Hyundai i10 vs. Kia Picanto - Vergelijkende Test

Grootse kleintjes

AutoWeek 10 2021
AutoWeek 10 2021
AutoWeek 10 2021

Je leest het in AutoWeek 10 2021

In een tijd dat steeds meer merken afscheid lijken te nemen van het kleinste segment, nemen Kia en Hyundai deze categorie nog uiterst serieus met de Picanto en i10. In alle opzichten is dit tweetal helemaal up tot date en de onderlinge verschillen lijken vrij gering. Maar ook hier kan er maar één de beste zijn.

Meerdere autofabrikanten geven te kennen dat ze geen opvolger voor hun kleinste telg in de pijplijn hebben. Zo lijkt het trio Up, Citigo en Mii geen nageslacht te krijgen en Peugeot en Citroën nemen afscheid van Toyota, dat nu op eigen benen een nieuwe Aygo moet gaan vermarkten, zonder de 108 en C1. Ook met uitsterven bedreigd is de Renault Twingo. De Suzuki Celerio en Opel Karl zijn al met stille trom verdwenen, de Fiat Panda loopt al tien jaar mee en een nieuwe is nog niet in zicht en ook de Mitsubishi Space Star verdwijnt samen met het merk binnen afzienbare termijn van de Europese markt. Wellicht verschijnt er onder de vlag van Stellantis nog iets nieuws in deze klasse.

Eén van de redenen waarom veel merken geen heil meer zien in het A-segment, is dat de ontwikkelingskosten relatief hoog zijn, in combinatie met het grote aantal veiligheidsvoorzieningen dat standaard aan boord moet zijn. Dat maakt zo’n auto relatief duur. Daar komt in Nederland nog eens een flinke portie aan bpm bij, in dit geval zo’n € 2.000. In 2020 was de Picanto de verkooptopper in zijn klasse, met 6.644 exemplaren, gevolgd door de Toyota Aygo (6.294) en de Peugeot 108 (5.318). Je komt de Hyundai i10 pas een heel eind verder in de lijst tegen, met 2.480 stuks. Een enorm groot verschil tussen de twee Koreanen, waarvoor niet direct een verklaring is te geven. Veel van deze stadsauto’s worden ingezet voor private lease. Voor bedragen van rond de € 200 per maand heb je een splinternieuwe auto voor de deur staan, met een contract van doorgaans 48 maanden en 10.000 km per jaar. Goedkoper en zorgelozer gaat nieuwrijden niet worden, je hoeft alleen de brandstof maar zelf af te rekenen, verder is alles inclusief. Veel merken stunten met een tarief van € 199 per maand en dan is de keuze al snel gemaakt. Maar dan heb je natuurlijk niet alle luxe die deze twee testauto’s aan boord hebben. In dat geval komt er al snel een kleine € 100 per maand bij en maak je in vier jaar tijd toch ruim € 14.000 over aan de leasemaatschappij.

Aan de andere kant: als er maar een airco in zit. De rest is bijzaak als je voor een dubbeltje op de eerst rang wil zitten, hoewel een goedkope, zuinige en betrouwbare occasion dan toch nog de voordeligste optie is. En die is na vier jaar nog steeds van jezelf.

MOOI INTERIEUR

Eind 2019 presenteerde Hyundai de nieuwe i10 en in 2020 verscheen die in de showroom. Vergelijk je de maten met die van zijn voorganger, dan zie je slechts minimale verschillen. Zo bleef de lengte met 3,67 meter gelijk, alleen de wielbasis nam met vier centimeter toe. Ook de technische gegevens zijn zo goed als identiek. We zien dat de compressieverhouding van de driecilinder steeg van 10,5:1 naar 11,0:1 en het met 1 Nm toegenomen maximale koppel is bij een hoger toerental beschikbaar.

De nieuweling is bijna 25 kg lichter dan zijn voorganger. De motor voorziet in de basisbehoefte om de auto van A naar B te krijgen, daarmee is alles gezegd. De prestaties zijn matig en voor je gevoel duurt het erg lang om op de invoegstrook op 100 km/h te komen. Het is zaak om ver door te halen in twee en drie. Eenmaal op snelheid tik je de cruisecontrol aan (standaard op elke i10) en dan is de kleine driepitter redelijk rustig. Totdat je vanuit een tunnel weer naar boven moet, dan voel en hoor je dat er weer even flink gewerkt moet worden en als de klim te lang duurt, zie je de snelheid terugzakken. Kortom, het houdt niet over en wil je meer pit, dan is de 100 pk sterke turbomotor een goede optie, mits je bankrekening daarmee akkoord gaat. Schakelen en koppelen gaat licht en eenvoudig en het pookje zit goed onder handbereik.

