Renault Mégane Renault Sport

Elke fabrikant weet het: een snelle versie van je 'gewone' middenklassertje doet wonderen voor het imago. Ga maar na, toevoegingen als Cupra R, GTA, GTI, OPC en Type R doen de oren van een beetje autoliefhebber spitsen en de oogjes glimmen.

Deze opgepepte varianten spreken juist zo aan omdat ze uiterlijk nog veel met de normale versies van doen hebben en bereikbaar zijn voor degenen die een échte sportwagen simpelweg niet kunnen betalen. Bovendien zijn dit soort bommetjes vaak wolven in schaapskleren; de leek zal een Mégane RS niet kunnen onderscheiden van een 1.4-tje, terwijl hij van die eerste waarschijnlijk binnen de korte keren niet meer zal zien dan de twee centraal geplaatste uitlaten, hét kenmerk van de nieuwste generatie sportievelingen van Renault. Maar wie beter kijkt, ziet al snel dat Renault zich duidelijk meer moeite heeft getroost om van de RS iets bijzonders te maken.
De grote 'smoel' met mistlampen aan weerszijden imponeert, de koplampen kijken van zichzelf al boos. De 18-inchwielen met plat en breed 225/40 rubber zijn niet te missen en over de achterkant hebben we het net gehad. Die twee uitlaten laten het op het gebied van sportieve sound een beetje afweten. Het subtiele spoilertje boven de achterruit schijnt bij 130 km/h voor drie keer zo veel downforce te zorgen.

Curvenkiller

Het 'blood orange' van onze testauto vergde even wat aanpassingsvermogen van het netvlies maar het staat de RS absoluut goed. Het oranje wordt doorgevoerd in de stiksels in het interieur. Smaakvol. Verder onderscheidt de RS zich van z'n zwakkere broeders door een setje 'racepedalen', andere klokken (met een snelheidsmeter tot een enthousiaste 270 km/h), leren accenten, oranje gordels en sportstoelen die gelukkig laag genoeg in te stellen zijn. Dat is bij de Clio RS en V6 wel anders, daar zitten we nog steeds veel te hoog voor een sportieve rijhouding. De stoelen van de Mégane zitten ook nog eens heerlijk en bieden genoeg steun om je tijdens enthousiast sturen goed op je plek te houden. Renault heeft zich er duidelijk niet met een Jantje van Leiden vanaf gemaakt.
Om de RS te transformeren van een brave bochtenronder tot een gemene curvenkiller ging men ook niet over één nacht ijs. Allereerst werd de spoorbreedte voor en achter met respectievelijk 7 en 15 mm vergroot ten gunste van de stabiliteit, en dat merk je. De voorwielophanging werd grondig onder handen genomen (onafhankelijk scharnierende voortrein) om deze zo min mogelijk hinder te laten ondervinden van de grote krachten die door de 2-liter turbomotor naar de voorwielen worden gejaagd. Dat komt goed uit de verf: de tractie in bochten is uitstekend, hij is geen liefhebber van onderstuur en je kunt dientengevolge asociaal hard de hoek om. Het binnenste voorwiel wil nog wel eens doorslaan maar wie de rechtervoet een beetje beheerst, kan dat goed binnen de perken houden.
Het gevoel in het stuur en de tegendruk zijn aanmerkelijk beter dan we van de normale Mégane gewend zijn. Voor het schakelen werd de 6-bak van Nissan ingebouwd, die zich in de RS naar onze smaak wat te slap en met iets te lange slagen laat rondgaan.

Geen stuiterbak
De sportafdeling van Renault heeft met het onderstel een uitstekend compromis gevonden tussen supersportief en een vleugje comfort; je stuitert in ieder geval niet je sportstoel uit en dat hebben we wel eens anders meegemaakt bij een hete hatch. Datzelfde Renault Sport bemoeide zich ook met de tweeliter turbomotor, die het dankzij de nodige aanpassingen aan turbolader, zuigers en krukas nu tot 225 pk en 300 Nm schopt. Daarmee spurten we in 6,5 seconden naar de 100 km/h en dat is een prima score. Bovendien pakt de motor over een breed toerengebied op. Dat de topsnelheid 236 km/h bedraagt, geloven we wel. Daar gaat het bij een auto als deze niet zo zeer om. Om de boel weer veilig tot stilstand te brengen, monteren ze in de fabriek in Dieppe Brembo-remklauwen met vier zuigers op de voorste remschijven, die een diameter van 312 mm hebben. Achter meten ze 300 mm. De elektronische rijhulpjes zoals ABS, ESP en tractiecontrole zijn aangepast aan de sportieve ambities van de RS.
Het is jammer dat de Ford Focus RS niet meer gemaakt wordt, dat zou de ultieme tegenhanger zijn van de Mégane RS. Maar gelukkig blijft er nog genoeg te smullen over: Seat Leon Cupra R, Honda Civic Type R, Alfa 147 GTA, om er maar eens een paar te noemen. En niet te vergeten krijgen we later dit jaar de Opel Astra 2.0 turbo en er zit ook nog een Golf GTI aan te komen. Met z'n prijs van € 35.695 (de vijfdeurs kost € 500 extra) is de Mégane RS scherp geprijsd. Renault verwacht jaarlijks zo'n 150 à 200 RS-en af te zetten, waarvan het grootste deel de sportiever gelijnde driedeurs.