Mercedes-Benz C 180 Combi Elegance (1996)

Mercedes-Benz heeft expansiedrang. Dat hebben we al lang gemerkt aan nieuwe modellen als de SLK - de roadster met het "slimme" dak, de V-klasse ruimtewagen en de A-klasse - de stadsaut0 - die in 1998 wordt ge‹ntroduceerd. De Duitse fabrikant hoopt de totale produktie binnen een paar jaar van 600.000 auto"s met 85 % te hebben verhoogd tot 1,1 miljoen.
De uitbreiding van de C-klasse met een stationwagen moet aan die groei natuurlijk ook een bijdrage leveren. "t Is even wennen voor de Nederlandse Mercedes-cli‰ntŠle: Touring heet in ons land voortaan Combi.
Vanaf het begin van de ontwikkeling van de C-klasse, die in 1993/4 de 190 opvolgde, is er rekening gehouden met een stationwagen. Mercedes had van de W 124 (de voorloper van de huidige E-klasse) al een T-model, maar sinds de aflossing van de inmiddels volwassen geworden baby-Benz zou zo"n ruimteversie evenmin mogen ontbreken.
Vier jaar geleden kwam er opeens schot in de verkoop van stationwagens: een verdubbeling ten opzichte van de ruim 3300 exemplaren van het jaar ervoor. Maar de stationwagen-verkopen in het segment van de C-klasse stegen veel spectaculairder: die verviervoudigden van 513 in 1991 tot bijna 2000 exemplaren in 1993. Inmiddels komt de prognose voor dit jaar uit op 6300 exemplaren. Toch zal de C-Combi het niet makkelijk krijgen, want de prijsklasse boven 55.000 gulden staat onder druk.
Mercedes heeft echter een sterke troef in handen: ze weten daar in Duitsland wel hoe ze zo"n auto moeten bouwen.
Dat blijkt ook weer uit de Combi die in deze test te gast is. Door de afmetingen van de C-klasse kon de bagageruimte niet de geweldige lay-out krijgen van de E-klasse. Dat betekent dat zijn reservewiel niet tegen de zijwand zit "geplakt" en dat er geen opbergruimte onder de vloer beschikbaar is: op die plaats zit bij de C-Combi het reservewiel.
Maar het zou Mercedes" eer te na zijn als ook de afwerking en de uitrusting van zijn kleinste stationwagen niet op hoog niveau zouden staan. Dat betekent dat de Combi standaard is voorzien van dakrails, een asymmetrisch neerklapbare achterbankleuning, een derde hoofdsteun en 3-puntsgordel achter en verlichting van de bagageruimte.

Alle kanten op

Bovendien is de laadruimte goed uitgekiend. Wanneer je de bagage aan het oog wil onttrekken, heb je onder het standaard meegeleverde afdekzeil altijd nog een volume van 465 liter beschikbaar, genoeg voor de drie grootste AutoWeek-koffers en een weekendtas. Bovendien zijn er tal van ogen gemonteerd, zodat elk stuk bagage veilig kan worden vastgelegd. Wie tot het dak laadt, heeft 665 liter ter beschikking en met de rugleuningen van de achterbank naar voren geklapt wordt het volume vergroot tot maximaal 1510 liter. Voor het verkrijgen van een geheel vlakke laadvloer kunnen de zittingen van de achterbank zelfs compleet worden verwijderd. De laadlengte van 1,70 meter kan door het vlak achterover leggen van de rugleuning van de passagiersstoel nog voor de helft van de wagenbreedte worden verlengd tot 2,60 m. U ziet, je kunt dus met je spullen in deze stationwagen alle kanten op.
De rijkwaliteiten van de C-klasse zijn al uitgebreid bezongen en ook deze 180 vormt daarop geen uitzondering. De bekrachtigde besturing geeft genoeg gevoel, op de bediening van de koppeling, versnellingsbak en remmen (met standaard ABS) is niets aan te merken en de wegligging heeft een veiligheidsmarge waar je "U" tegen zegt.
De motor levert met zijn 122 pk gemiddelde prestaties, al moet hierbij toch een kanttekening worden geplaatst. Voor een auto van 1310 kg, die veelal gebruikt zal worden voor het vervoer van meer dan twee mensen, is het motorvermogen niet bepaald overbemeten. Zeker wanneer de laadruimte regelmatig wordt benut, zal menige C-klasserijder (m/v) iets extra"s onder het gaspedaal willen hebben. Maar dan kom je voor 14 pk meer en een 20 Nm hoger koppel terecht bij de C 200, die meteen zo"n dikke tienduizend gulden duurder is dan de C 180 Combi, waarvoor in de Classic-uitvoering het niet onaanzienlijke bedrag van f 66.900 op tafel moet worden gelegd. Met een sterke concurrentie van de andere Duitse prestigemerken is dat natuurlijk niet de enige optie.