Het exterieur van de i10 is vooral een logische evolutie van de vorige, die er ook al heel fatsoenlijk uitzag. De achterkant oogt nu wat forser en het front oogt zelfs een tikkie agressief. Behalve dan de dagrijlampen, die er uit zien alsof je ze voor een paar knaken bij AliExpress op de kopt hebt getikt. Ze stralen wel lekker fel licht uit, waardoor je overdag goed opvalt. Maar de grootste verrassing wacht toch wel na het instappen. Want dat interieur ziet er domweg volwassen uit voor een auto van dit kaliber. Mooi dashboard, groot beeldscherm en lekker veel luxe. Zelfs de stoelen zijn van bovengemiddeld formaat en bieden een prima zit. Helaas is het multifunctionele stuur alleen in hoogte verstelbaar. Het dashboard en de middenconsole zijn deels bekleed met een zilverkleurige lijst met een ruitjesstructuur. Ziet er leuk uit. De extra koetslengte en grotere wielbasis ten opzichte van de Kia komen geheel ten goede aan de beenruimte voor de achterpassagiers, zo blijkt als we daar plaatsnemen. Zelfs iemand van 1,90 meter kan daar nog zitten. De achterbank telt twee gordels en twee hoofdsteunen. Wil je een extra setje, dan kost dat ! 700 extra. Maar drie vol wassenen kun je er niet kwijt, dus daarom hoef je het niet te doen.

De motor geeft dan niet direct reden tot feestvreugde, maar de rijeigenschappen doen de meter positief uitslaan. Dat wisten we al van de vorige en Hyundai heeft het geheel nog iets fijngeslepen. De voorwielen luisteren gewillig naar het stuur, het onderstel maakt een goed gebalanceerde indruk. De stuurprecisie dankt hij in dit geval ook aan de 16-inch wielen, op de standaard 14inch heb je weer iets meer comfort. Hoe dan ook: lange snelwegritten zijn geen kwelling, afgezien van het hoge geluidsniveau ten opzichte van grotere auto’s.

LICHTER EN SMALLER

Net als Hyundai maakte Kia reuzensprongen de afgelopen twee decennia. Wie kent nog de Kia Pride uit de jaren negentig? Compleet met skaibekleding op de stoelen! Hyundai betrad het A-segment met de Atos, een voor zijn tijd slimme auto voor een redelijke prijs. Maar in alle opzichten zijn de modellen van toen mijlenver verwijderd van het hedendaagse aanbod en kunnen deze Koreaanse merken iedere vergelijking met hun concurrenten prima aan. Begin 2017 trok Kia het doek van de nieuwe Picanto en in juni vorig jaar was het tijd voor een kleine opfrisbeurt. Met name de neus en de achterlichtunits zijn iets anders en nog steeds staat er een lekker stoer karretje. De 15-inch lichtmetalen wielen zijn standaard op deze uitvoering, net als verchroomde portiergrepen en extra getint glas vanaf de B-stijl. De led-dagrijlampen – die bij beide auto’s uitschakelen zodra de handrem erop gaat – zijn in de koplampen geïntegreerd. In het interieur zien we een iets groter scherm voor het infotainmentsysteem dan voorheen. Net als in de i10, meet dat nu 8 inch. De eenliter driecilindermotor levert nog steeds 67 pk, maar gaat nu als DPI (Dual Port Injection) door het leven.

Typisch dat op de motorafdekplaat nog steeds MPI staat en dat we ook totaal geen uiterlijke verschillen kunnen ontdekken met de krachtbron in de Hyundai. Zelfs het onderdeelnummer op de injectorrail is identiek. Je raadt het al: in de praktijk zijn er geen verschillen. Het feit dat de Picanto 25 kilo lichter is dan zijn neefje maakt niet echt een groot verschil. Maar goed, de kleine Koreaan brengt je overal en daar vraagt hij niet al te veel brandstof voor terug. Schakelen gaat net zo licht en trefzeker als in de Hyundai, het maakt een solide indruk en niet voor niets geeft Kia zeven jaar garantie.

