Test: Volkswagen Golf R32 (2005)

Met de R32 heeft Volkswagen straks drie snelle Golfs in het programma, waarvan dit het echte hoogtepunt is. Het begint met de GT met z'n machtige twincharger-techniek, dan heb je het icoon: de GTI en de R32 staat aan de top voor de man/vrouw die niet vies is van uiterlijk vertoon. En hij kan het trouwens heel behoorlijk waarmaken.

Maar over de snelheidsbeleving straks meer – laten we 'm eerst eens goed bekijken. Deze R32 is meer verschillend van een standaard Golf dan de vorige dat was. Zo'n aluminium(-look...) grille met dubbele lamellen is echt níet wat je op een huis-, tuin- en keuken-Golf vindt. Ook de GTI heeft wel zo'n zwart 'ingekleurde' grille, maar dat geeft toch een heel ander beeld dan dit lichtgekleurde spul. Natuurlijk vinden we er voor de zekerheid nog een R32-logo, voor de twijfelaars...

De zijkant wordt opgesierd met skirts waardoor de auto optisch al een stuk lager is, maar het onderstel van de R32 is sowieso 20 mm verlaagd. De 18-inchvelgen met heel veel dubbele spaken sluiten qua design weer leuk aan op de grille. Aan de achterkant valt de bumper op die een soort diffusor aan de onderkant lijkt te hebben. De twee uitlaatpijpen zitten deze keer bij het midden in plaats van op de uiterste hoeken. Jammer, want zo oogt de R32 juist weer wat smaller.

Oude motoRRR

Vanbinnen zul je ook weten dat je in de dikste Golf zit. Sportstoelen houden je goed op de plek, maar liever bestel je je R32 met Recaro-kuipstoelen. In de auto's die wij hebben gereden, zaten die stoelen en ze zien er niet alleen geweldig uit, het zit ook super. Her en der is de binnenboel afgewerkt met een soort gepolijst aluminium dat we in principe heel netjes en passend vinden, maar dat ook de asbak ermee is uitgevoerd, is net een beetje over de top. Het stuur is hetzelfde als in de GTI, alleen nu voorzien van een R32-logootje. Leuk is ook dat de naalden van de snelheidsmeter en de toerenteller blauwe uiteinden hebben.

Onder de kap vinden we weinig nieuws: de motor van de oude R32 is gewoon ook in deze gelepeld. Het is de 3,2-liter V6 met 250 pk die we ook in de Phaeton en Touareg terugvinden. In de Passat komt straks óók een 3.2 V6, maar dat is een moderne motor met FSI-inspuiting. Dat er een V6 in een Golf past, is te danken aan de compacte bouwwijze van het blok. De twee cilinderrijen staan namelijk onder een hoek van maar 15 graden terwijl 'andere' V6-en vaak een grotere blokhoek hebben van 60 of 90 graden. Dit neigt dus tegen een lijnmotor aan. De R32 heeft standaard een fijne zesbak, maar als optie kun je DSG bestellen, de supersnel schakelende halfautomaat. De 250 pk en 320 Nm komen via het 4Motion vierwielaandrijfsysteem op het asfalt terecht. De elektronica en de Haldex-koppeling verdelen de krachten over de assen met de meeste grip. Een R32 met spinnende wielen zul je dus nooit tegenkomen.

200 kg zwaardeRRR

En dan nu: rijden. De twee uitlaten trakteren buitenstaanders en inzittenden op een zorgvuldig gecomponeerd geluid dat zich best kan meten met de grote jongens uit bijvoorbeeld Stuttgart-Zuffenhausen... Maar als je een compacte auto zoekt die écht snel is, dan ben je beter af met een GTI dan met de R32. Want de R32 is absoluut de snelste op het rechte stuk, maar als het op bochten aankomt dan is de GTI echt de baas. De R32 voelt veel zwaarder aan en dat is hij ook: het scheelt met een GTI gewoon 200 kg.

Geef plankgas op de Autobahn en de R32 gaat doelbewust op z'n doel af: 250 op de klok. Ergens na de 180 km/h verdwijnt de duw uit je rug, maar dan gaat het nog steeds gestaag door. En zo'n hardwerkende zespitter is een lust voor het oor. De R32 geeft de bestuurder ook op deze hoge snelheden een vertrouwd gevoel. Van vaagheid of zweverigheid is geen sprake en als je afzakt naar 160 lijkt dat zelfs langzaam...

Op de bochtige en heuvelachtige binnenwegen onder Wolfsburg ontpopt de opper-Golf zich als een lekkere Gran Turismo. Met de vierwielaandrijving lijk je eindeloos grip te hebben in de bochten, de auto geeft geen krimp en blijft keurig op koers. De remmen van de R32 doen hun werk ook goed – dat mag ook wel met een diameter van bijna 35 cm. En als we mogen kiezen tussen de hightech DSG-bak of de 'lowtech' handbak, doe ons dan die fijne zesbak maar. Natuurlijk, met DSG is hij een fractie sneller als je het onderste uit de kan haalt, maar als je hem als automaat gebruikt, dan wil hij per se hoge versnellingen kiezen.

Een eerste indruk is natuurlijk maar een eerste indruk, maar de R32 is absoluut een machtige auto. Hij brult het uit met z'n V6 en z'n gespierde verschijning is zonder meer indrukwekkend.