Praktijkervaring Peugeot 306: in schaduw van 205
'Opvallend is het gemak waarmee de 306 met bochten omgaat'
- Elco van der Meer
- Praktijkverbruik
Denk je Peugeot, dan denk je waarschijnlijk aan de 205. Dat compacte model heeft inmiddels een iconische status en die lijkt ons helemaal terecht. Iets minder iconisch is zijn grote broer, de 306, die echter minstens zo tijdloos oogt. Hoe beviel deze auto zijn rijders in de praktijk?
De Peugeot 306 kwam in 1993 op de markt en betekende een grote stap voor Peugeot. Hij oogde aanzienlijk moderner dan voorganger 309, daarnaast ging Peugeot dit keer helemaal los op carrosserievarianten. Naast een drie- en vijfdeurs hatchback waren er ook een sedan, een Break en een door Pininfarina getekende – en deels aldaar gebouwde – Cabriolet. Liefhebbers van snelheid konden hun geluk niet op met de 306 Le Mans (155 pk) of de latere GTI-6, met 167 pk en destijds zeldzame zesversnellingsbak.
Bovenal praktisch
Dat de Peugeot 306 een populair model was blijkt uit het aantal gebruikersreviews: maar liefst 167 eigenaren lieten een recensie achter. Daaruit ontstaat het beeld van een behoorlijk praktische auto, wat niet alleen geldt voor de stationwagon. Zo ging de eigenaar van een driedeurs 306 1.4 ermee op reis. “De vuurdoop was een vakantie naar de Belgische Ardennen met vier man en de nodige bagage”, schrijft hij. “Met een totale lading van zo'n halve ton ging de Peugeot, flink op zijn kont hangend, probleemloos op en neer.” Ook een andere driedeursrijder is te spreken over het ruimteaanbod. “De ruimte is de auto is uitstekend, al had ik misschien beter voor een vijfdeurs uitvoering kunnen kijken i.v.m. kids.” De rijder van een sportieve driedeurs diesel kan er ook wel mee uit de voeten: “Er zijn wel wat weinig opbergvakken en die die er zijn zijn niet groot/handig”, is zijn kritiek. “Aan de andere kant kun je als het moet gipsplaten van 210 x 60 vervoeren, leunend op dashboard, bijrijdersstoel en hoedenplank.”
Hoe praktisch de hatchbacks ook zijn, voor echte ruimte bood Peugeot de 306 Break. “Een ruime auto en zeker de kofferruimte”, benadrukt de eigenaar van zo’n station. “Daarin is gemakkelijk het onderstel en de bak van de kinderwagen kwijt te geraken, zonder de achterbank te hoeven opklappen.” Een tweede Break-rijder benadrukt dit. “De achterbank kan in delen om en geeft een vlakke laadvloer. Vanwege ook incidenteel vervoer van grote stukken had ik er ook een hondenrek in zitten." Wel stipt hij een nadeel aan dat we bij meerdere rijders teruglezen: bij volle belading zakt de achterkant ver in. De montage van hulpveren biedt uitkomst.
Maar het zijn niet alleen de gesloten varianten die volop ruimte bieden, zelfs de 306 Cabriolet brengt het er op praktisch vlak aardig vanaf. “Al met al een prettige keuze, groot genoeg om met vier personen op stap te gaan”, schrijft de eigenaar van een exemplaar uit 1997 daarover. “Daarbij hebben de achterpassagiers gewoon ruimte om hun onderbenen kwijt te kunnen, iets wat bij bijvoorbeeld de Mégane cabrio nog steeds niet kan.”
Over zitten gesproken: daarover zijn de meningen verdeeld. De ene rijder vindt de zittingen en geboden ondersteuning fijn, de ander mist dit juist. De bestuurder van een 306 XT geeft aan dat langere ritten met zijn 1,98 meter geen pretje zijn.
Rijden met de 306
En dat is jammer, want als het om rijden gaat gooit de 306 hoge ogen. “Wat mij als eerste opviel aan deze 306 was het onderstel”, schrijft de eigenaar van een 306 Break 2.0 HDI uit 1999. “Drempels die ik tot dan toe met maximaal 60 km/u kon nemen, omdat ik anders uit de bestuurdersstoel werd gelanceerd en met m'n hoofd tegen het dak aankwam, kon ik nu rustig met 90 km/h nemen. Wie zal verwachten dat een auto met zulke zachte vering zich als een dweil zal gedragen in het bochtenwerk komt bedrogen uit, want de auto rijdt als op rails.”
