Audi 90 2.0 automaat - Op de Rollenbank

Hoe komt Cas in die Audi 90 terecht? Op die vraag volgt een simpel antwoord. “Ik zocht naar een auto met een vijf- of zescilindermotor. Deze Audi leek me wel een leuke afwisseling tussen alle BMW’s die er worden gereden.” Daar heeft hij gelijk in. Want wanneer zie je zo’n model nu nog? De Audi staat nog maar een paar maanden bij Cas voor de deur. In die tijd heeft hij de auto verlaagd en bouwde hij er een uitlaat voor. Allemaal zelf. “We hebben thuis een camperzaak en daar is ook een brug. Ik kan dus gemakkelijk zelf sleutelen.”

Cas vindt het jammer dat zijn auto een automaat heeft. “Behalve dat ik graag zelf schakel, is het ook maar een automaat met drie verzetten. En verder is het jammer dat dit geen 90 2.2 quattro is, maar dan ben je aan het winkelen in een andere prijsklasse.” Nu hij toch zo gezellig aan het vertellen is over zijn auto: “Als ik er rustig mee rijd, rijdt hij 1 op 8 – dat is natuurlijk ook niet meer helemaal van deze tijd.”

De tweeliter vijfcilinder in de auto van Cas levert volgens de folder 115 pk. Rollenbankmeester Ghisbert van Ginhoven buigt zich enthousiast over de techniek. “Dit is wel geweldig hoor. Deze vijfcilinders staan bekend als beresterk. Maar verder kun je er weinig mee. Als de ontsteking goed is afgesteld, valt er verder weinig aan te tunen.” Ghisbert spreekt vooral in mooie woorden over de Audi 90. “Hij ziet er goed verzorgd uit en ook de techniek ziet eruit alsof het regelmatig aandacht krijgt.” Dat klopt inderdaad, want na aanschaf is Cas er behoorlijk druk mee geweest om een en ander te fatsoeneren. “Ik heb onder meer de distributieriem gedaan. Al met al is er best veel werk in gaan zitten om de Audi helemaal in orde te krijgen.”

De rollenbankmeting laat in het eerste begin een vertekend beeld zien. “De koppeling heeft slip, vandaar dat de meting heel hoog begint. Later vlakt het koppel af en kom je tot realistische waarden”, licht Ghisbert toe. Uiteindelijk komt de vijfcilinder vijf pk te kort ten opzichte van de fabriekswaarde. “Dat is een prima prestatie. Daar moet je helemaal niets aan willen doen.”