Dit moet je weten over Circuit Paul Ricard

Circuit Paul Ricard is door de Fédération Internationale d’Automobile (FIA) en de International Motorcycling Federation (FIM) goedgekeurd als Grade 1. 

Circuit Paul Ricard als ontmoetingsplaats

Opgericht door Paul Ricard, de maker van de beroemde anijsdrank, biedt de locatie ook een luchthaven, hotels en restaurants. Als voormalig burgemeester van Signes wilde Paul Ricard in de jaren 60 een nieuwe ontmoetingsplaats voor auto- en motorsport creëren. Het circuit moest in zijn ogen bovendien de Europese maatstaf worden op het gebied van veiligheid. Voor veel Franse autocoureurs, zoals viervoudig Formule 1-wereldkampioen Alain Prost, is Circuit Paul Ricard de bakermat van de Franse autosport.

Circuit Paul Ricard organiseert diverse nationale en internationale auto-, motor en truckraces. Sinds 2018 is het opnieuw gastheer van de Formule 1 Grand Prix van Frankrijk en sinds 2021 de Historische Formule 1 Grand Prix van Frankrijk.

Met zijn 133 medewerkers is het circuit een belangrijke economische speler in het departement Var. In 2019 genereerde het circuit een omzet van 22,63 miljoen euro.

Geschiedenis van het circuit Paul Ricard

Paul Ricard begon in 1962 op de duizend hectare grote rotstuin van het Camp-plateau tussen Marseille en Toulon met de bouw van een vliegveld voor zijn bedrijf en om het westen van Var te bedienen. Dit leidde tot het idee om een ​​racecircuit aan te leggen. Dat idee was in tien maanden klaar. De eerste plannen, ontworpen door architecten die niet bekend waren met de autosport, waren saai. Paul Ricard besloot vervolgens het ontwerp van het circuit toe te vertrouwen aan gerenommeerde coureurs. Onder meer F1-coureurs Henri Pescarolo en Jean-Pierre Beltoise werden uitgenodigd om hun mening te geven.

In driehonderd dagen verrees een parcours van 5,810 km, inclusief het beroemde lange rechte stuk Mistral van 1,8 km lengte. Destijds was het circuit dé referentie wat betreft lay-out en veiligheid, met extreem wijde uitloopstroken. 18 april 1970 werd de baan officieel geopend. Paul Ricard was van 1971 tot en met 1990 veelvuldig gastheer van de Grand Prix van Frankrijk, voor zowel Formule 1 als motoren. Aan het einde van de jaren 80 werd op aandringen van president François Mitterrand een nieuw circuit van internationale allure nabij Nevers aangelegd. In 1991 nam dat nieuwe circuit, Nevers Magny-Cours, de organisatie van de Grand Prix van Frankrijk voor Formule 1-wagens over. Dat had grote financiële gevolgen voor Circuit Paul Ricard. Het verloor namelijk ook al verschillende motorraces. Het circuit wisselde van eigenaar en ook het management verkeerde in diverse handen. De focus ging meer liggen op test- en ontwikkelingswerk. In 2002 werden nieuwe bochten aangelegd, evenals stroever asfalt en nieuwe grindbakken.

Terugkeer Formule 1 

Een nieuwe circuitdirectie gooide het roer drastisch om en onderwierp Circuit Paul Ricard aan een grondige renovatie. Dat resulteerde onder meer in 6.000 extra zitplaatsen op de tribunes rond het circuit, een nieuw mediacentrum en de bouw van een paddock van 16.000 m2. In 2011 ondernam de Franse premier François Fillon initiatieven om de Grand Prix van Frankrijk terug te laten keren op de F1-kalender. Het kostte nog enkele jaren om dat voor elkaar te krijgen, want pas in 2018 keerde de Formule 1 terug naar Le Castellet. 

Het circuit is gemiddeld 12 meter breed en dat is veel breder dan de meeste circuits die niet verder komen dan 9 meter. Paul Ricard biedt liefst 247 verschillende lay-out mogelijkheden (van 826 m tot 5,861 km) en 25 bochten. De 5,8 km-variant is de langste baan waarop de meeste races en aerodynamische tests plaatsvinden. De 3,8 km-versie wordt vaker gebruikt voor motorfietsen, terwijl de 1,8 km School Track meer bestemd is voor rijlessen en instructiedoeleinden. Daarnaast heeft het circuit ook een kartbaan en beschikt het over een off-road terrein voor SUV-tests en motorcross-trainingen.

Zo kom je bij Circuit Paul Ricard

Je kunt uiteraard de auto nemen naar Le Castellet. Vanuit Nederland ben je daar binnen een dag, maar twee dagen de tijd nemen is wel net zo ontspannen voor zo’n lange reis. Vanuit Utrecht moet je op ongeveer 1.250 km rekenen.

Wil je vliegen? Dan neem je bij voorkeur vliegveld Marseille-Provence. Huur je daar een auto, dan is de reis pakweg 63 km lang. Hotels zijn er voldoende dicht bij het circuit. En dat is wel handig, omdat het circuit met openbaar vervoer minder goed bereikbaar is.