Test: Mercedes-Benz GLA (2020)

Het lijkt een eeuwigheid geleden, het jaar 2013. Je kon toen nog gewoon een aantal hallen vol zetten met nieuwe auto’s, waar dan honderdduizenden mensen schouder aan schouder dagenlang tussen konden genieten. Op de IAA, een beurs die tot voor kort elke twee jaar in Frankfurt werd gehouden, onthulde Mercedes-Benz destijds de GLA, een cross-over variant van de nieuwe A-klasse. Hij moest de BMW X1 en Audi Q3 het vuur na aan de schenen leggen en maakte met zijn voor dit segment opvallend lage daklijn de naam cross-over helemaal waar. Terwijl de concurrenten meer in de SUV-hoek bleven, was de GLA in feite een wat stoerdere A-klasse. Begin 2017 kreeg de GLA een facelift en nu, weer drie jaar later, is het tijd voor de tweede generatie GLA. In december presenteerden we je hem op papier, nu is het tijd om ook echt het ruime asfalt te kiezen.

Coupéachtig

Wat meteen opvalt, is dat Mercedes-Benz veel meer zijn best heeft gedaan om de GLA te onderscheiden van de A, waarbij hij zelfs wat richting B neigt. Dat zit niet alleen in designdetails als de meer coupéachtige zijraampartij en het hogere, rechtopstaande front, maar ook in de harde cijfers. Hoewel de GLA 1,5 centimeter korter is dan zijn voorganger is de wielbasis met 3 centimeter gegroeid, waardoor de overhang minder werd. Ook is de GLA met ruim 10 centimeter gegroeid, wat de binnenruimte ten goede is gekomen. Voorin is de hoofdruimte zelfs fors toegenomen, terwijl die achterin juist iets minder werd. Toch zit je daar nog steeds uitstekend, mede doordat de beenruimte achterin aanzienlijk werd vergroot. Die winst kun je ook de kofferruimte ten goede laten komen, mits je de optionele verschuifbare achterbank neemt. Dat maakt het geheel extra flexibel, doordat die in drie delen verstelbaar is en meer rechtop kan worden gezet. Ook zonder die verschuifbare achterbank groeide de kofferruimte echter, van 421 naar 435 liter.

Het inmiddels bekende brede scherm (het zijn er twee, maar ze zijn zo samengevoegd dat het een geheel lijkt) is niet alleen heel fraai, het geeft het interieur ook een extra brede indruk. De mogelijkheden om een en ander naar eigen voorkeur in te stellen, zijn legio. Mede daardoor kon de middentunnel mooi leeg worden gehouden. Je kunt met  het MBUX-systeem veel functies ook met je stem aansturen, natuurlijk voorafgegaan door het commando ‘Hey Mercedes’. Helaas voelt die zich wat te snel aangesproken, waardoor menig intiem onderonsje onderweg bruut wordt onderbroken door die naamloze dame die vraagt wat ze voor je kan doen.

Prettig fel

We rijden vandaag met de GLA 200 en dat is de instapversie, motorisch gezien tenminste. Het 1,3-liter blok is een bekende uit de Renault-schappen die 163 pk levert en is uitgerust met cilinderuitschakeling. Dat werkt mooi soepel, zodat je er amper iets van merkt. De 7G-DCT schakelt soepel en naadloos, maar heeft vanuit stilstand veel tijd nodig om uit zijn middagslaapje te ontwaken. Dat geldt overigens nadrukkelijk ook voor de achteruit. In de stand Sport schakelt hij prettig fel en hoog in het toerengebied, in Comfort rustig en beheerst. Echt stil is de motor niet, maar desalniettemin stil genoeg om het comfortabele karakter van de GLA geen geweld aan te doen.

Wat betreft het onderstel is Mercedes-Benz op dat gebied wat ons betreft net wat te ver doorgeschoten. Ja, hij rijdt zijdezacht en rustig, maar zeker gezien het feit dat Mercedes hem ook als een sportiever alternatief voor de GLB positioneert, had er best wat meer gevoel en beleving in mogen zitten. Met name de besturing is erg licht, maar ook het onderstel mist wat beleving. In snelle bochten neigt het enigszins tot overhellen en ga je van het gas af, dan duikt de koets licht. Daar staat tegenover dat je in deze auto heerlijk rustig en vooral comfortabel lange afstanden aflegt en, toegegeven, dat zit ook meer in het DNA van dit soort auto’s.

AMG

De nieuwe Mercedes-Benz GLA is er met vijf motoren. De 163 pk sterke 200 benzine die wij reden, is de instapper. Daarboven staat de 250 met een tweelitermotor die 224 pk levert. Die heeft met zijn 8G-DCT een verzet meer dan de 200 en is naar keuze ook leverbaar als 4Matic. Dieselen kan met de 200d die 150 pk levert of de 220d met 190 pk. De zelfontstekers hebben de 8G-DCT standaard en zijn beide in beginsel voorwielaangedreven en tegen meerprijs te leveren als 4Matic. Wie 4Matic kiest, krijgt daar meteen een pakket offroadhulpjes bij, zoals hellingwegrijhulp, een terreinrijprogramma, hill descent control, multibeamledkoplampen met een speciale lichtfunctie en een 4x4-animatie in het scherm.

Het neusje van de zalm ten slotte is de AMG GLA35 4Matic. Die heeft hetzelfde blok als de 250, maar dan even langs het begeerde kruidenrekje in Affalterbach gehaald en voorzien van een handtekening op het kleppendeksel. Dat levert 306 pk op en deze topversie is, zoals de naam al doet vermoeden, standaard vierwielaangedreven. Aan het andere uiterste van het rationaliteitsspectrum komt in een later stadium ook een plug-inhybrideversie van de GLA.