Hyundai Coupé

Hoewel de klasse van de coupé's de laatste jaren daalde van 6000 naar 4000 auto's, heeft Hyundai zich met de Coupé goed staande weten te houden. Vanaf de introductie van de huidige Coupé in 1996 zijn er tot en met 2000 jaarlijks rond 600 exemplaren verkocht.

De nieuwe Coupé krijgt nu de taak om die stabiele lijn voort te zetten en klanten uit andere merken naar Hyundai te lokken. De Zuid-Koreanen hebben hun jongste sportwagen gebouwd op de (verkorte) bodemplaat van nieuwe Elantra. De wielbasis van de nieuwe Coupé groeide daardoor 5,5 centimeter, terwijl lengte, breedte en hoogte respectievelijk 5, 3 en 2,7 cm toenamen. Zijn moderne carrosserie draagt nog eens een extra steentje bij aan een serieus uiterlijk. Aan de voorkant valt hij op door de grote, hoekige koplampen en de zijkant heeft wel iets weg van een Ferrari 456. En dat komt heus niet alleen door de luchtinlaten achter de voorwielen...
Leuk detail vormt de tankdop met zijn zeven boutjes. Dikke, uitlaten links en rechts geven de achterkant van de Coupé onmiddellijk een sportief aanzien.

Twee motoren
Belangrijk is dat Hyundai voor de Coupé nu een tweede motorvariant paraat heeft: de aluminium 2,7-liter V6 Delta-motor die we kennen uit de Santa Fe, de Sonata en de Trajet. Hij levert in de Coupé 167 pk bij 6000 tpm en heeft een maximum koppel van 245 Nm bij 4000 tpm.
Die motor is naar keuze leverbaar met een zesversnellingsbak of met Shiftronix, een elektronisch geregelde viertrapsautomaat met sequentiële schakeling. Shiftronix is voorzien van een systeem dat reageert op rijstijl en rij-omstandigheden. Opmerkelijk is dat er is geen prijsverschil is tussen beide transmissies.
Onveranderd blijft de beschikbaarheid van de 138 pk sterke 2-liter viercilinder uit de huidige Coupé, die alleen met vijfbak wordt geleverd.
Duitse ingenieurs van Hyundai's Research en Development Center in Frankfurt hebben zich over de afstelling van het onderstel gebogen. De Europese Coupé's hebben dan ook stuggere veren en dikkere stabilisatorstangen dan andere versies. De gasgevulde Sachs-schokdempers passen zich aan op lagere of hogere snelheden.
De Coupé wordt tot stoppen gedwongen door vier schijfremmen, waarvan de voorste geventileerd zijn. ABS met EBD (elektronische remkrachtverdeling) is standaard op alle uitvoeringen.

Apart
Het interieur van de nieuwe Coupé is strak en heeft wat sportieve accenten in de vorm van aluminiumkleurige randen om de instrumenten, rond de versnellingspook en op de middenconsole. De pedalen en de voetsteun zijn van metaal. Wat natuurlijk wel past bij zo'n coupé is de plaatsing van drie metertjes in de middenconsole, zoals bij de FX-uitvoeringen. Eén is er voor het benzineverbruik en één voor het voltage. Bijzonder is de derde meter die aangeeft hoeveel koppel er beschikbaar is. Overigens is alleen de 2.0 als F en FX leverbaar, terwijl de 2.7 altijd als FX wordt uitgevoerd. De 2.0 F heeft cruise control, een boordcomputer, elektrisch bedienbare ramen en buitenspiegels, front airbags, ABS en EBD, mistlampen vóór en 16 inch lichtmetalen wielen. De extra uitrusting van de FX houdt in: airco, automatisch dimmende binnenspiegel, verwarmbare buitenspiegels, afstandsbediening voor de centrale portiervergrendeling, leren stuur en versnellingspookknop.
De V6 heeft als extra-uitrusting ook nog zij-airbags, climate control, 17 inch velgen en traction control.
Van fabriekswege is de Coupé uitgerust met beige bekleding, terwijl leer als optie leverbaar is.

Rijden
Hyundai weet natuurlijk best dat zijn 2-liter viercilinder niet bepaald uitblinkt door sportiviteit. Tijdens onze testritten door Zuid-Frankrijk vonden we toch dat er met die motor voor normaal gebruik echt niets mis is. Hij loopt gewoon lekker en als je niet voortdurend haast hebt met de Coupé, dan voldoet 'ie prima. Het geluid is in de nieuwe Coupé meer gedempt dan we ons van de huidige konden herinneren, maar dat zal de geluidsmeter moeten uitwijzen.
Ook in de V6 is het geluid nogal gedempt. Hij mag wat ons betreft best een wat potenter geluidje produceren. Die zescilinder past met zijn flinke koppel wél heel goed bij zo'n sportieve coupé. Jammer dat er een behoorlijke reactie voelbaar is als je op het gaspedaal trapt. Zodra je accelereert, vanuit welk toerental ook, schudt de motor. We denken dat de motorsteunen wel wat steviger kunnen worden uitgevoerd. De reden om dat niet te doen, is dat er dan vaak weer motorvibraties voelbaar worden.
De wegligging van de nieuwe Coupé valt helemaal niet tegen. Het onderstel is niet heel erg stug afgesteld, maar ook niet té comfortabel. Dat betekent dat hij in korte bochten - zoals op een rotonde - lang neutraal blijft. In snel gereden bochten laat hij zien dat hij onderstuurd is. Tijdens onze testrit werden we op de Autoroute belaagd door een mede-weggebruiker. Tijdens de snelle uitwijkactie voelden we de Coupé héél even over vier wielen wegschuiven, maar hij was rap weer in het rechte spoor. De besturing is nauwkeurig en direct; de remmen werken zoals je mag verwachten. Het schakelen met de 6-bak gaat over wat langere wegen dan met de vijfbak en heeft een wat stevigere hand nodig, al is er van hakerigheid geen sprake.
Voor beide versies van de nieuwe Coupé is iets te zeggen. De eerste is minder sportief, maar prettiger geprijsd. De tweede heeft een sterkere motor, maar kost ook meteen weer bijna 13.000 gulden meer. We denken daarom dat de verdeling bij de verkopen tussen de 2- en 2,7-literversies wel eens hoger zou kunnen liggen dan de 60/40% die Hyundai verwacht. De Coupé staat in januari in de showroom.