Dat de Picanto smaller is dan de i10, merk je in het interieur, dat in de breedte minder ruimte biedt. Voor het dashboard past Kia hard, glimmend kunststof toe en het materiaal voor de deurpanelen is nogal krasgevoelig. De vormgeving is best speels en de bediening is vrijwel geheel gelijk aan die van de Hyundai, zij het dat de knoppen niet naast maar onder het scherm zitten. Ook de zitpositie is vrijwel identiek, met voorin zelfs hoogteverstelling voor de gordels, de Hyundai heeft dat niet. Toch zit je in de i10 net even beter en zeker achterin heeft de Picanto beduidend minder centimeters te bieden. De kofferruimte heeft hetzelfde formaat, een boodschappenkratje past, twee naast elkaar ook.

De Picanto pakt bochten net zo lichtvoetig als de i10, het grote voordeel van een kleine, lichte auto. Op minder glad wegdek toont de vering zich helaas niet zo soepel, dat kan soms irriteren. En waar de Hyundai rondom schijfremmen heeft, zien we bij de Kia trommels op de achterwielen. Dat heeft nauwelijks effect op de remweg, die tijdens de metingen voor deze test langer is vanwege de winterbanden en de lage temperaturen, in combinatie met een snufje zout op het asfalt. De laatste dag rijden we in de regen en missen we in beide auto’s een regensensor en een interval voor de achterwisser. Er moet toch iets te wensen over blijven, nietwaar?

DOORSPAREN?

Toch ontbreekt het je aan vrijwel niets in deze auto’s. Navigatie, cruisecontrol, vier elektrische ramen (diverse concurrenten hebben achter slechts uitzetraampjes), een DAB-tuner, een noodremassistent (in de Hyundai inclusief voetgangerdetectie) en ga zo maar door. Automatische transmissie is leverbaar, bij Hyundai kost dat € 1.500, Kia rekent er € 2.220 voor. Hoewel het trekken van een aanhanger niet is toegestaan, kun je door de dealer een haakje laten monteren. Bij Hyundai heet dat dan een fietsendragermontagebeugel die voor € 799 in de accessoirelijst staat. Kia stuurt je een factuur van € 769 voor de fietsenrekknobbel. Een set lichtmetalen wielen – standaard op deze Kia Picanto is er bij Hyundai vanaf € 549, dan heb je 14 inch. Wil je een maatje groter, dan ga je al door de ! 1.000. Een opmerkelijke standaardvoorziening in de i10 is het automatisch inen uitschakelende grootlicht. Als het gaat om veiligheidsvoorzieningen valt er niets uit te breiden.

Hyundai heeft ervoor gekozen om de i10 al vanaf het basismodel alles wat er op dat vlak te bieden is standaard te maken, terwijl je bij Kia de duurste versie moet kopen om over actieve rijstrookassistentie en noodremfunctie met voetgangerherkenning te beschikken. Dodehoekwaarschuwing is in beide gevallen niet leverbaar. De leukste versie bij Kia is de GT-Line met de 100 pk turbomotor. Die ziet eruit als een klein bommetje en kost € 21.495. Bij Hyundai heet dat N Line en ook in dat geval krijg je 16-inch wielen, dikke bumpers, stoelen stuurverwarming en nog veel meer leuke spullen, voor de totaalprijs van € 20.535, wat niet eens zo gek veel meer is dan de prijs van onze testauto. Maar welke je ook kiest, de Picanto en i10 bieden ontegenzeggelijk veel waar voor hun geld.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

De Hyundai toont zich andermaal de maatstaf in het A-segment en dat rechtvaardigt zonder meer het hogere prijskaartje (in dit geval deels veroorzaakt door de set winterbanden van € 999 en de two-tone lak van € 995). De i10 heeft een mooier en ruimer interieur, meer veiligheidsvoorzieningen en betere rijeigenschappen. Toch is de Picanto eveneens een topper in zijn klasse, zo bewees een multitest vorig jaar, waarin hij op een verdiende tweede plek eindigde. Dit Koreaanse duo geeft een keurig visitekaartje af voor de merken die ze vertegenwoordigen.

    Praat verder op het forum