Toen we nog uit konden kijken naar nieuwe Jaguars: XE prototype smaakte goed
Het zal er in 2025 zeker nog niet van komen dat we met een nieuwe Jaguar gaan rijden. Dan maar herinneringen ophalen aan vroeger! Deze maand tien jaar geleden maakten we de eerste kilometers met een prototype van de Jaguar XE. Ze wilden zo graag dat we zouden ervaren hoe goed de nieuwe compacte sportsedan zou rijden dat we al ver voor de marktintroductie aan een prototype mochten ruiken.
En dat begrepen we meteen. Het enthousiaste oordeel van Michiel Willebrands zal ze in Coventry in verrukking gebracht hebben: Dat Jaguar veel in zijn mars heeft, wisten we. Toch heeft het merk onze verwachtingen met de XE overtroffen. De auto maakt een zeer degelijke, uitgebalanceerde en solide indruk en kan zich qua rijeigenschappen moeiteloos meten met de gevestigde orde. We durven zelfs te stellen dat dit de best sturende auto in z'n klasse is. Het succes van de XE zal vallen of staan met de bereidheid van de consument om eens uit de vertrouwde 3-series, C-klasses en A4's te stappen.
Dat oordeel veranderde niet toen we enkele maanden later met een productieversie reden. En 18 juni zou het dan zo ver zijn dat de XE als kleinste van alle Jaguars in de showroom kwam. De eerste vergelijkende test maakten we nog diezelfde zomer. Jaguar zette vooral in op diesels en daarom nam een 180 pk sterke 2.0d het op tegen een BMW 420d Gran Coupe en een Mercedes C220 CDI. Het werd niet de zege waarop ze bij Jaguar misschien wel een beetje rekenden.
Toch konden ze bij het Engelse merk wel voortbouwen op de conclusie:
De Jaguar XE is een welkome aanwinst in dit segment. Wie rijplezier en een onderscheidend uiterlijk hoog op de prioriteitenlijst heeft staan, moet óf nog even wachten op de Alfa Romeo Giulia, óf de XE bestellen. Met een betere aandrijflijn zou de Jaguar deze test waarschijnlijk hebben gewonnen. Het is vooral het bokkige karakter van de motor onderin waardoor de Mercedes-Benz en de BMW hem inhalen, zij het met een minimaal verschil. De C-klasse doet dat dankzij zijn ruimteaanbod, comfort en prijsstelling iets overtuigender dan de Gran Coupé. Maar het zou ons niet verbazen als de rangorde bij een vergelijkende test met andere aandrijflijnen anders uitpakt.