Deze beperkingen heb je als je met een thuiskomer rijdt

In Nederland is wettelijk niet zo heel veel vastgelegd over het gebruik van een reservewiel of een thuiskomer. Zo'n thuiskomer is wel toegestaan als noodwiel als je een kapotte band hebt. Immers: het is een tijdelijk reservewiel, smaller en lichter dan een normaal wiel. Het is ontworpen om te gebruiken bij lage snelheden en over een korte afstand, totdat je het beschadigde wiel kunt laten repareren of vervangen. We zetten enkele beperkingen van dit smalle, lichte wiel op een rijtje. 

Maximumsnelheid met een thuiskomer 

Over het algemeen mag je met een thuiskomer niet harder dan 80 km/h rijden. Dat staat dan met een sticker op het wiel aangegeven. Deze maximumsnelheid kan variëren afhankelijk van de as waarop het wiel is gemonteerd (voor of achter). Meestal is de omtrek van een thuiskomer anders vergeleken met een reguliere band. Dat kan gevolgen hebben voor de balans van de auto tijdens het rijden. Daarbij komt dat de rubbersamenstelling vaak anders is, waardoor het sneller kan slijten. Het kan zijn dat de auto wél goed aanvoelt. Zeker op hogere snelheid kan door het smallere loopvlak, de kleinere omtrek en de samenstelling van het rubber de temperatuur toch hoger oplopen wat in een uiterst geval kan leiden tot een klapband. En daar zit je natuurlijk niet op te wachten. 

Rijd niet te ver met een thuiskomer 

Een thuiskomer mag je in principe alleen gebruiken voor een beperkte afstand, over het algemeen aanbevolen voor maximaal ongeveer 200 km. Het doel van de thuiskomer is immers om je naar een garage of bandenspecialist te brengen om het beschadigde wiel te repareren of te vervangen. Zoals je hierboven al kunt lezen, is de rubbersamenstelling van een thuiskomer vaak zachter waardoor deze sneller kan slijten.

Verwacht een ander weggedrag met een thuiskomer 

Thuiskomers hebben meestal een andere maat dan andere banden van je auto. Het wiel zelf is meestal kleiner en het loopvlak smaller. Daarom kan langdurig gebruik van de thuiskomer problemen veroorzaken met het weggedrag, tractie en andere problemen. Denk bijvoorbeeld ook aan andere waterafvoer. Doordat de diameter van de band anders is dan de overige wielen 'hangt’ de auto naar een kant, wat gevolgen heeft voor de stabiliteit. Zeker op hogere snelheden kan dit ook zonder dat je het merkt gevolgen hebben. Dan hoeft de auto maar een relatief kleine onregelmatigheid tegen te komen om uit balans te raken. En dat zou ook een plotselinge remactie kunnen zijn omdat een voorligger ineens afremt. 

Belast de thuiskomer niet te veel met gewicht 

De thuiskomer is ontworpen om het gewicht van de auto te ondersteunen, zelfs bij het maximale laadvermogen. Aan de andere kant, zoals de verplichte informatie op de zijkanten al aangeeft, is het absoluut noodzakelijk om de aanbevolen bandenspanning aan te houden. Behandel de thuiskomer voorzichtig, zeker wat betreft het laadvolume, het weggedrag en het remmen. Zeker als je qua gewicht zwaar beladen bent als je met de thuiskomer op pad moet, kun je 'm beter zo kort mogelijk gebruiken. 

Ook met een thuiskomer is de bandenspanning belangrijk 

Zowel te harde als te zachte banden hebben hun risico's. Te zachte banden verminderen de stabiliteit en het weggedrag. Ze veroorzaken ongelijke slijtage (met name aan de zijkanten) en oververhitting van banden. De verhoogde weerstand verhoogt het brandstofverbruik en vermindert daardoor de grip van je auto. Omgekeerd kunnen te hard opgepompte banden barsten veroorzaken, de grip en het comfort verminderen en de slijtage juist in het midden van de band versnellen. Deze problemen kun je voorkomen door de juiste bandenspanning aan te houden. Controleer het dan ook regelmatig. Je ziet de aanbevolen bandenspanning in het instructieboekje, aan de zijkant van het bestuurdersportier, op de B-stijl aan de bestuurderskant, aan de binnenkant van de brandstof- of laadklep of onder de motorkap.