De AutoWeekend Top 10: vroege Kia's

We schrijven het wel vaker: de stappen die de Koreaanse automerken in korte tijd gemaakt hebben zijn gigantisch. Kia viert dit jaar haar twintigjarig bestaan in Nederland, en in die tijd is er veel veranderd. Kort na Hyundai was Kia het tweede Koreaanse merk dat we leerden kennen. De producent bestaat al sinds 1944, maar pas begin jaren '90 durfde het de stap naar Europa te doen.

Nederland was in 1993 niet het eerste land waar het merk een importeur aanstelde en dat had als voordeel dat bij ons niet de Pride, maar de Sephia de eerste indruk mocht verzorgen. Waar de Pride een weliswaar erg goedkoop, maar ook enigszins ouderwets karretje was vonden we de Sephia direct een heel behoorlijke aanbieding. Ook de compacte middenklasser was stukken goedkoper dan de concurrentie en bood daarnaast - in tegenstelling tot zijn kleine broertje - een bijdetijds uiterlijk, een modern dashboard, veel ruimte en betrouwbare, Japanse techniek van Mazda.

De eerste Sephia hoefde niet lang de eer hoog te houden: in 1995 kreeg het model een facelift en in 1998 vond Kia het opnieuw tijd voor vernieuwing. Ondertussen volgende ook de andere modellen elkaar in hoog tempo op, alleen de Sportage hield het langer uit. De SUV-pionier bleef in productie van 1994 tot 2003, en deed het met name in andere Europese landen best aardig.

In de beginjaren had Kia sterke voorkeur voor (compacte) middenklasse-sedannetjes en 'liftbacks'. In korte tijd maakten we kennis met de Clarus, Shuma en verschillende edities van de Sephia. In 2001 werd daar de grote Magentis aan toegevoegd, die net als zijn nogal opvallende opvolger Opirus niet bepaald een run naar de showrooms ontlokte. Zoals ze ook bij Dacia weten vallen Nederlanders vooral voor voordelige MPV's, en die bood Kia in de vorm van de Joice, Carnival en Carens. De Joice was een op de Mitsubishi Space Wagon gebaseerde zevenzitter die dankzij een prijs van omgerekend 20.000 euro een plaatsje wist te veroveren in het ruimtewagen-landschap, dat in 1999 hard aan het groeien was. De meer 'eigen' Carens deed hetzelfde kunstje, terwijl de Carnival een segment hoger de prijsbewuste koper aan zich probeerde te binden.

Klanten binden lukte ook de eerste Rio, die dankzij een modern koetswerk en - opnieuw - veel ruimte tegen een lage prijs veel op de Nederlandse wegen te zien was. De Rio was er als vijfdeurs hatchback en als sedan, vooral de eerste deed het goed.

Knepen we bij de eerste Kia's nog wel eens een oogje toe vanwege de gunstige prijsstelling, tegenwoordig is dat niet meer nodig. Weliswaar zijn de prijzen nog altijd zeer concurrerend, de auto's zelf zijn dat inmiddels ook. We zijn benieuwd waar Kia over twintig jaar staat…