Mercedes-Benz C 160 Sportcoupé (2006)

De Mercedes C 160 Sportcoupé is met de iets zwakkere motor een flink stuk goedkoper dan de C 180 die het tot 143 pk en 220 Nm schopt. Behalve op het vlak van motorvermogen en koppel moet de C 160-rijder ook inleveren op het gebied van uitrusting: géén regensensor, géén bandenspanningwaarschuwings-systeem en géén lichtmetalen wielen. Dat setje lichtmetaal zouden wij er direct bij bestellen, dat hoort gewoon onder een auto als deze.
De compressormotor hebben wij in eerdere tests leren kennen als een erg fijne machine. Hij biedt het koppel van een moderne turbodiesel, maar zonder het bijbehorende geknikker. Je hebt geen moment het gevoel met een ondergemotoriseerde auto onderweg te zijn en het uitlaatgrommetje past goed bij het sportieve karakter van deze coupé. Hij is redelijk vlot op de tussenacceleraties, wat iets zegt over de trekkracht bij lage toerentallen. De motor is gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak. Schakelen gaat exact en met korte slagen. Mercedes-Benz noemt dit direct control. Het hoge koppel heeft nog een voordeel: op constante snelheden draait de motor heerlijk rustig: bij 100 km/h maakt hij niet meer dan 2.300 toeren en dat is weinig voor een viercilinder benzinemotor.

Duitse degelijkheid
Achter het stuur van de C 160 waan je je zeker niet in een crisissituatie. Door de fraaie materialen en uitstekende afwerking staat het kwaliteitsgevoel op een hoog niveau. Het dashboard kreeg bij de kleine facelift in 2004 weer ronde klokken en de bediening van de auto werd communicatiever. Dat voel je duidelijk in de besturing, want deze C voelt directer en prettiger aan dan zijn voorganger. Hij reageert vlot op stuur-bewegingen – ook als gevolg van 'direct control' – en de stevig afgestemde vering en demping geven 'm een sportief karakter. In combinatie met de achterwielaandrijving en de fijne motor zit je echt voor je plezier te sturen in deze C 160. Irritant hard is hij niet en mede dankzij de wielbasis van 2,72 m worden oneffenheden mooi weggewerkt.
De zitpositie is sportief laag in te stellen en de stoelen bieden het lijf goede ondersteuning. Op de achterbank is de ruimte niet zo royaal, maar daar zal de koper van een Sportcoupé niet zo zwaar aan tillen.

Fijne auto
Qua luxe ontbreekt het de bestuurder aan niets. Nou ja, behalve die regen-sensor dan, maar met een goede intervalschakeling kom je ook een heel eind. Via een menu van de boord-computer, die vanaf het stuur te bedienen is, zijn allerlei persoonlijke instellingen vast te leggen. Wie bijvoorbeeld altijd met dimlicht rijden wil, kan dit eenvoudig instellen. De cruise control omvat tevens een snelheidsbegrenzer, erg handig binnen de bebouwde kom als je niet op de cruise control wilt rijden en tóch ook liever geen bon wilt.
De voordeligste C is, kortom, een fijne auto en in alle opzichten een echte Benz. Het grootste minpunt van de Sportcoupé blijft het slechte zicht naar achteren, maar als geheel laat de auto een zeer goede indruk achter.