De Mercedes-Benz W121 zag in 1956 het licht als 190. Dit model had een grotere 1.9 liter M121-motor. Vanaf 1958 bood ‘Das Haus’ de W121 ook aan met een OM621-zelfontbrander, die tot 1961 in de prijslijsten stond als Mercedes-Benz 190D.

De W120 kreeg na zijn introductie de bijnaam Ponton (samen met andere Mercedes-modellen), omdat hij gebruik maakte van de pontonstijl. Dat was een prominente stijltrend die de een gearticuleerde motorkap, carrosserie, spatborden en treeplanken van een auto verenigde. Samen met de langere wielbasis en de luxere 2,2 liter zescilinder-in-lijn W128 model 220 vormden ze tussen 1953 en 1959 80 procent van de productie van Mercedes-Benz.

W110 - W111, 1961-1971

Mercedes-Benz W110 Heckflosse

Halverwege de jaren 60 was de viercilinder W110 de basis voor de middelgrote auto's van Mercedes-Benz. Een van Mercedes' Heckflosse-modellen, de W110, was aanvankelijk verkrijgbaar met een 1.9 M121 benzine- of 2.0 OM621 diesel viercilinder lijnmotor.

De W110-lijn kreeg in juli 1965 een facelift en werd de 200 en 200D. Tegelijkertijd werd een zescilinder 230 (opvolger van de Mercedes 220) onderdeel van de W110-lijn. De W110 en de 6-cilinder W111 waren de eerste in serie geproduceerde modellen van Mercedes die uitgebreide crashtests ondergingen om de veiligheid van de inzittenden te garanderen.

W114 - W115, 1968-1973

De W114 en W115 waren de fabriekscodes die Mercedes-Benz gebruikte voor de bekende generatie sedans en coupés met voorin geplaatste motor en achterwielaandrijving die in 1968 op de markt verscheen. De styling komt van de hand van Paul Bracq en bleef tot modeljaar 1976 in productie.

W114/W115's onderscheidden zich door naamplaatjes met hun motorinhoud. De W114-modellen hadden zescilindermotoren en werden op de markt gebracht als de 230, 250 en 280. De W115-modellen hadden viercilindermotoren en kregen de aanduidingen 200, 220, 230 en 240. De diesels kregen een D-aanduiding, als onderscheid ten opzichte van de   benzinemodellen.

Bij de introductie in 1968 kwamen de sedans in twee grootteklassen op de markt (W114/W115 en S-klasse) als model van de nieuwe generatie. Mercedes hanteerde intern de aanduiding '/8' voor de W114/115 , waarmee hun lanceringsjaar 1968 werd aangegeven, wat aanleiding vormde de modellen de Duitse bijnaam Strich Acht te geven.

W123, 1975-1986

De W123 was van november 1975 tot januari 1986 in productie. De W123-modellen overtroffen hun voorganger, de W114, als succesvolste Mercedes, met een verkoop van 2,7 miljoen exemplaren. De productie eindigde in het najaar van 1985 voor de sedans en in januari 1986 voor de coupés en stationwagons.

Door een langzame productiestart in het eerste jaar moesten vroege klanten die hun bestelling deden rekenen op een levertijd van negen tot twaalf maanden, wat erg lang was voor die tijd. Er ontstond een zwarte markt voor de klanten die bereid waren meer te betalen voor directe levering. De schaarse gebruikte W123’s kostten ongeveer 5.000 Duitse mark meer dan de oorspronkelijke verkoopprijs.

Net als zijn voorgangers kreeg de W123 de reputatie goed gebouwd en betrouwbaar te zijn. Veel taxibedrijven kozen voor dit type, waarmee de Benz een veel geziene auto op onze wegen werd. Het bereiken van 500.000 of 1.000.000 km met slechts kleine mechanische mankementen was gebruikelijk bij W123's die als taxi's werden gebruikt. Toen de auto’s het einde van hun levensduur hadden bereikt, werden ze vaak verscheept naar Afrika en derdewereldlanden. Die ontvingen de afgeschreven Mercedessen met open armen.

