Renault 5

Het is inmiddels al meer dan 30 jaar geleden dat het doek viel voor de klassieke Renault 5. In 2024 kreeg de 5 een frisse start, want er verscheen een moderne interpretatie van het model op de markt. Net zoals voorheen is de Renault 5 een compacte hatchback, alleen is de nieuwe versie volledig elektrisch.

Renault 5 in de jaren ‘70

Voor 1972 heeft Renault al de compacte Renault 4, 8 en 10 in het gamma, maar de Renault 5, gelanceerd in januari 1972, is nog een stukje kleiner. De vorm van de auto is op zijn zachtst gezegd modern en kwam van Michel Boue. Hij paste als eerste schildbumpers toe - inmiddels doen alle autofabrikanten dat. Als het aan Boue had gelegen, was de 'R5' trouwens nog vooruitstrevender geworden met achterlichten die doorlopen van boven tot onder, maar dat gebeurt uiteindelijk niet. Onderhuids leunt de 5 fors op de techniek van de Renault 4, met een in lengterichting geplaatste viercilinder die de voorwielen aandrijft. Hij varieert van 728- tot en met 1.397 cc. De eerste modellen hadden nog een 'kapstok'-versnellingspook die uit het dashboard steekt, maar Renault verandert dit al vrij snel naar een op de vloer gemonteerde pook.

In Alpine-uitvoering is de Renault 5 stevig opgevoerd. De 1.397 cc motor levert nu 93 in plaats van 64 pk. Deze auto wordt ook ingezet op het circuit en in de rallysport en presteert daarin goed. In de Rally van Monte Carlo van 1977 worden 'vijfjes' zelfs eerste en tweede in een veld dat voornamelijk bestaat uit veel sterkere auto's. In 1978 komt Renault met een groep 4 rally-versie die opmerkelijk breed is uitgebouwd én is voorzien van een turbo, gemonteerd op een in het midden geplaatste motor. Nog altijd met 1.297 cc, maar nu soms goed voor 250 pk! In handen van Jean Ragnotti blijkt hij onverslaanbaar.

Tussen 1980 en 1986 verschijnen ook straatversies van deze auto, die nu aardig wat geld opbrengen. De Turbo 1 is de eerste serie van 1980, en die is behalve uitgebouwd ook voorzien van een apart interieur. Binnen twee jaar komt de Renault 5 Turbo 2. Die heeft een wat normaler interieur dat dichter bij dat van de gewone 5 staat, om de auto iets minder extreem te maken. Al blijft hij dat natuurlijk nog steeds: de motor zit immers achter de voorstoelen en drijft de achterwielen aan.

In de Franse fabriek werden er tussen 1972 en 1984 een enórme 5,47 miljoen Renaults 5 gebouwd. Daarvan zijn er opvallend weinig overgebleven, want het autootje roest hard. In Iran bouwt men de Renault 5 nog tot 2002, onder de naam Sepand.

Supercinq (1984 - 1990)

In 1984 verschijnt de tweede generatie Renault 5, die ook wel bekendstaat als de ‘Supercinq’. Hij werd ontworpen door Marcello Gandini en bouwde qua design voort op zijn voorganger. Wel werd de Supercinq een stuk groter dan de oer-R5. Hij groeide maar liefst 7 centimeter in de lengte en 6 centimeter in de breedte, al werd de nieuwe Renault 5 wel een stukje lager.

Naast de reguliere Supercinq komt er ook weer een sportieve versie op de markt: de Renault 5 GT Turbo. Deze heeft een 120 pk sterke 1,4-liter turbomotor onder de kap en was voor zijn tijd bijzonder snel. Dankzij zijn geringe gewicht en krachtige motor sprintte de Renault 5 GT Turbo in 8 seconden van 0 naar 100 km/u, wat hem tot een van de snelste hot hatches in zijn klasse maakte. Visueel onderscheidde de GT Turbo zich door sportievere bodykit. Ook het onderstel, de ophanging en de remmen werden aangepast voor betere prestaties en wegligging.

De Supercinq was daarnaast leverbaar met diverse benzine- en dieselmotoren, en werd geroemd om zijn praktische interieur, compacte buitenmaten en prettige rijeigenschappen. In 1990 werd de Supercinq opgevolgd door de Renault Clio, waarmee een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van Renault’s compacte modellen begon.

De nieuwe Renault 5 E-Tech Electric

Hoewel de Renault 5 lange tijd uit productie is geweest, verschijnt er in 2024 een nieuw model met deze typebenaming. Officieel draagt de retro-ogende hatchback de naam Renault 5 E-Tech Electric, maar we kennen hem ook wel als R5.

Renault brengt de R5 op de markt als vervanger van de Zoe, al is hij maar liefst 16 centimeter korter. Met zijn compacte formaat valt hij in het B-segment, waar hij concurreert met onder andere de Citroën ë-C3, Peugeot e-208 en Dacia Spring. Dat de Renault 5 kleiner is dan de Zoe merk je vrij goed, met name op de achterbank. Voor lange passagiers is het achterin de R5 eigenlijk te krap. Ook de bagageruimte is vrij beperkt: deze meet 326 liter.

De Renault 5 is gebouwd op het zogenaamde AmpR-Small-platform en leent onder andere de voorwielophanging van zijn grotere broers: de Renault Clio en Captur. Achter heeft hij een multilink ophanging, waardoor de achterwielen onafhankelijk van elkaar kunnen inveren. Dit type achterwielophanging zie je niet vaak in het B-segment en het zorgt er dan ook voor dat de Renault 5 opvallend fijn rijdt. Hij stuurt namelijk goed, maar behoudt wel zijn comfort.

In 2024 lanceert Renault twee versies van de R5: de urban range en de comfort range. Deze hebben een vermogen van respectievelijk 120 en 150 pk, gecombineerd met een 40 of 52 kWh accupakket. Daarmee komt de urban range in theorie 312 kilometer op een volle acculading. De comfort range zou 410 kilometer kunnen rijden zonder bij te laden. Later wordt er nog een 95 pk versie met 40 kWh batterij aan de prijslijst toegevoegd als instapmodel van de Renault 5 E-Tech Electric.

Voor de sportieve rijders is er ook een snelle versie van de nieuwe Renault 5: de Alpine A290. Deze is net zoals de Renault 5 volledig elektrisch en levert een vermogen van 180 of 220 pk. Daarnaast kreeg de Alpine A290 een stoerder uiterlijk en straffer onderstel.