Abarth Competizione

Al in 2008 zet Fiats huistuner Abarth zijn tanden in de Fiat 500. De reïncarnatie van het klassieke vijfhonderdje is van meet af aan een groot succes, maar desondanks een auto waar je als man meestal liever niet in gezien wilt worden; te lief, te aaibaar en te schattig. Abarth smeert een flinke laag sambal op de roze glazuurkoek en dat werkt, vertelt topman Paolo Gagliardo ons: "In Italië was de afgelopen jaren maar liefst tachtig procent van de Abarth-kopers een man. Toegegeven, hier is dat verschil wel erg groot, maar in bijvoorbeeld Engeland is nog altijd de helft mannelijk. Overigens is het aantal vrouwelijke kopers in Italië inmiddels naar dertig procent gestegen." Gagliardo kan die toenemende belangstelling van vrouwen voor Abarth wel verklaren: "Wij maken Fiats gemeen, maar niet testosteron-gemeen. Daar houden vrouwen van." Dat willen we wel eens beleven en daarom kiezen we de gemeenste Abarth 595, zoals de getunede 500 heet, de Competizione.

Maar eerst even de aanleiding van onze hernieuwde aandacht voor de 595. In navolging van de Fiat 500 krijgt nu ook de Abarth 595 een facelift en die gelegenheid is aangegrepen om de motoren bij te punten. De instapper, die kortweg 595 heet, heeft voortaan 145 pk en de Turismo, die meer op luxe is gestoeld, biedt nu 165 pk. Onze Competizione is de sportiefste van het trio en perst maar liefst 180 pk uit het blok. Daartoe is hij uitgerust met de Garrett turbo uit de 695 Biposto en om al die kracht zonder al te veel verlies in de bochten op de weg te krijgen, kun je optioneel het mechanische sperdifferentieel uit diezelfde Biposto bijbestellen.

SMERIGE SNERP

Om maar op de zaken vooruit te lopen: doen! Onze Competizione is met dat sper uitgerust en het máákt de auto. Meteen als je hard rechtdoor wegspurt, voel je de aan-drijfkrachten al zenuwachtig aan het stuur trekken. Dat gaat met zoveel geweld, dat je de eerste bocht met angst en beven tegemoet ziet. Zelfs de harde, bijna smerig agressieve snerp uit de uitlaat kan je aandacht daar niet van afleiden. Zoals de auto nu aanvoelt, kan hij alleen maar rechtdoor de bocht uit vliegen. Maar dan stuur je in. Even komt die enorme bak onderstuur opzetten, maar meteen daarna grijpt het sperdifferentieel in en wordt de neus vlijmscherp op de lijn gezet die jij in gedachten hebt. Elke tussentijdse beweging van het stuur wordt keurig opgevolgd, waarbij het onderstel zich nooit in de war laat sturen. En natuurlijk extreme racestoelen.

Dankzij het lage gewicht helt de koets amper over en ook na de bocht herstelt hij zich razendsnel. Terugschakelen, gas erop en de Competizione spurt er weer vandoor. Die eigenschappen maken van deze Abarth een ontzettend leuke auto, maar dat neemt niet weg dat we ook een wel aantal minpunten vinden. Zo zitten de racestoelen weliswaar erg goed, maar kunnen ze bij lange na niet zo laag als je bij dit weggedrag zou wensen. Verder had de handgeschakelde vijfbak wat ons betreft wel wat meer precisie en gevoel mogen geven. Maar die zaken zijn niet genoeg om het plezier te bederven dat je hebt in het rappe, wendbare ding. Om het nog leuker te maken, zijn alle drie de versies van de 595 ook leverbaar als (semi-)cabriolet. De prijzen zijn op dit moment nog niet bekend, maar gezien de prijsstelling van de eerdere potente 500's durven we er vergif op in te nemen dat ook de vernieuwde Abarths 595 bepaald geen koopje zullen worden.

ABARTH

In 1949 viel het doek voor de Italiaanse sportwagenfabrikant Cisitalia. Eigenaar Piero Dusio nam de vlucht naar Argentinië en de directeur van de Cisitalia racestal, Carlo Abarth, bouwde op de puinhopen zijn eigen merk op. De nalatenschap van Cisitalia omvatte een vijftal auto's en een stapel onderdelen. Aangezien Cisitalia's waren opgebouwd uit Fiat-componenten, lag het voor de hand dat Abarth nauw verwant bleef met dat merk. Behalve met racen hield Abarth zich bezig met het leveren van sportieve onderdelen, zoals uitlaten, tuningsets en inlaatspruitstukken voor met name Fiat en Lancia.

PLUSSEN

In 1971 ging het merk over naar Fiat, waarvan het de racetak werd. Daarnaast werden de sportieve varianten van verschillende modellen voorzien van het Abarth-label. Denk aan de Autobianchi A112 en de Fiats Ritmo en Stilo Abarth. Tegenwoordig werken zo'n tachtig medewerkers in de Turijnse werkplaats aan de Fiat 500 en nu dus ook de 124 Spider. Met succes, vertelt Paolo Gagliardo: "In 2014 verkochten we zevenduizend auto's, afgelopen jaar waren dat er tienduizend. En de groei is er nog lang niet uit. In Italië plussen we dit jaar tot nu toe 25 procent en ook in onder meer Engeland, Duitsland en Nederland noteren we tweecijferige groeipercentages." In september volgt de extreme Abarth 124 Rally met 300 pk, maar, zo verzekert Gagliardo ons, die blijft voorbehouden aan de racerij. Oh ja, en die schorpioen in het logo: dat was het sterrenbeeld van Carlo Abarth.