Porsche 911

Aan het einde van de jaren '50 start Porsche met de ontwikkeling van een opvolger van de Porsche 356 die aan het einde van de technische mogelijkheden was gekomen met zijn viercilinder boxermotor. Voor het nieuwe project, dat wordt ontwikkeld onder de naam Porsche 901 wordt een zescilindermotor voorzien; opnieuw in boxerconfiguratie. Uiteindelijk wordt de Porsche 911 vijftien centimeter langer dan de 356 maar ook zes centimeter smaller. Verder is er een flink groter glasoppervlak.

Uiteindelijk gaat de eerste Porsche 911 in september 1964 in productie met een 130 pk sterke 2,0-liter zescilinder boxermotor. Daarna is het in 1965 de beurt aan de Porsche 912 met een 90 pk viercilinder boxermotor uit de Porsche 356 en een simpelere uitrusting. Aan de bovenkant van het programma is er in de zomer van 1966 de Porsche 911 S met een vermogen van 160 pk, een rijkere uitrusting en de kenmerkende Fuchswielen. Daarna volgen de 911-varianten elkaar in rap tempo op. Ion 1967 wordt het programma bovendien uitgebreid met de Porsche 911 Targa; een cabriolet waarbij een rolbeugel voor extra veiligheid moet zorgen. In 1973 wordt de oer-911 afgelost door het G-model. Uiterlijk valt die vooral op door zijn hogergeplaatste en dikkere bumpers om aan de Amerikaanse veiligheidsvoorschriften te kunnen voldoen. Opnieuw heeft de Porsche 911 een luchtgekoelde zescilinder boxermotor met vermogens die in de loop der jaren gaan van 150 pk tot 231 pk voor de Porsche 911 Carrera 2. De Porsche 911 met de typecode 930 is de eerste turbovariant. Die levert in 1975 300 pk. Als in 1989 de 964-generatie van de Porsche 911 verschijnt, wordt die nog verder opgestuwd in de vaart der volkeren. De Porsche 964 is er met voor- en vierwielaandrijving. In het eerste geval heet de 911 Carrera 2 en de versie met vierwielaandrijving Carrera 4. Ook is de Porsche 911 voor het eerst te koop met stuurbekrachtiging en ABS. Het vermogen van de Porsche 964 varieert van 250 pk tot 360 pk voor de turbo-uitvoering.

Carrera RS 2.7

Porsche presenteert in 1972 van haar 911 een nieuw topmodel: de snelle Carrera RS 2.7. Uiterlijk is de Carrera RS (waarbij RS staat voor Renn Sport) direct herkenbaar aan de opvallende 'eendenstaart' (die voor extra downforce moet zorgen bij hoge snelheden) en de wilde opschriften 'Carrera' op de flanken.

Het plaatwerk is net als het glas dunner uitgevoerd, wat een flinke gewichtsbesparing oplevert. Ook is het isolatiemateriaal weggelaten en zijn de roestvrijstalen bumpers vervangen door kunststof exemplaren. Het belangrijkste aan de Carrera RS is uiteraard de tot 2,7 liter opgeboorde zescilinder boxermotor. Deze levert dankzij mechanische benzine-inspuiting van Bosch 210 pk. De luchtgekoelde boxer vertoont veel overeenkomsten met de motoren zoals Porsche die gebruikt in de racerij. De topsnelheid bedraagt 240 km/h en de acceleratie van 0 naar 100 km/h neemt maar 5,8 seconden in beslag. Er worden in 1972/1973 slechts 1.590 exemplaren gebouwd.

Laatste luchtgekoelde

In 1993 verschijnt de Porsche 911 met de modelcode 993. Die gaat de historie in als de laatste luchtgekoelde Porsche 911. Voor het eerst zijn er voor de 993 grote ingrepen aan het onderstel gedaan. Ze zijn er flink bredere achterbanden en een verbeterd remsysteem met geperforeerde schijven en een verbeterde ABS. Ook bij de Porsche 993 zijn er drie basisvormen te onderscheiden: de 911 Carrera, Targa en Turbo. Die laatste verschijnt in 1995 en heeft standaard vierwielaandrijving. De simpelste uitvoering van de Porsche 993 heeft een vermogen van 272 pk; vanaf 1996 is dat 286 pk. De 911 Turbo heeft een vemrovan de 430 pk. Daarnaast zijn er nog de Porsche 911 Carrera RS met 300 pk en de 911 GT2 met 430 pk.

