Hyundai i10 N-line vs. Volkswagen Up GTI - Vergelijkende Test
Pretpakketjes
Onderaan de modelgamma’s van automerken draait het vooral om kosten en efficiëntie, maar soms mag er worden genoten. Zoals met de nieuwe, dikke versie van de Hyundai i10. De N-Line levert 100 pk, zoveel vermogen had Hyundai’s kleinste nog nooit. Is het daarmee een waardige sparringpartner voor de Volkswagen Up GTI?
De letter N moet bij autoliefhebbers stevig op het netvlies komen en dat lukt heel aardig. Drie jaar geleden deed de Hyundai i30N zijn intrede, met de letter N die staat voor het snelheidsparadijs in de Duitse Eifel. Inderdaad, de Nürburgring-Nordschleife. Maar de N staat ook voor de testbaan van Hyundai in het Zuid-Koreaanse Namyang. De Nordschleife zegt elke autoliefhebber heel veel. We zijn vijf jaar geleden met een gewone i20 afgereisd naar het Duitse testcentrum van Hyundai, gelegen naast het legendarische circuit. Daar wilden we uitvogelen hoeveel uur de modellen van het merk op de ruim 20 kilometer lange omloop doorbrengen voordat ze op de markt komen. Elk type, dus ook de versies zonder N.
Na de N, die staat voor de absolute extremisten onder de gekietelde versies, bedacht Hyundai het daarvan afgeleide N-Linepakket. Dat bevat wel de looks en wat aanpassingen, maar niet het extreme van een volwaardige N. Een voorbeeld daarvan is onze testauto, de nieuwe i10 N-Line. Dit is een lekker ogende variant van de A-segmenter die wij tot dusverre alleen kennen met de brave 1.0i-motor. Dat is een driecilinder zonder turbo van 65 pk, waarmee we tijdens onze duurtest van een halfjaar bijna ‘linkerrijstrookvrees’ ontwikkelden.
De N-line is heel anders, want dankzij een turbo op hetzelfde 998 cc-blok praat je ineens over een vermogen van 100 pk. Dat maakt de i10 zo interessant dat we het aandurfden om er een heuse GTI naast te zetten. Uit Wolfsburg welteverstaan. Daar beschouwen ze zich als de uitvinder van het fenomeen GTI. Ze waren in elk geval de eersten met die aanduiding, die ook al eens op de Lupo stond en nu al zo’n drie jaar de Up siert. Is deze vergelijking wel eerlijk? Zeker, want de Up heeft ook een 1.0 driecilinder met turbo, maar wel met 115 pk. Daarmee zijn deze wat prijzige kleintjes witte raven in hun soort. Gekietelde A-segmenters zijn zeldzaam geworden.
TOCH EEN N?
De i10 N-Line lijkt welhaast een hardcore N. Dat idee bekruipt ons in elk geval naarmate we meer bochten op hoge snelheid nemen. Weg is de neiging tot overhellen, en wat heeft de vooras veel grip! Slechts één keer eerder reden we een auto uit het A-segment waarbij onderstuur even lang of zelfs praktisch helemaal achterwege bleef, en dat was een Renault Twingo R.S., één van de heftigste modellen in zijn soort ooit. De Abarth 500 in al zijn bijzondere uitvoeringen laten we buiten beschouwing, want die is zo veel duurder dat hij het A-segment is ontstegen.
Rijden met de snelle i10 is een vreemde gewaarwording. De hoge zit en het smalle interieur herinneren je aan het feit dat je toch écht in een kleine auto zit, maar het fanatisme waarmee hij zich vastbijt in bochten doet niet onder voor dat van een sportieve auto uit een hogere klasse. Wat een feestnummer moet de nog te introduceren i20N dan wel niet worden? Het i10onderstel kan veel meer vermogen aan dan de 100 pk die de driepitter te vergeven heeft. Even inkoppen: Hyundai heeft ook nog een 120 pk-versie van dit blok op de planken liggen! Aan de andere kant zouden nog meer fijnslijperij en nog meer pk’s zomaar tot een prijskaartje van € 25.000 kunnen leiden. En deze N-Line gaat al over de 20 mille. Da’s hoe dan ook een boel geld voor een potent ukkie. Zie je dat er ook aan af? Ja, want hij heeft een andere grille met afwijkende dagrijverlichting, rode accenten, een N-Line-badge, 16-inch wielen en een dubbel uitlaateindstuk. Er staat echt wat!
DIKDOENERIJ
Bij Volkswagen weten ze ook prima hoe je een auto moet optuigen. Wat ziet die dikste Up er lekker uit met zijn zwarte accenten, 17-inch lichtmetaal, fikse achterspoiler, een rood randje in de grille en GTI-logo’s op neus én kont. Dikdoenerij op zijn Duits, waarvoor de GTI niet eens een dubbele uitlaat nodig heeft. Je kunt het obligaat of oubollig vinden, maar zo’n aankleding werkt ook 45 jaar na de eerste Golf GTI nog prima. Wat eveneens van alle tijden lijkt te zijn, is het ontwerp van de Up. Dat gaat al een decennium mee, maar komt nog immer fris over. Je ziet zelfs goed dat de Up familie is van de nieuwe ID.3.
