Saab 900

Al vanaf 1968 bouwde Saab de 99, maar ondanks zijn schokabsorberende bumpers en koplampwissers leverde het toch nog problemen op om die auto door de strenge Amerikaanse veiligheidseisen te krijgen. Saab, voor wie ook in Amerika de veiligheid de sterkste troef was, kon niet achterblijven en kwam daarom snel met een antwoord. Dat werd de 900, die in 1978 zijn opwachting maakte. In feite puur een doorontwikkeling van de 99, maar ook eentje die groter was geworden. Hij was direct leverbaar als drie en vijfdeurs met de enorme naar boven te openen kofferklep. In 1980 volgt een sedan. Een tweeliter viercilinder met 100 pk was de basismotor, maar Saab had al furore gemaakt met turbo’s, dus kon ook de 900 niet achterblijven. In 1981 wordt de 900 Turbo APC geïntroduceerd. De zestienklepsmotor met 175 pk van die auto speelde in op de verschillende benzines die verkocht werden: de motor paste zichzelf aan aan het octaangehalte van de benzine die er in de tank zat. De Turbo werd al snel razend populair, ondanks zijn royale turbogat. In 1983 was een op de drie verkochte 900's een Turbo.

In 1986 wordt een prachtig gelijnde cabriolet met plaats voor vier onthuld en in 1987 worden front en achterzijde van de hele reeks gemoderniseerd. De grille met chromen omlijsting springt daarbij het meest in het oog. Weer een jaar later wordt de reeks uitgebreid met de 900 S, die was uitgerust met een lagedruk turbo. Eentje dus die vooral onderin zijn kracht afleverde en waarbij het turbogat veel minder aanwezig was. Deze leverde 141 pk. De 160 pk sterke 900 Turbo 16 S (vanaf 1989) is de meest gewilde variant. Deze was alleen leverbaar als driedeurs en als cabriolet en kwam altijd met een aerodynamische bodykit die bestond uit de nodige spoilers en driespaaks lichtmetalen wielen. De allerlaatste geproduceerde versies daarvan (uit 1993) komen met 170 of 180 pk. Daarna wordt de 900 opgevolgd door de 900 II: de eerste Saab die samen met General Motors werd ontwikkeld.