De Hungaroring als trekpleister

In 1986 had Hongarije de primeur voor de eerste Formule 1-race achter het IJzeren Gordijn. F1-baas Bernie Ecclestone wilde eigenlijk een race in de Sovjet-Unie, maar een Hongaarse vriend raadde hem Boedapest aan. Ze wilden een stratencircuit dat je kon vergelijken met Monaco maar dan in de Népliget, het grootste park van Boedapest. 

Snelle bouw vlak buiten de stad

De regering besloot om een ​​nieuw circuit aan te leggen net buiten de stad in de buurt van een grote snelweg. De bouwwerkzaamheden begonnen op 1 oktober 1985. Het werd gebouwd in acht maanden tijd, sneller dan enig ander Formule 1-circuit tot dan. De eerste race werd gehouden op 24 maart 1986, ter nagedachtenis aan János Drapál, de eerste Hongaar die Grand Prix-motorraces won. Het circuit heeft een FIA Grade 1-licentie, waarmee het geschikt is verklaard voor Formule 1 en MotoGP. Deze licentie heeft de Hungaroring tot en met 2027.

Moeilijk inhalen op Hungaroring

De Grand Prix van Hongarije heeft in juli of augustus plaats, en dan is het rond Boedapest  doorgaans extreem heet, droog en stoffig. De eerste natte Grand Prix was in 2006. Het circuit is normaal gesproken erg stoffig omdat er maar weinig wordt gereden. 

Normaal gesproken wordt een circuit dat weinig wordt gebruikt tijdens een raceweekend sneller omdat het asfalt meer rubberresten opneemt; bij de Hungaroring gebeurt dit meestal niet of nauwelijks vanwege het vele zand en stof. De kwalificatiesessie is doorgaans het moment dat de baan sneller wordt, waardoor de coureurs zo laat mogelijk proberen hun beste ronde rijden.

Het bochtige en hobbelige karakter van het circuit maakt inhalen erg moeilijk in droge omstandigheden. Daarom heeft het circuit de bijnaam ‘Monaco zonder de gebouwen’ gekregen. Niettemin was de Hungaroring het toneel van verschillende gedenkwaardige races, zoals het duel om de koppositie tussen Nelson Piquet en Ayrton Senna in 1986, de overwinning van Nigel Mansell vanaf de 12e plaats na een weergaloze inhaalactie op Senna in 1989, de bijna overwinning van Damon Hill met een Arrows in 1997, en Michael Schumachers opmerkelijke strategiewijziging waarmee hij de dominante McLarens van Mika Häkkinen en David Coulthard in 1998 kon verslaan. Meer recentelijk waren er hoogtepunten zoals Jenson Button die in 2006 zegevierde, Daniel Ricciardo’s heldenrit vanaf de zesde plaats in 2014, en Lewis Hamilton die pas in de slotfase van de GP in 2019 Max Verstappen van de eerste plek verdrong. En vorig jaar was er natuurlijk de uiterst verrassende zege van Esteban Ocon, na een startcrash waarbij zes coureurs al in de eerste bocht werden uitgeschakeld. Eerste overwinningen van coureurs op het circuit zijn onder meer van Damon Hill in 1993, Fernando Alonso in 2003, Jenson Button in 2006, Heikki Kovalainen in 2008 en de al gememoreerde Esteban Ocon in 2021.

Lay-out wijzigingen voor meer inhaalmogelijkheden

De eerste wijziging in de lay-out van de Hungaroring vond plaats in 1989, toen de chicane na bocht drie werd verwijderd. In 2003 werd het rechte stuk verlengd met ongeveer 200 m tot 908 m. De haarspeld aan het einde van het rechte stuk werd ook scherper gemaakt om meer inhaalmogelijkheden te creëren. Daarvoor werd ook bocht 12 scherper gemaakt.

Zo reis je naar de Hungaroring

De rit is met de auto beslist goed te doen: de afstand bedraagt 1.400 km vanuit Utrecht. Zeker als je de trip in een paar dagen doet. Zie je deze tocht niet zo zitten, dan kun je het vliegtuig pakken. Je vliegt dan naar vliegveld Ferenc Liszt bij Boedapest. Huur je een auto, dan ben je in een half uurtje op het circuit. 

Je kunt bij het circuit parkeren en de meeste parkeerplaatsen die van de Hungaroring zelf zijn, kun je gratis gebruiken. 

Met een bus bereik je het circuit eveneens gemakkelijk. De snelbuslijn 321 rijdt op de snelweg M3 tussen Boedapest en Mogyoród en stopt bij de Hungaroring en enkele andere bestemmingen zoals de Aquarena.