Binnenin oogt hij niet zo modern; de ruitjesbekleding roept nostalgische gevoelens op. De bedieningsinterface in de middenconsole is vooral een sprong terug in de tijd. In die sectie komt de Up ronduit gedateerd over. Een klein schermpje, daarboven de houder voor de telefoon, want een ingebouwd groot scherm heeft de Up nooit gekend. Aan de andere kant, tien jaar geleden al voorzag Wolfsburg dat de smartphone voor navigatie gebruikt zou gaan worden, in plaats van dure fabriekssystemen die om kostbare updates vragen. Efficiency en eenvoud, we hebben het immers over het A-segment. Daarin blinkt de Up uit met zijn staal op de portieren, wat het interieur nogal minimalistisch maakt. Wel heeft de GTI stoelverwarming, evenals een speciale pookknop en een kek stuur. Dat zorgt samen met de stoelen gelukkig toch nog voor een apart sfeertje. En start je de motor, nog ‘ouderwets’ met een sleutel, dan klinkt een heuse brom. De sound enhancer werkt over de speakers en het klinkt weliswaar gekunsteld, maar toch ga je met een glimlach van verkeerslicht naar verkeerslicht.
Klinkt de auto tussen de 2.000 en 3.000 toeren echt niet een beetje als een Polo G40? Wij menen in het zoemende geluid een beetje de klanken van de 1.3-motor met G-lader te herkennen, die de Polo 30 jaar geleden vleugels bezorgde. We laten ons graag meeslepen door het enthousiasme van de auto. Waar het rijgenot in de i10 vooral van het onderstel komt, is de heerlijke aandrijflijn in de Up de grote smaakmaker. De zesbak met korte overbrengingen maakt van de Up een snelle sprinter. Hij loopt in rechte lijn met gemak weg bij de Hyundai, al maakt die dat verlies in bochten snel goed.
De Up GTI is minder straf geveerd, zelfs tegen het weke aan, en in snelle bochten raakt hij gauw onderstuurd. Van het gas af om de boel te redden biedt soelaas. Doe je dat niet, dan zorgt het ESP voor fanatieke ingrepen. Hoe je op een bochtig parcours ook probeert de Hyundai los te rijden, de grote grille van de i10 N-Line blijft je via de binnenspiegel grijnzend aanstaren. Maar kies een recht stuk, en de GTI roffelt weer met gemak bij de N-Line weg. Wat een heerlijk spelletje zijn we aan het spelen zo aan het eind van een jaar waarin we vooral met stekkers in de weer waren.
NATUURGELUIDEN
Het is tijd voor het rationele gedeelte van deze dubbeltest. Qua onderstel wint de Hyundai, bij de aandrijflijn de Volkswagen. De ruimste is de i10, als het tenminste op de achterbank aankomt. De Up heeft een diepe bagageruimte, waar verrassend veel boodschappen in passen. De Up voelt als een geinig speeltje, de Hyundai komt serieuzer en moderner over. De rode randen van de ventilatieroosters, het stuur met rood stiksel en de pookknop zijn onderdeel van de N-Line-aankleding. In de leuningen van de stoelen is fraai de letter N verwerkt. Voor je neus heb je een verzorgd, volwaardig instrumentarium. In de Up is dat simpeler van opzet en is de toerenteller kleiner dan de snelheidsmeter. Wel heeft de Volkswagen een zeer uitgebreide boordcomputer, waarbij ook de olietemperatuur kan worden opgeroepen. De bediening is in beide auto’s overzichtelijk en dat het topuitvoeringen zijn, zie je aan de vele knoppen. Beide modellen verwennen de inzittenden met stoelverwarming, in de Hyundai verzorgt de stuurwielverwarming hete knuistjes.
De interface van de i10 bevat de functie ‘natuurgeluiden’, waarbij je de klanken van rustige golven op het strand kunt oproepen, of de gedempte geluiden van een besneeuwd dorp. Even tot rust komen na een wilde rit met de N-Line … Deze functie zagen we recent in de nieuwe i20. Het zegt misschien wel wat over het volwassen, evenwichtige karakter van de i10, die op veel vlakken niet onderdoet voor een auto uit een hoger segment. De Up maakt eveneens indruk op bestuurders die een grotere auto gewend zijn. Bij sprintjes in rechte lijn kan de GTI het heel wat grotere auto’s moeilijk maken.
In bochten geldt dat juist voor de i10, die te weinig vermogen en trekkracht heeft om het volledige snelheidspotentieel van zijn onderstel te benutten. Het verschil in prijs bedraagt € 1.055, in het voordeel van de Hyundai. Dat de Volkswagen Up GTI meer kost, vinden we deels gerechtvaardigd, gezien de iets grotere wielen en 15 procent meer power, want dat is nogal wat. Hoe vermakelijk zijn aandrijflijn en uiterlijk ook zijn, het bezorgt hem niet de zege in de test. Die gaat naar Hyundai.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Oordeel
Zo, en nu weten we waartoe de Hyundai i10 nog meer in staat is. Met de 65 pk instapper was onze voornaamste klacht het geringe vermogen. Dat maakt deze N-Line ruimschoots goed, al had het nog wat méér mogen zijn, naar onze smaak. Aan vermogen is geen gebrek in de Volkswagen Up GTI, en wat is hij lekker aangekleed. De Up zelf kan als vrij oud model echter niet meer op tegen de veel modernere i10. De GTI is de leukste, maar niet de beste.