Dat ervaart ook de eigenaar van een Peugeot 306 XN hatchback met 1,4-liter motor. Die motor beschouwt hij als enigszins ondermaats. “Gelukkig maakt het onderstel alles goed”, schrijft hij. “De auto is heerlijk comfortabel geveerd, zonder daarbij te zompig of nerveus te worden. Opvallend is het gemak waarmee de 306 met bochten omgaat. Om onderstuur te veroorzaken moet je flink doortrappen. De auto zet zich netjes zonder daarbij teveel over te hellen en stuurt lekker direct. In tegenstelling tot veel moderne auto's zit er veel gevoel in het stuur, wat het snel nemen van strakke bochten een leuke ervaring maakt. ”
De eigenaar van een 306 XS 1.8-16v maakt graag gebruik van deze eigenschappen. “De wegligging vind ik erg vermakelijk”, laat hij weten, “ik heb er 205 GTI-velgen met 195-banden omheen en dat verhoogt de grip nog weer een klein beetje. Je kunt behoorlijk hard een bocht induiken, hij blijft zich goed vastbijten in het asfalt en als je dan gas loslaat geeft hij een leuk stukje overstuur dat goed op te vangen is, zeer leuk!”
Niet voor elke eigenaar is gooien en smijten een tweede natuur, ook als het op lange ritten aankomt doet de 306 het goed. “De Peugeot is een heerlijke reisauto”, schrijft de bestuurder van een 306 Break met 2,0-liter dieselmotor. “Qua comfort niet te hard en niet te zacht geveerd. Geluidsisolatie is goed, doch bij ca. 120 km/h wat windgeruis langs de raamstijlen.” De 306 Cabriolet scoort wat dat laatste betreft wat minder. “Met de kap dicht nog steeds rumoerig,” laat de eigenaar van een 306 Cabriolet 1.8-16v weten, “maar wel waterdicht. Al kon de sluiting boven het linkerportier wat beter.” Het goede: “Verder rijdt de 306 Cabrio vrij scherp, het is een compacte auto, bochten nemen is erg leuk (helt weinig). Wel wat aandrijfkrachten voelbaar bij sterk doortrekken in bochten.”
Opvallende onderhoudszaken
Met de 205 bewees Peugeot behoorlijk taaie auto’s te kunnen bouwen. Is de 306 van hetzelfde laken een pak of worden de kaarten anders geschud? Als het aan eigenaren ligt slaat de meter uit naar het eerste, al is een 306 niet per definitie probleemloos.
Iets waar meerdere eigenaren over klagen is de achterasconstructie. Die geeft de auto niet alleen goede rijeigenschappen, hij blijkt ook gevoelig voor slijtage. “Deze is ontworpen om comfort te bieden en niet om een autoleven lang mee te gaan”, concludeert de eigenaar van een 306 Break 2.0 HDI. “Kort nadat ik de auto kocht begon deze hevig te kraken en te piepen bij het inveren. Een asrevisie was noodzakelijk; auto een week kwijt en kosten €500.” De originele as hield het zo’n 220.000 kilometer vol, en 200.000 kilometer later wordt de as opnieuw vervangen. De eigenaar van een andere 306 Break hanteert een afwijkende strategie. “De achteras kraakt en piept dat 't een lust is. Schijnt vaker te gebeuren, niets van aantrekken en gewoon wachten tot 't stuk gaat.”
Naast deze constructieve uitdaging zijn er weinig grote zaken. Wel melden meerdere rijders dat het druklager van de koppeling relatief snel de geest geeft. Daar staat tegenover dat roest bij de Peugeot 306 niet tot nauwelijks aan de orde is, tenzij het delen van het uitlaatsysteem betreft. De eigenaar van een Peugeot 306 1.8-16v Break geeft een aardige samenvatting van de bevindingen. “Voor wie goedkoop wil rijden en niet in een Starlet o.i.d. wil eindigen zijn 306’jes echt een aanrader!” schrijft hij. “Ruimte is oké, met goede uitvoering nog pittig en comfortabel ook en zeer onderhoudsvrij. Zuinig, goedkoop in de MBR en verzekering; eigenlijk ideaal!”
Had je deze auto's al gezien?
Lees ook
Praktijkervaring Peugeot 205: hoe sterk is het nummer?
Praktijkervaring Citroën BX: bijzondere techniek voor iedereen
Peugeot 306 Cabriolet (1995) - Liefhebber Gezocht
Peugeot 306 (1998) - Liefhebber Gezocht
Op zoek naar een jarennegentigauto voor maximaal 1.500 euro
Lezersreacties (32) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.