Daewoo Espero 1.8 CD (1996)

Op het eerste gezicht zou je denken dat de Daewoo Espero een grote achterklep heeft, maar in werkelijkheid is het een sedan met een conventioneel kofferdeksel. Het ontwerp is afkomstig van Bertone en heeft, in tegenstelling tot de Nexia, niets te maken met enig Opel-model.
Wie een ruime gezinsauto zoekt waar ook grote kinderen met goed fatsoen op de achterbank mee kunnen, is bij Daewoo goed af. Zowel been- als hoofdruimte zijn voldoende ruim bemeten. Voorin de auto is het ruimteaanbod uitstekend. De hoogteverstelling van het stuur zorgt samen met de verticale verstelling voor de bestuurdersstoel voor een goede rijpositie. De stoelen hadden overigens best wat harder mogen zijn.
De ver doorgetrokken ruitpartij van de Espero levert hoofdruimtewinst op de achterbank, maar resulteert in combinatie met een wat hoge tildrempel wel in een kleine kofferruimteopening. Door dat gat laveer je wel een enorme partij koffers naar binnen; maar liefst 560 liter inhoud heeft hij te bieden, nog meer dan de Volkswagen Vento. Daarentegen kan de achterbank niet worden omgeklapt; de Espero beschikt alleen over een skiluik.
De aantrekkelijk geprijsde Espero heeft een ruime uitrusting. Naast elektrische bediening voor alle portierruiten, de spiegels en de kofferklep vinden we verwarmde buitenspiegels, airbag, toerenteller, airconditioning, in hoogte verstelbare bestuurdersstoel en centrale portiervergrendeling. De Espero-bestuurder kijkt uit op een overzichtelijk dashboard. Alle knoppen en hendels zitten op de juiste plaats. In de handgreep van het linker portier zit onder direct handbereik de commandocentrale voor de elektrische toeters en bellen. De Koreanen hebben voldoende opbergvakjes voor kleine dingen aangebracht. Wel zie je aan details dat de Daewoo iets minder doordacht is geconstrueerd: een paar schroefjes in het zicht rond de stuurkolom en net te dikke naadjes in sommige plastic delen. En wat bekleding betreft is het in de Espero allemaal grijs wat de klok slaat.
De Koreanen hebben gekozen voor een heel soepel afgestemde vering en demping. Vrijwel alle oneffenheden worden probleemloos gladgestreken. Desondanks hoor je op slecht wegdek meer piepjes, kraakjes en rammeltjes dan zou mogen.
Met de Espero kun je hard door de bocht en als je dan plots het gas loslaat, vertoont hij nauwelijks enige reactie. Het grootste nadeel van de Daewoo zijn klappergeluiden uit het onderstel als je hard de hoek omgaat of op een slechte weg rijdt. Ook voel je in een snel genomen bocht de wielophanging en banden continu werken, maar dat heeft geen negatieve invloed op het bochtgedrag. De Espero gaat goed de hoek om en vertoont nauwelijks onverwachte reacties.

Kan beter
De stuurinrichting is bekrachtigd, maar zou iets meer stuurgevoel mogen geven. Schakelen doet de Espero naar behoren, al is de koppeling wat ongevoelig. De dosering van de remmen zou beter kunnen.
De 1,8-liter vierpitter in de Espero is ooit door Opel ontwikkeld en heeft gewoon twee kleppen per cilinder. Onderin biedt hij een flinke trekkracht. De Espero-motor voldoet daarmee in de dagelijkse praktijk uitstekend en hij loopt redelijk geruisloos. Jammer dat de koets van de Daewoo op snelheid behoorlijk wat windgeruis produceert.
Om de tank van de Daewoo helemaal vol te krijgen, moet je - door de wat ingewikkelde constructie van de vulopening - wat extra tijd uittrekken.
Eén ding is duidelijk geworden na een weekje sturen met de Espero: het is een auto die niet over het hoofd gezien kan worden. Hij heeft veel goede kanten en voldoet prima als royale gezinswagen. Zijn scherpe prijs in combinatie met de uitgebreide uitrusting zal zeker zorgen voor showroomverkeer. Op enkele punten is hij vatbaar voor verbetering en niemand kan je nu vertellen wat je over een paar jaar voor hem terugkrijgt. Vast staat wel dat dan wel erg weinig moet zijn om de financiële vergelijking met zijn afmetings-concurrenten naar de andere kant te doen doorslaan.