Renault Laguna 2.2 dCi
- Arno Böckling
- Eerste rijtest
Het begint eentonig te worden, maar we hebben weer eens met een diesel gereden die de gedachte oproept: 'Waarom zou je nog een auto met benzinemotor rijden'. Deze keer was het de Renault Laguna 2.2 dCi. Hij reageert spontaan op het gas en trekt lekker in de versnellingen door. Dat voel je en dat klopt met de cijfers, die zeggen dat hij als hatchback in 9,8 seconden van nul naar honderd kan optrekken; en als Grand Tour ofwel stationwagon, in tien tellen rond. Hij is ook aardig stil. Veel dieselgeluiden dringen er niet tot het interieur door. En als je wel wat gerucht hoort – wanneer de 2.2 liter krachtbron alles uit de kast moet halen – klinkt dat pittig; bijna sportief. Op de snelweg voelt de 2.2 dCi zich als een vis in het water. Aan trekkracht lijkt de viercilinder met 110 kW/150 pk vermogen en 320 newtonmeter koppel nooit gebrek te hebben. Ga gerust naar de zesde versnelling – de wagen krijgt standaard een zesbak mee – en je hoort bij de 130 km, die je op de Franse autoroutes mag rijden, eigenlijk niet veel anders dan windgeruis. Wil je versnellen? Geen punt; je hoeft echt geen tandje terug. Gewoon gas geven en het tempo loopt op. Zelfs als de weg omhoog gaat. Klinkt onwaarschijnlijk, maar wordt begrijpelijk als je er bij stilstaat dat het maximum koppel al paraat is bij maar 1.750 toeren.
Topdiesel
De 2.2 dCi is de topdiesel in het Laguna-programma. Hij komt boven de 100 pk 1.9 dCi en de 120 pk 1.9 dCi met variabele turbo. Natuurlijk is ook de ruimst bemeten zelfontbrander voor de Laguna een direct ingespoten turbodiesel met common rail. Helemaal nieuw is hij niet; het 2188 cc motorblok werd in september 2000 al gemonteerd in de Renault Espace. Maar toen had het nog een 'ouderwetse' rotatiepomp, en kwam er niet meer uit dan 83 kW/113 pk vermogen en 250 newtonmeter koppel. Hoe haalt Renault nu meer power uit hetzelfde blok? Met die moderne common rail-inspuiting natuurlijk. Maar er is meer. De inlaatkleppen hebben elk een aparte leiding. Met een schuif kan de stroming van het mengsel van brandstof en lucht per cilinder zo worden aangepast, dat er een betere verbranding bij lage toerentallen ontstaat. En dan blaast de variabele turbo z'n partijtje mee. Bij lage toerentallen komt hij al snel op gang; bij hogere toerentallen levert hij een stevige bijdrage aan de luchttoevoer en daarmee aan het motorvermogen. Door het aanpassingsvermogen van de turbocompressor komt hij niet plotseling in. Je hebt dus geen turbo-gat, waarin niets 'gebeurt' en ook geen duw in de rug als het toerental oploopt. De turbo doet z'n werk wel, maar geleidelijk en daardoor zonder dat het opvalt. Geleidelijk verloopt ook de verbranding, doordat voor de injectie die er werkelijk toe doet al een klein beetje brandstof in de cilinders gespoten wordt. Hinderlijke trillingen worden tegengegaan met twee balansassen. Een dubbel vliegwiel helpt ook mee aan een regelmatige loop van de motor. En de kabelbediening van de versnellingsbak voorkomt dat trillingen worden overgedragen. Er is dus veel aan gedaan om de diesel goede manieren bij te brengen. Èn om hem schoon te maken. Als de auto met lage toeren voort moet sukkelen, krijgen de verbrande gassen frisse lucht toegevoegd om de vorming van schadelijke stoffen tegen te gaan. Een voorkatalysator reinigt de uitlaatgassen bij een koude motor.
De Laguna 2.2 dCi hatchback en Grand Tour zijn vanaf heden in ons land leverbaar. Op het prijskaartje van de eenvoudigste versie – de hatchback Expression – staat een bedrag van 29.400 Euro.