Chevrolet Aveo

Met een beetje slechte wil zou je hem een facelift van de Kalos kunnen noemen, maar daarmee doe je de Chevrolet Aveo in feite tekort. Het zal sowieso duidelijk zijn dat hij er compleet anders uitziet, maar ook de motoren, het interieur en zelfs de structuur van de auto zijn stevig beetgepakt. Dat is trouwens niét de reden dat Chevrolet hem een nieuwe naam meegeeft, want dat doen ze simpelweg omdat deze nieuwe generatie als een soort 'wereldauto' is ontwikkeld. In bijvoorbeeld Rusland en de Amerika's gaat ook het huidige model al onder die andere naam door het leven.

Dat klinkt handig, maar er zitten best haken en ogen aan. Om te beginnen gebruiken ze zo'n auto in Togliatti of São Paulo toch een tikje anders dan in Bodegraven. Om over het verschil in smaak nog maar te zwijgen. En er zijn ook praktische problemen te noteren. Zo krijgt de Aveo weliswaar een indrukwekkende nieuwe Chevrolet-neus met grote luchthappers mee, maar bij ons moet daar een joekel van een Europese kentekenplaat dwars overheen worden geschroefd.

Vooralsnog zal het Chevrolet waarschijnlijk worst zijn, want ze kunnen de Kalos/Aveo sowieso niet aanslepen. Afgelopen jaar hadden ze er in Europa 30.000 meer kunnen verkopen, maar de Koreaanse fabriek stond helaas al roodgloeiend. Dat verklaart meteen waarom ze de Aveo vanaf deze zomer in Polen gaan bouwen. In de voormalige FSO-fabriek.

Compromis

Bij de eerste kennismaking merk je meteen dat Chevrolet in de ontwikkeling van deze wereldauto compromissen heeft moeten sluiten. Een model voor ons deel van de wereld was zonder twijfel veel strakker en speelser geworden, ook vanbinnen. Het interieur ziet er nu best aardig uit, maar het is allemaal wat gladjes afgewerkt en oogt niet echt Europees. In datzelfde vakje mag je het ontbreken van een dieselmotor opbergen. Elders in de wereld lang niet zo belangrijk als bij ons. Tot de lancering van de vólgende Aveo-generatie moeten we het dus doen met twee benzinemotoren. Dat is extra jammer omdat een motor met wat extra trekkracht hier heel erg op zijn plaats was geweest. Ondanks zijn formaat van nog geen vier meter weegt de Aveo namelijk algauw rond de 1.100 kilo. En dat merk je.

Je zou verwachten dat er een keuze is uit een kleinere spaarmotor en een grotere, meer gespierde grotere krachtbron, maar gek genoeg kiest Chevrolet er twee die elkaar in prestaties niet zo gek veel ontlopen. De 1,2-liter levert ruim 84 pk en de 1,4-liter komt tot over de 100 pk. Natuurlijk sleurt die laatste de Aveo wel wat makkelijker op tempo, maar de stap omhoog vanaf de basismotor is gek genoeg niet echt groot. Zoals we tijdens de introductie in de Zuid-Franse heuvelen al gauw merkten, heeft vooral de kleine motor op een 'vals plat' en een fikse helling algauw last van een zuurstoftekort. Maar de grotere doet het niet veel beter. Waarom stoppen ze er niet gewoon een 1,6-liter in, denk je dan? Vanwege de Europese CO2-trend wellicht? Chevrolet belooft namelijk wel dat de motoren mede door een nieuwe 'wervelklep' in het inlaatsysteem lekker zuinig zijn. Maar met al dat gewicht en motoren waarmee je nogal moet trappen, moet dat in de praktijk nog even worden bewezen.

Comfort

Als sportiviteit hoog op je verlanglijst staat, is het dus een beter idee om ergens anders te gaan shoppen. Feitelijk zet Chevrolet met de Aveo een alternatief voor de nieuwe Opel Agila neer. Dié kent een veel dynamischer uiterlijk en rijgedrag, terwijl de Aveo juist gesoigneerd en ietwat behoudend oogt en ingetogen rijeigenschappen heeft. Door de positieve bril bekeken: als je geen haast hebt en vooral op comfort gesteld bent, is de Chevrolet in de betaalbare klasse een interessante keuze.

De Koreaanse Pool krijgt bijvoorbeeld een opvallend zacht geveerd onderstel mee. Ook aan die afstelling is namelijk gesleuteld. En met succes, want zelfs op de kronkelende Franse weggetjes bleek de Aveo heel goedmoedig te sturen. Sportief is anders, maar dat past – zoals we inmiddels hebben ontdekt – precies bij de doelgroep. Die geniet vooral van de heel aardige interieurruimte en heeft geen moeite met de grote en wat vlakke stoelen.

Achterin vind je een volwaardige zitbank met een prettig hoge rugleuning en voldoende zithoogte. Ook volwassen personen kunnen daar redelijk zitten, als ze hun stoel voorin tenminste niet te ver naar achteren schuiven. Onhandig detail: het harde plastic opklaptafeltje dat we rechts achterin aantroffen, zit in neergeklapte positie precies op kniehoogte. En vreet daar beenruimte.

Gezin

Alles bij elkaar opgeteld, komt de Aveo vooral als budget auto voor meer behoudende kopers in beeld. Wat ouder misschien. Gezinnen ook. Zelfs de bagageruimte is immers redelijk bruikbaar, al heeft die wel een erg hoge tilrand. Die hang naar veelzijdigheid is eigenlijk heel logisch als je weet welke rol hij in andere delen van de wereld moet spelen. Daar kunnen ze alleen maar drómen van een tweede auto en malen ze er niet om dat je op een berghelling al gauw naar de tweede versnelling terug moet. Op de koppig omhooglopende stukken van de Autoroute naar Marseille moet je met de 1.2 alle zeilen bijzetten om de snelheidsmeter op 100 te houden. Het is maar goed dat we in een vlak landje wonen.

Chevrolet probeert de aspirant kopers kennelijk wel te lokken met een aardige uitrusting. Want volgens een woordvoerder van de importeur is het de bedoeling dat luxe snufjes als airconditioning in vrijwel alle uitvoeringen standaard worden. En dat klinkt natuurlijk helemaal niet verkeerd voor een auto die naar schatting vanaf een bedrag van iets boven de 11 mille leverbaar wordt en in een luxere versie rond de E 12.000 zal uitkomen. De definitieve prijzen zijn nog niet bekend, omdat de auto pas half april beschikbaar is.