Volkswagen Golf Variant

Wanneer mag je iets een nieuwe auto noemen en wanneer is iets gewoon een facelift? Nog nooit is daar zoveel over geruzied als tijdens de introductie van de Golf VI. Alleen al het uiterlijk en de grootte van de auto gaven tegenstanders voldoende ammunitie om Volkswagen te betichten dat het merk een ordinaire facelift wist te verkopen als de introductie van een compleet nieuw model. Dat de auto niet vanaf scratch ontwikkeld was, was duidelijk. Maar deze mensen gingen er wel aan voorbij dat de auto duidelijk anders – dat wil zeggen veel beter – reed dat de Golf V. En het zette de nieuwste Golf weer bovenaan zijn segment.

Net even anders
Om het gemakkelijk te maken ligt het bij deze Variant weer net even anders. Bij het instappen valt ineens op dat de armsteun in de deur waar de bediening van de elektrische ramen zit, niet zoals bij de Golf VI verhoogd is Tiguan-stijl. De steun is gewoon die uit de Golf V. Hoe zit dat? "We hebben veel onderdelen overgenomen uit de Golf VI, maar niet alles", verklaart een productmanager van VW, die daarmee de Variant overduidelijk in de categorie facelift zet. Misschien een ingrijpende, maar toch. "Aan de binnenkant is dit het enige verschil met de Golf VI." Dat zet de deur open voor de logische vervolg vraag hoe het dan met de rest van de auto zit. De man is nu wat meer op zijn hoede. Dat de neus helemaal nieuw is hadden we wel gezien. Maar de achterkant? "We hebben deze tijdens het ontwikkelen ook ontworpen in de stijl van de Golf VI, maar gewoon het oude design houden bleek kostentechnisch veel aantrekkelijker. De doelgroep van deze auto vindt het kostenplaatje volgens ons belangrijker dan een nieuwe achterklep. En daarmee geeft het merk al aan waar op het vooral op mikt: de zakelijke gebruik, bijvoorbeeld in het MKB. Waar bijvoorbeeld een Focus Wagon veel als gezinswagen wordt ingezet, mikt VW daar met deze Variant dus niet op. Uiteraard zullen ze het families niet verbieden, maar de station moet veel meer een no-nonsense auto zijn dan de hatchback. Dat past natuurlijk wel goed in het plaatje dat VW ons zo graag voorschotel: de Golf voor iedereen is. Van de sjonnie bij de McDonalds met zijn GTI, tot de bejaarde met zijn ongeblazen 1.4-tje. En nu dus ook de werknemer van het lokale loodgieters-bedrijf die de auto in het weekend van zijn baas mee naar huis mag nemen.

Verschil
Dit alles laat onverlet dat de Variant her en der net even minder verfijnd aanvoelt dat de 'echte' Golf VI. Het verschil met de vorige generatie is daarentegen weer erg groot. Het dieselgamma is compleet op de schop. Alle oude pompverstuivers zijn eruit de commonrails er in. Zowel de 1.6 TDI als de 2.0 TDI kennen we inmiddels natuurlijk uit andere modellen. Erg prettige blokken waarbij vooral het brede toerenbereik indruk maakt. Doortrekken tot 5.000 tpm zonder al te veel krachtverlies blijft opvallend. De power van de 2.0 is lekker, maar wie iets meer met zijn verstand redeneert, heeft de aan de 1.6 TDI genoeg. Niet alleen heeft de motor lekker veel trekkracht, maar hij lijkt zelfs nog stiller dan zijn sterkere broer. Bovendien weten we uit praktijk dat je met dit blok zonder al te veel moeite ook in praktijk erg zuinig rijdt. Als wagenparkbeheerders dan ook de Bluemotion-versie als uitgangspunt nemen bij het opbouwen van hun vloot, maakt ze vrienden bij het personeel, want voor deze auto hoeft slechts 20 procent bijtelling te worden betaald. Dat geldt overigens ook voor de 1.4 TSI met 122 pk als je er DSG bij bestelt. De handbak haalt het net niet, en in tegenstelling tot de hatchback valt de 160 pk-versie ook net buiten de norm.
De auto rijdt verder zoals je van een Golf verwacht. Je zit erg diep, het sturen gaat relatief vlezig (veel meer dan in de nieuwe Polo bijvoorbeeld) en ietwat indirect. Ondertussen ligt de auto wel als een blok op de weg en vooral het uitblijven van onderstuur, ook op vochtig wegdek, is toch indrukwekkend. Zeker bij de 2.0 TDI kan je uiteraard wielspin opwekken naar keus, maar dat heeft meer te maken met het dikke koppel dan met eventuele gebreken aan de voortrein. Je voelt wel dat er een lange kont achter je hangt. Zeker in korte bochten verdwijnt die massa achterin natuurlijk niet in het niets. Storend is het echter nooit. Bovendien krijgt je er een klap ruimte voor terug. Met de banken omhoog heb je al iets meer dan 500 liter, klap je de boel om dan heb je 1.495 liter.

Uitrusting
Qua uitrusting zet VW de station ook duidelijk minder hoog in de markt dan de hatckback. Parkassist en een achteruitrijdcamera staan nog op de optielijst, maar het adaptieve onderstel waar de 'echte' Golf VI nu mee verkrijgbaar is bijvoorbeeld verdwenen. De standaard uitrusting is wel dit in orde, zelfs de goedkoopste versie heeft ESP, zes airbags en (halfautomatische) klimaatcontrole. Volkswagen moet natuurlijk wel ergens zijn reputatie hoog houden, dus je krijgt enkel radio-voorbereiding en geen radio/cd-speler. Enkel op de Highline-uitvoeringen is dit standaard. Nog deze maand staat de Golf Variant bij de dealers.