Wat kan er gebeuren als je benzine in je dieselauto tankt?

Het rijden met je auto, zelfs een zeer korte afstand, op de verkeerde brandstof kan onderdelen beschadigen. Zo smeert benzine minder dan dieselolie. Vroeger was het helemaal niet zo’n groot probleem. Zeker in de winter werd juist een beetje benzine aan de diesel toegevoegd om bij lage temperaturen vlokvorming te voorkomen. Maar let op: het gaat dan om maximaal vijf procent van het totaal.

Problemen met hogedrukbrandstofsysteem moderne dieselmotoren

Juist moderne dieselauto’s hebben echter hogedrukbrandstofpompen die smering door diesel nodig hebben. Benzine smeert minder goed. Tank je benzine, dan kunnen als eerste die brandstofpompen gaan drooglopen. Rijd je er langer mee door, dan kunnen metalen onderdelen in de pomp op elkaar gaan schuren. Minuscule metaaldeeltjes kunnen verder in het brandstofsysteem schade aan je motor toebrengen. Zo kan het hogedrukinjectiesysteem verstopt raken. Aan de andere kant: de nodige automobilisten zijn van het terrein van het tankstation gereden zonder zich bewust te zijn van deze risico’s. Ze hebben pas hulp ingeroepen toen de motor na een paar kilometer inhield of afsloeg. En dat zonder nadelige gevolgen op de lange termijn. 

Benzine in je dieselauto: vijf tips 

• Stop onmiddellijk met tanken. Als je alleen maar een scheutje benzine hebt gebruikt, zeggen sommige experts dat er een kans is dat je ermee weg kunt komen, zolang er niet meer dan vijf procent benzine in je diesel zit. Als je toch het risico wilt lopen om door te rijden, stop dan regelmatig om de diesel bij te vullen en zo het percentage benzine in de tank zo snel mogelijk te verminderen. 

• Informeer de medewerkers van het tankstation: ze zullen het op hun beloop laten. Het overkomt ongelukkige automobilisten immers vaker. Als ze willen dat je je auto verplaatst, vraag ze dan om je te helpen hem te duwen. Denk eraan om de sleutel in het contact net ver genoeg te draaien om de besturing te ontgrendelen. Start daarbij de motor niet en vermijd het aanzetten van stroomgebruikers! Ook de brandstofpomp kan dan namelijk al gaan werken.
• Bel de Wegenwacht of een gespecialiseerde pechhulpdienst. Het tankstation heeft waarschijnlijk contactgegevens van een gespecialiseerd bedrijf als jouw eigen pechhulpdienst je niet kan helpen.
• Wacht bij de auto (zolang deze veilig geparkeerd staat). De tank kan meestal in ongeveer 30 tot 40 minuten ter plaatse worden leeggemaakt en gespoeld. Ook kan het nodig zijn dat een nieuw brandstoffilter wordt geplaatst. Daarna kun je weer tanken – en dan wel met de juiste brandstof – en wegrijden. 
• Zet de auto op slot en laat hem staan als je niet kunt wachten: Maak je geen zorgen over het vergrendelen van de deuren met centrale vergrendeling als je niet bij de auto kunt of wilt wachten. Het heeft geen invloed op het brandstofsysteem.