De Daihatsu Charade sedan van Jan - Oude Liefde #2 - Weblog
Werk aan de winkel
Nostalgie is iets bijzonders. Het kan je soms aanzetten tot acties die rationeel amper of niet te verklaren zijn. Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor wat redacteuren Jan Lemkes en Joas van Wingerden hebben gedaan. In 'Oude Liefde' verklaren ze zich de komende weken nader. Na de Peugeot 205 van Joas maken we nu kennis met de Daihatsu Charade waarover Jan zich ontfermt.
Zo dapper als Joas ben ik zeker niet. Waar mijn compacte collega zijn zakelijk verantwoorde A4 opgaf voor een antieke Fransman, staat de auto die hier schittert náást een BMW Z4 en een verantwoorde gezinsauto voor huize Lemkes. Verre van radicaal, dus, maar toch ben ook ik in zekere zin terug naar het begin van mijn automobiele carrière. Die is nogal omvangrijk, want zelfs na een snelle telling en met het bewust negeren van een paar randgevallen kom ik al tot zo’n twintig exemplaren. De allereerste was strikt genomen ook een Peugeot (309), maar de eerste die het langer dan een week uithield was een Daihatsu Charade sedan.
Ik zal niet pretenderen dat er een goed doordacht keuzeproces aan die aanschaf voorafging. Zonder geld, kennis en/of ervaring werd de twintigjarige Jan namelijk vooral door willekeur geleid, maar toch denk ik dat ik onbewust viel voor z’n uiterlijk. Wat? Jawel: ik viel voor het gedrongen uiterlijk van wat misschien wel de ongelukkigst gevormde sedan tot de Suzuki SX4 is. Wat daarbij ook hielp, was dat het om een Amerikaans exemplaar ging. Pas achteraf werd de volle omvang van dat gegeven voor mij duidelijk. In de VS is de Charade maar mondjesmaat verkocht, dus deze auto was nagenoeg uniek. Mijn Charade was wit, had dikkere bumpers, kleine kentekenplaatjes, de verplichte markeringslichten rondom en beschikte zelfs over de automatische gordels die onlangs in De Vluchtstrook zijn bezongen. Het was de eerste auto waarmee ik op reis ging, de eerste auto waarmee ik avonturen beleefde en de eerste auto waaraan ik knutselde, hoe onbenullig die ingrepen ook waren.
Helaas bleek deze charmante Japanner niet opgewassen tegen mijn jeugdige bravoure. Eind 2009, na maanden eigenaarschap die terugkijkend jaren lijken, verkocht ik hem noodgedwongen aan een sloper. Destijds was het simpelweg niet anders, maar dat staat de spijt niet in de weg.

In memoriam: mijn eerste Charade
Inmiddels zijn we twaalf jaar verder en ziet de situatie er heel anders uit. Tanken hoeft niet meer van de állerlaatste centen, onderhoud is ineens een optie en de auto’s zelf zijn aanzienlijk serieuzer, al ben ik altijd blijven hangen in de hoek waar de kilometerstanden hoog en de prijzen relatief laag zijn. De auto’s waar ik vroeger in reed – behalve de Charade noem ik ook Civics uit die tijd – zijn nu veel zeldzamer en dus duurder dan toen.
Toch staat er nog altijd een barrel voor de deur, die als hoofdfunctie heeft om mij van en naar de importeurs te brengen waar testauto’s worden uitgeleend. Tot voor kort was dit een Nissan Micra uit 2000, een redelijk uitziende, dito rijdende driedeurs die netjes z’n werk deed, maar mij op geen enkele manier aansprak. Eigenlijk is dat prima, want geen emotionele band betekent geen zorgen.
Toch kon ik mezelf niet helpen toen enkele maanden geleden een Charade sedan verscheen voor niet meer dan 275 euro. Ik wist niet eens dat ik op zoek was, maar heb voor de zekerheid éérst het geld overgemaakt om de auto daarna pas te gaan halen. Daar stond hij, koud en rillerig in een hoekje van het terrein van een bekende MG-Rover-specialist. De motorkap een stukje open, het hemeltje ietwat hangend en één deurpaneel op de achterbank. Voor velen een stuk automobiel verdriet, maar voor mij de terugkeer naar de auto die nooit uit mijn hart is verdwenen. Het ongelukkig aangeplakte kofferbakje, het laag uitgesneden achterste wielkastje (Gandini!), het stoere front en het vierkante dashboard: ik vind het allemaal schitterend. Wist je dat deze auto begin jaren negentig al negentig pk uit een zestienkleps 1.3 peurde? NEGENTIG! Daarvoor moet je wel helemaal bovenin het toerengebied zijn, maar helaas is de toerenteller kapot. Het deurslot trouwens ook, en het hemeltje hangt. Die stickers moeten er natuurlijk af, en de deur linksachter heeft qua kleur weinig met de rest van de auto van doen. Werk aan de winkel…
Na de eerste verliefde dagen daalt de realiteit dan toch wel neer. Objectief bezien doet de Charade bijna alles slechter dan de Micra, die stiller, zuiniger en minder kaal is. Bovendien heb ik er nu een hobby bij, want uiteraard gaan we met de Daihatsu wél aan de slag. Wat er allemaal gebeurd is en nog moet gebeuren vertel ik graag een volgende keer, maar eerst is de vloer weer voor Joas. Zijn Franse wonder heeft namelijk ook wat aandacht nodig!

Jan Lemkes
Autojournalist
Jan studeerde met enige moeite af in de communicatie maar houdt zich sindsdien vooral bezig met auto's. Wat in 2012 begon als één enkel dagje per week op de nieuwsredactie, is nu uitgegroeid tot een combinatie van nieuwsredactie en testredactie, afgewisseld met reportages. Vaak betekent dat kilometers vreten, want behalve aan autonieuws is Jan ook verslaafd aan autorijden. Ook privé wisselt Jan geregeld van auto. De afwisseling is groot, maar Japanse merken, BMW en cabriolets zijn terugkerende thema's. In het verleden reed hij onder meer een E38 7-serie en een Lexus SC430, maar ook meerdere Daihatsu's Charade en allerlei Honda's.