Weblog - Dag meerkoet
Sorry dat ik voor dieren rem
Op zijn dooie gemakje waggelt de meerkoet de bundel van mijn koplampen binnen. Zich van geen gevaar bewust zet hij zijn zwemvliezen parmantig flap-flap-flap een voor een voor zich, op weg naar de overkant van die zwarte vlakte die de mensen in Katwijk Westerbaan noemen. En waarom ook niet? Dit is een 30 km-weg, met doorgetrokken streep, dus wat kan een meerkoet in de kracht van zijn leven nou overkomen?
Ik laat mijn gas los en rem af. Daar heb ik nog ruimte genoeg voor, maar toch kruipt het hart mij in de keel, want een treintje van drie tegenliggers ligt op ramkoers met het diertje, dat inmiddels de doorgetrokken streep voorbij is. De vogel baadt in het licht van de koplampen, toch remt de voorste auto niet eens. De bestuurder moet óf stekeblind zijn, óf druk met zijn smartphone, óf van het soort ‘ach, het is maar een dier’. Goddank rijdt hij precies midden over het beestje heen, zodat de banden het niet raken, maar in mijn spiegel zie ik het vogeltje wankelen en met half gespreide vleugels opzij rollen, hop in het spoor van auto twee die hem spletsj doodrijdt. Auto drie maakt het werk en de vogel af.
Met omkerende maag wend ik mijn blik af van het drama in mijn spiegel en geef ik weer gas. Dan pas merk ik dat er een donkere cross-over achter mij is komen rijden. Zenuwachtig masturbeert de bestuurder zijn grootlichthendel en speelt hij gabberhouse op zijn claxon. Ik ben inmiddels weer op gang, maar toch maakt de cross-over een paar driftige schijninhaalbewegingen. In de rouw om wat ik zojuist heb gezien, ben ik nog minder dan anders in de stemming voor dit soort tokkiespelletjes, dus negeer ik het. Dan schiet hij de doorgetrokken streep helemaal over om mij echt in te halen. Zodra hij naast me rijdt, opnieuw toeterend, kijk ik opzij. Een driftige kop blikt terug, vanachter een gebalde vuist waar alleen de middelvinger bovenuit steekt. Hij blaft me iets toe, maar ik kan niet liplezen, dus mis ik de boodschap.
In zijn opgefoktheid ziet mijnheer Met de Hoed in de Hand de opdoemende vluchtheuvel, die de volgende rotonde aankondigt, te laat. Met een nieuwe ruk aan zijn stuur gaat hij terug naar rechts, waarbij alleen mijn remmen voorkomt dat we schadeformulieren moeten invullen. Na de remmentest waarvan je wist dat die komen zou, neemt mijn nieuwverworven vriend de rotonde driekwart om de wijk Zanderij in te rijden, waar hij waarschijnlijk zijn miserabele leventje slijt.
Even overweeg ik hem achterna te gaan en hem tot thuis te volgen. Ik zou wel eens willen weten waarom hij zo woedend werd op de enige gek die voor een overstekend dier afremt. Ik besluit het niet te doen, bang dat er dingen gaan gebeuren die voor gedoe achteraf zorgen.
En de meerkoet? Die kan het niet navertellen.

Frank Jacobs
Autojournalist
Studeerde Frans en automobiel management, maar wilde eigenlijk altijd schrijven, niet noodzakelijkerwijs over auto's. Werd entertainer op diverse Franse campings, toetsenist bij een hardrockband, product manager tuinbouwmachines in Duitsland, bestelwagenverkoper, bedrijfsadviseur en in 2000 eindelijk journalist. Leerde het vak in de praktijk bij vakblad Automotive en stapte in 2005 over naar AutoWeek. Sluit zich in zijn vrije tijd graag op in zijn eigen muziekstudio, verzamelt instrumenten, verslindt boeken, fotografeert en heeft een fascinatie voor geschiedenis, met name de 19e eeuw. Is gek op dieren, vooral katten, de zee en woeste, onherbergzame landschappen. In de garage staat een Mazda MX-5 tweede generatie.