Designreview Honda Prelude: 'Designtechnisch helaas geen link naar bloedlijn Prelude'
Puurheid van vorm ontbreekt
Honda werkt aan de terugkeer van de Honda Prelude. Da’s weer een coupé, bedoeld om liefhebbers in het hart te raken. De naam Prelude verdient veel meer dan dit nieuwe model, volgens Autodesigner Niels van Roij.
De naam Prelude staat al sinds de jaren 80 voor een ontwerp van zeldzame subtiliteit. Complexiteit wordt immers maar al te vaak ingezet om een slechte packaging te verhullen. Honda heeft echter in iedere generatie van de vroegere coupé voorzien van eenvoud van lijn.
Het Honda-team koos al voor understatement bij de eerste generatie Prelude. Lijnen en verhoudingen kennen eenvoudige surfacing en een duidelijke three-box-design. De cabine staat elegant naar achteren in de wielbasis. Subtiel chroomwerk rond de DLO en DRG maakt het geheel af.
Als eerste schets moet de tweede generatie Prelude erg stil zijn geweest. Als kleimodel leek het misschien zelfs wel onaf – zo is dit ontwerp gereduceerd. Deze prachtig geproportioneerde coupé, niet geheel in de laatste plaats bekend in Nederland door een niet nader te noemen tv-duo, is een waar design-understatement. Echter, de fraaie lange en vooral zeer platte neus, cab rearward positionering van het passagierscompartiment en de horizontale benadering van het gehele ontwerp is nu met recht iconisch te noemen.
In het begin van de jaren 90 deed de derde generatie Prelude zijn intrede. Opnieuw zijn haast buitensporige eenvoud en puurheid van lijn de hoofdthema's. Het is een driedimensionale iteratie van de auto uit de jaren 80, met net wat meer volumes in de carrosserie. Maar verder een exercitie in reductie. Opnieuw is een lange, platte neus toegepast, evenals een naar achteren geplaatst passagierscompartiment met een horizontaal georiënteerd ontwerp van graphics.
Eind jaren 90 verscheen de voorlopig laatste Prelude, waarbij het ontwerp wordt gekenmerkt door een vormspectrum waarvan de historie en bloedlijn exact te traceren is. Puurheid van vorm is wederom de kerngedachte. Er zijn geen stootstrips op de zijkant van de carrosserie aangebracht en geen lijn te veel in de body geboetseerd.
De motorkaplijn is nog steeds plat. De onderkant van de raamlijn is licht gebogen en niet kaarsrecht - zoals de twee bijna evenwijdige lijnen aan de zijkant van de carrosserie dat wel zijn. De kofferbak is iets hoger dan de rest van de body.
De lampen vallen wat uit de toon, vergeleken met hun voorgangers. Deze auto kijkt via wat verbaasde, verticale en langwerpige units de wereld in. Afgezien daarvan is hij in essentie precies zoals voorgaande modellen: puur en haast monolithisch, maar tevens behept met een duidelijk Japanse lichtheid.
Fast forward naar 2024. De naam Prelude is wellicht pas na afronding van het designproces op de auto aangebracht, echter – zelfs als dat het geval zou zijn – dan zou het designteam er goed aan hebben gedaan de sterke heritage van het merk in compacte coupés naar voren te hebben gebracht in het ontwerp van deze nu erg nondescript geworden auto.
Nieuwe Prelude geen three-box-design meer, onbegrijpelijk!
Het nieuwe ontwerp kent helaas niet de unieke subtiliteiten die de voorgaande modellen zo kenmerkten. Vooral de neus laat veel geforceerde complexiteit zien, die de slechte packaging tracht te verhullen. De enorme overhang vooraan, hoge neus, wat chaotische lijnen, verhoudingen en surfacing kunnen de aandacht niet hiervan afleiden. Het feit dat er van het three-box-design principe is afgestapt is eveneens opmerkelijk. De cabine staat tot overmaat van ramp niet naar achteren, maar naar voren, tegen de voorste wielkast aan. Nooit was de dash-to-axle ratio van een Prelude zo slecht. Niets herinnert ons aan de prachtig geproportioneerde coupés die deze naamgenoot voorgingen.
Dit is geen betere iteratie van het recept. Op de naam na is er geheel geen link met de bloedlijn te vinden. Zelfs niet als het Honda-team ze samen op de foto zet. De Prelude verdient beter.