Saipa Tiba ontdaan van kont
Zo nu en dan schijnen we een lichtje op delen van de auto-industrie waar bij ons in Europa nauwelijks ruchtbaarheid aan wordt gegeven. Vandaag is het Iraanse Saipa aan de beurt. In 2008 onthulde staatsbedrijf z'n Tiba, een auto die zo nu en dan als Miniator door het leven ging. De Tiba was een doorontwikkeling van de Saba, een auto die z'n technische basis deelde met de Kia Pride, een door de Koreanen gerebadgete versie van de Mazda 121 die in 1986 het levenslicht zag.
Mogelijke kinderziektes zullen er na zo'n 27 jaar wel uitgefilterd zijn. De Tiba werd gepresenteerd als vierdeurs sedannetje, vijf jaar later acht het Iraanse bedrijf de tijd rijp om z'n auto te ontdoen van z'n laadbak. Net als in de sedan zal een 1,5-liter benzinemotor z'n 82 pk'tjes naar de voorwielen sturen. In combinatie met een handgeschakelde vijfbak moet de Tiba, die nog geen 1.000 kilo in de schaal legt, gemiddeld zo'n 7,2l/100 km verbruiken. Op de snelweg moet die waarde teruggeschroefd kunnen worden naar 5,6 l/100 km. Wie verwacht dat het er aan boord van de Tiba Spartaans aan toegaat kunnen we verrassen. De Iraanse bolide beschikt standaard over elektrische ramen, centrale deurvergrendeling, een audiosysteem met cd-speler, airco, abs, dubbele airbags, lichtmetalen wielen en mistlampen. Op korte termijn gaat de hatchback in productie, z'n prijskaartje wordt geschat op 'minder dan 8.000 euro'.
Saipa heeft zich de laatste decennia vooral beziggehouden met het onder licentie bouwen van Franse auto's. Zo zijn onder andere de Citroën Dyane, Xantia, C4 en C5 in Iran van de band gerold. Ook een eigen versie van de Dacia Logan staat er momenteel in de prijslijst. Tot 1994 heeft het merk zelfs nog de Renault 5 geproduceerd, hierna nam de grootste autobouwer van Iran, Khodro, de productie van het Franse kleintje voor z'n rekening.