BMW 328i Coupé (1997)

De BMW 328i coupé is een van de vele carrosserievarianten van de 3-serie. Met subtiele wijzigingen ten opzichte van de sedan (langere neus, kortere en lagere kont) heeft hij een heel dynamische uitstraling gekregen.
Wie een BMW 3-serie coupé wil aanschaffen, kan uit een groot aantal krachtbronnen kiezen. Zes maar liefst. De zescilinder machine in de 328i meet 2793 cc, en knalt er 193 pk vermogen en 280 newtonmeter koppel uit. Om dat te bereiken heeft hij een verstelbare nokkenas voor de inlaatkleppen, die bij lage toeren een gunstige invloed heeft op het koppel en bij hoge toeren voor meer vermogen zorgt.
Net als bij alle BMW"s gaat het vermogen naar de achterwielen. Schakelen hoefde niet, want onze testauto was voorzien van een als extra leverbare automatische versnellingsbak. Heerlijk comfortabel. De 5-traps automaat schakelt zo soepel en vlot dat hij de berijder zeker niet naar een handbak doet verlangen. Met het hoge motorkoppel pakt hij soepeltjes uit lage toeren op.
Niet soepel, maar stevig is de afstemming van het onderstel. Zo stevig in ieder geval dat het comfort op slecht wegdek wat tegenvalt. De 328i coupé laat zich exact mennen. Zijn besturing werkt zeker niet te licht; eerder wat zwaar. Van aandrijfreacties in het stuur is geen sprake. Het motorvermogen gaat immers naar de achterwielen. Voor wielspin hoef je niet bang te zijn, want wielen die dreigen door te slaan worden in bedwang gehouden door de standaard op de 328i aanwezige Automatische Stabiliteits- en Tractiecontrole (ASC+T). Bovendien gaat bij een wagen met automatische versnellingsbak het motorvermogen toch al minder onversneden naar de aangedreven wielen dan bij een auto met handbak. ASC+T grijpt ook in als in een bocht wielen hun grip beginnen te verliezen. En omdat de 3-serie, hoewel hij achterwielaandrijving heeft, toch al vergaand neutraal is, kan de Beierse coupé akelig snel door de bocht. Onderstuur liet zich bij ons testexemplaar met automaat zelfs nauwelijks provoceren. Een "nadeel" van de automaat is wel dat je iets aan acceleratievermogen moet inleveren. Volgens de technische gegevens kan een handgeschakelde 328i coupé de sprint van nul naar honderd in 7,3 s afleggen, terwijl eenzelfde wagen met automatische transmissie er 7,8 seconden voor nodig zou hebben. "Onze" wagen bleef wat achter bij de fabrieksopgave. We klokten hem op een nog altijd verdienstelijke 8,6 s. Ook de tussensprint (80-120) gaat met gemak. In slechts zes seconden legde hij de inhaalproef af.

Geen gekruip

Het zitmeubilair van de BMW bevindt zich op normale hoogte, hier geen gebuk en gekruip, zoals bij sommige andere coupés, om in te stappen. Ook wie wat strammer van leden is, stapt makkelijk in en uit. En je kunt de stoelen, die het lichaam van opzij goed steunen, uitgebreid verstellen. Achterin vinden volwassenen een redelijk onderkomen. Door de aflopende daklijn houdt de hoofdruimte niet over, maar plaats voor de onderdanen is er genoeg. Ook bagageruimte mag er met 405 liter zijn. Bovendien kan de achterbankleuning nog in gelijke delen worden omgeklapt.
De 328i coupé heeft hetzelfde dashboard en instrumentenpaneel als andere modellen uit de 3-serie. Zoals we van BMW gewend zijn, vormen dashboard en middenconsole één geheel, dat als een soort cockpit op de bestuurder gericht is. Sportieve trekjes ontbreken. In de portieren van de 3-serie coupé vinden we flink ruime vakken die in twee segmenten zijn verdeeld. Voor het overige is er niet veel opbergruimte.
Voor zo"n 90 mille mag de 328i coupé wel wat uitrusting aan boord hebben. Nou inderdaad: twee airbags, een verstelbaar stuur, elektrisch bedienbare portierruiten, elektrisch verstelbare en verwarmde buitenspiegels, elektronische startblokkering, ABS en Automatische Stabiliteits- en Tractiecontrole. In de "Executive" uitvoering (bijna 93 mille) is de wagen verder onder meer uitgerust met cruise control en een buitentemperatuurmeter.
Wie sportiviteit gecombineerd wil zien met praktische bruikbaarheid, doet met de BMW 328i coupé een uitstekende keuze.