Waarom de eerste Mazda 323 toen de minst Japanse Japanner was
Voorganger
Op de Mazda-stand van de Personenauto RAI van 1977 was de 323 als Europese primeur de verfrissende uitzondering tussen de nogal bedaagde andere modellen van het merk. De 323 werd als de minst Japanse Japanner van het moment gezien.
Toen zij zich op een gure, verregende winteravond weer eens in de oude, tochtige MG van manlief moest wurmen, bleek dat Jans (van Jan, Jans en de kinderen) echt helemaal klaar was met dat prehistorische vehikel: “Ik wil een Japannertje!”, krijste zij vanuit haar tenen. Vooropgesteld dat bedoelde strip ergens in de late jaren 70 is gepubliceerd, bedoelde zij daar mogelijk de appetijtelijke Mazda 323 mee, die vanaf 1977 alom de harten van het Nederlandse publiek kwam stelen. Mazda voerde tot dan toe sedans, coupés en stationwagons die ondanks hun bescheiden formaat eerder aan de Amerikaanse smaak appelleerden dan aan de Europese.
De 323 bewees als het volstrekte tegendeel hiervan dat de ontwerpers uit Hiroshima goed naar onze markt hadden gekeken: zij boetseerden de 323 als hatchback met een even strakke als vriendelijke vormgeving en bovendien een minimum aan glimmende versierselen. Dat de auto technisch nog wel de traditionele weg bewandelde (achterwielaandrijving, starre achteras) betekende dat hij wat betreft ruimte-aanbod en rijeigenschappen niet kon wedijveren met een Volkswagen Golf of Renault 14; de 323 bewoog zich meer op het niveau van de Opel Kadett City en dat stond zijn succes allerminst in de weg. Integendeel, in testverslagen wordt gerept van een zeer lage prijsstelling en een ‘overdonderend royale standaarduitrusting’, hoewel beide componenten in de jaren 70 razendsnel als gemeengoed voor Japanse auto’s golden. Dat ging ook op voor hun plezierige eigenschap om op commando van een omgedraaide contactsleutel zonder morren aan het werk te gaan, weer of geen weer.
Geen wonder dus, die uitroep van ons aller Jans, die gewoon in een warm en droog autootje naar huis wilde. Bij Mazda leerden ze vervolgens snel; ze lieten de 323 braaf in de pas lopen met de concurrentie en veroorzaakten intussen rimpelingen in de visvijver door daar zo nu en dan een geinige vijfdeurs coupé, een kleine V6, een rallykanon of revolutionaire motortechniek in te gooien. Intussen maken we ons sterk dan Jan en Jans zich onderling kunnen vinden in een MX-5. Als Jan, Jans en de Japanner. Dat klinkt toch prima?