De productie van de W123 eindigde in januari 1986 met de aflevering van de 63 laatste T-modellen. De populairste uitvoeringen waren de 240D (455.000 stuks), de 230E (442.000 stuks) en de 200D (378.000 stuks).

Hij was er in verschillende varianten, waarvan de W123 de sedan was en de S123 de stationwagon, die ook als T werd aangeduid. Verder was er nog de C123 coupé en de verlengde V123. De modellen met E achter de type-aanduiding hadden benzine-injectie. Bijzondere accessoires die konden besteld waren onder meer pneumatische centrale vergrendeling, handmatige of (als primeur!) automatische airconditioning, orthopedische stoelen, verschillende radio’s met of zonder cassettespeler. Als je een automaat bestelde, had je de keuze tussen stuurbediening en een traditionele vloerpook. Voor 13.152 Duitse marken kon je zelfs een Beckerradio met telefoon in je auto krijgen. Sinds 1982 kon je ook een bestuurdersairbag bestellen als extra.

Van onze partner
Auto Verkopen - Eenvoudig, Veilig & Gratis - OSW®
Veilig je auto verkopen, dat doet u met OSW. ✓ Incl. ophaalservice ✓ Directe betaling & vrijwaring. Je auto verkopen was nog nooit zo makkelijk.

W124, 1984-1997

Mercedes W124

De W124 had de zware taak het succes van de W123 voort te zetten. Hij was van 1984 tot 1997 in productie. De reeks omvatte talrijke versies, waarbij de fabriekscodes varieerden per carrosserievariant: sedan (W124), stationwagon (S124), coupé (C124), cabriolet (A124), limousine (V124), rollend chassis (F124) en rollend chassis met lange wielbasis (VF124). 

In 1993 werd de 124-serie officieel op de markt gebracht als de E-klasse. Die zijn te herkennen aan de type-aanduiding. De E staat daar voorop, gevolgd door de indicatie van de motorinhoud.

Mercedes-Benz verkocht voor de petrolheads ook nog een zeer krachtige versie: de 500E. Dit model is ontwikkeld in nauwe samenwerking met en geassembleerd door Porsche. De 5.0 L 32-kleppen V8 M119-motor was gebaseerd op de krachtbron van de 500 SL (R129) roadster. Porsche ontwierp het ontwerp van de ophanging en het chassis met de nadruk voor prestaties. Mercedes sloot een overeenkomst met Porsche om de auto’s in hun fabriek in Zuffenhausen te assembleren. Dit kwam Porsche goed uit, deze fabrikant verkeerde in een crisis en had te kampen met een te grote productiecapaciteit. Porsche bouwde ook het chassis voor de 400E, dat in wezen identiek was aan het chassis van de 500E.

Dit model kon bogen op een hoge betrouwbaarheid. De ADAC trof in 1995 bij dieseluitvoeringen 11,6 pechgevallen per 1.000 auto’s tot vier jaar oud en 21,6 bij auto’s van zes jaar oud. De Audi 100 scoorde in die categorieën bijvoorbeeld 14,6 en 27,3 pechgevallen.

W210, 1995-2003

Mercedes-Benz W210 E-Klasse

De W210 was de fabriekscode voor de volgende E-klasse, die wederom als sedan (1995-2002) en als stationwagon (1996-2003) verkrijgbaar was. De W210 werd ontworpen door Steve Mattin onder auspiciën van chef-designer Bruno Sacco. Het was de eerste in serie geproduceerde Mercedes-Benz met xenon koplampen (inclusief dynamische lichtbundelregeling).

Dit model kende de nodige problemen op het gebied van kwaliteit en betrouwbaarheid. Zo roestte onder meer de voorste veerpoot. Andere problemen zijn onder meer defecte harmonische balancer-katrollen (terugroepactie) en roest op diverse onderdelen, zoals het kofferbakslot, bij het Mercedes-embleem op de motorkap, in de portieren (terugroepactie) en op de voorspatborden net boven de bumper. Andere euvels zijn een defecte luchtmassameter, defecte ventilatoren, en een defecte elektrische bediening van de achterruit.