996

Een grote gebeurtenis in 1997 is de geboorte van de nieuwe Porsche 911 (type 996), die de klassieke 911 na 34 jaar met pensioen stuurt. Porsche-adepten willen maar één ding weten: is de nieuwe een echte 911?

Met zijn gladdere design en watergekoelde in plaats van luchtgekoelde boxermotor stelt de 996 op papier ietwat teleur. De scepsis verdwijnt echter al snel na de eerste gereden meters. Uit kostenoverwegingen deelt de 911 de nodige componenten met de kleinere Boxster, zoals voorwielophanging, besturing, remmen, portieren en koplampen. De 911 groeide aan alle kanten iets. De wielbasis nam met acht cm toe ten opzichte van de oude 911. De nieuwe 3,4-liter (3.387 cc) zescilinder boxermotor levert 300 pk en 350 Nm. Daarmee haalt de 911 280 km/h en is de sprint van 0 naar 100 in 5,2 seconden achter de rug.

In de navolgende jaren worden alle bekende 911-varianten, zoals cabrio, targa, Carrera 4 (met vierwielaandrijving), Turbo en GT weer leverbaar. Vanaf 2001 heeft de 911 een wat grotere en nog sterkere boxermotor onder de kap: uit 3.596 cc perst deze krachtbron 320 pk en 370 Nm. In 2004 lost de op vele punten verbeterde 997 de 996 af. Daarbij keren de typische ronde koplampen en de taillering van de carrosserie terug.

Twee turbo's

De Porsche 997 is in 2005 de 911 die de 996 opvolgt. Het meest opmerkelijke verschil is dat de 'spiegelei'-koplampen van de 996 worden vervangen door de klassieke kikkerogen. De productie van de 911 Carrera en de Carrera S start in 2004 en aan het einde van november verschijnen ook de vierwielaandgedreven Carrera 4-varianten. In de jaren daarna volgen nog de 911 Turbo en de Porsche 911 GT3. Naast de coupé en cabriolet, keert ook weer een targa-variant terug. In 2009 krijgt de Porsche 997 een update met motoren met directe brandfstofinjectie en er is de nieuwe PDK-transmissie. Uiteindelijk is de Porsche 911 van de 997-generatie te koop met zescilinder boxermotoren die variëren in vermogen van 321 pk voor de vroegste Carrera tot 612 pk voor de 911 GT2 RS die daarvoor twee turbo's gebruikt.

De Porsche 911 van de 991-generatie wordt aan het einde van 2011 voor het eerst getoond. De Porsche 991 gebruikt een geheel nieuw platform, nog maar het derde sinds de start van de 911-dynastie. De 991 heeft ten opzichte van zijn voorganger een iets langere wielbasis en is zeven centimeter langer. Door het gebruik van sterkere staalsoorten en aluminium is het gewicht wel wat lager dan dat van de Porsche 997. In 2016 verschijnt de herziene Porsche 991. Die is te herkenen aan nieuwe bumpers aan de voor- en achterzijde, nieuwe koplampen en achterlichten en nieuw vormgegeven eindpijpen voor de uitlaat. Verder luidt de facelift de komst in van een nieuwe generatie van de zescilinder boxermotor die altijd twee turbo's hebben. Daarmee zijn ook de basisvarianten van de Porsche 911 voortaan voorzien van een geblazen motor. Over de jaren varieert het vermogen van de Porsche 991 van 350 pk voor de Carrera van voor de facelift tot 700 pk voor de Porsche 911 GT2 RS en GT2 RS Clubsport die na de facelift verschijnen.

Lichtband

In 2019 is het de beurt aan de Porsche 992, de achtste generatie van de Porsche 911. Uiterlijk verschilt hij op details van de 991. De wielbasis bleef gelijk maar de Porsche 992 is wel wat langer en vijf centimeter hoger dan de 991. De achterzijde valt op door de lichtband die over de gehele breedte van de Porsche loopt; bij de 991 was die er alleen voor de vierwielaangedreven varianten. Het aanbod van de 911 loopt van de Carrera en Carrera 4 met 385 pk tot de 911 Carrera S en Carrera 4S met de 3,0-liter biturbo zescilinder boxer. De 911 Turbo heeft een 3,7-liter met twee turbo's die 580 pk levert en de Porsche 911 Turbo S heeft die motor met 650 pk.