W211, 2002-2009

Mercedes-Benz W211 E-Klasse

De W21, gelanceerd in 2002, was een doorontwikkeling van het vorige model E-klasse. Hij was herkenbaar aan de herziene koplampen, die een lichte hoek naar de randen van de auto hadden. De E-klasse uit 2003 was groter dan zijn voorgangers en bood minder binnenruimte, vooral in de stationwagon, dan zijn voorganger W210. Klanten hadden de keuze uit benzine- en dieselmotoren en uit achter- of vierwielaandrijving. In 2006 kreeg de auto een facelift. De herziene standaarduitrusting omvatte Pre-Safe actieve bescherming, Nech-Pro hoofdsteunen, knipperende remlichten, bandenspanningscontrole. Het optionele Intelligent Light System omvatte bi-xenon koplampen en vijf verschillende verlichtingsfuncties. Op 19 december 2008 kondigde Mercedes-Benz aan dat het 1,5 miljoen exemplaren van W211 E-klasse had geleverd, met 1.270.000 sedans en 230.000 stationwagons.

Van onze partner
Auto verkopen? Ikwilvanmijnautoaf.nl
Meld gratis en vrijblijvend aan.
✓ Binnen 24 uur verkocht ✓ Verkoop veilig vanuit huis ✓ Supersnelle service

W212, 2009-2016

W212 Mercedes-Benz E-Klasse pre-facelift

Het ontwerp van de W212 was aanzienlijk hoekiger en agressiever dan zijn voorgangers. Mercedes gaf de achterste heup een uitstulping die ze de ‘Ponton flare’ noemden. Die was geïnspireerd op die van de W120 en W121 Ponton uit de jaren 50 en begin jaren 60. Veel van de wijzigingen moesten de E-klasse een sportiever uiterlijk geven. Deze waren gebaseerd op ontwerpelementen van een aantal bestaande modellen, waaronder de CLS-klasse en de S-klasse. De W212 kreeg diverse innovatieve veiligheidstechnieken, zoals vermoeidheidsdetectie bij de bestuurder, waarschuwing bij het verlaten van de rijstrook en verkeersbordherkenning. Verder behoorden adaptieve ophanging ‘Direct Control’, actieve stoelen (die van vorm veranderen om de passagiers in bochten te ondersteunen) en beweegbare radiateurlamellen die de aerodynamica van de auto verbeteren tot de standaarduitrusting. Het elektronische stabiliteitsprogramma (ESP), airbags en automatische klimaatregeling, behoorden eveneens tot de standaarduitrusting van de auto’s.

W212 Mercedes-Benz E-Klasse post facelift

In 2013 onderging de W212 een ingrijpende facelift. De voorkant werd volledig gerestyled, Het ontwerp met dubbele koplampen werd vervangen door een enkele koplampunit (wat het einde markeerde van het gebruik van dubbele koplampen door Mercedes), terwijl de lichtelementen in de koplampen hielpen om het uiterlijk met ‘vier ogen’ te behouden. 

Van onze partner
Besparen op je autoverzekering?
Kijk dan via Independer.nl naar de meest aantrekkelijke verzekering voor je auto. Eenvoudig via het kenteken! Vergelijk nu voor de scherpste autoverzekering

W213, 2016-heden

Stilistisch volgde de W213 E-klasse in 2016 de lijnen van de C-klasse, de GLA en de S-klasse coupé. De voorkant is voorzien van de vertrouwde ietwat bolvormige koplampen en een rechtopstaande grille, terwijl de achterkant led-achterlichten heeft, vergelijkbaar met de E-klasse uit 2014. Ze strekken zich uit tot in de spatborden. Net als bij andere modellen heeft de W213 twee verschillende varianten voor de neus: een traditionele chromen grille en een sportievere lamellengrille. Het was de eerste de E-klasse die als plug-in hybride leverbaar werd. De W213 kun je tegenkomen als sedan en als stationwagon. Die laatste is er ook in een opgeruigde All Terrain. Die heeft behalve kunststof delen aan de koets meer bodemspeling.

Occasion zoeken