Occasions uit het topsegment: dit kosten de toppers van toen

De prijsontwikkeling van zo’n auto ziet er wel iets anders uit, en daar kun jij je voordeel mee doen. Wat moet je nu neertellen voor de toplimo’s van pak ‘m beet vijftien tot twintig jaar geleden?

Als stelregel geldt dat auto’s een slechte investering zijn, en het topsegment doet flink zijn best om deze regel te bevestigen. Daarvoor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen. Een daarvan is de beperkte occasionmarkt. Niet alleen het formaat van zo’n limo, ook de bijbehorende vaste lasten en fikse onderhoudskosten schrikken veel tweedehandskopers af. Daarnaast veroudert een topmodel relatief snel. Bij introductie is-ie doorgaans voorzien van de meest actuele technieken, die zeker tegenwoordig al snel achterhaald zijn. Dat blieft de in dit segment doorgaans kritische koper niet, dus gaat die liever voor een nieuwe.  

Volkswagen Phaeton 

Ook imago speelt in dit segment een belangrijke rol. Dat werd ongewild bevestigd door Volkswagen, dat in 2002 met de Phaeton kwam. Dit prestigeproject, waarvoor zelfs een gloednieuwe fabriek gebouwd werd, ging de strijd aan met de Mercedes-Benz S-Klasse, de BMW 7-serie en de ‘eigen’ Audi A8. Tenminste op papier, want in de praktijk bleek er maar weinig interesse voor ‘een grotere Passat’. Dat heeft ook zijn weerslag op de tweedehandsprijzen. Via het occasionportaal op AutoWeek.nl kun je zelfs niet meer dan €10.000,- uitgeven aan een gebruikt exemplaar en de goedkoopste mag zelfs mee voor een luttele €2.500,-. Uw auteur wordt ongemakkelijk warm van deze Phaeton 3.2 V6 met blauw-leren bekleding. Snel door, voordat dit een heel duur artikel wordt. 

Lexus LS 

Nog een buitenbeentje is de Lexus LS. Anders dan Volkswagen blijft Lexus het wel proberen, vermoedelijk wegens voldoende wereldwijd succes om dit te rechtvaardigen. Het kwaliteitsimago van het merk lijkt zijn weerslag te hebben op de occasionmarkt, want op enkele uitzonderingen na (LS 430 uit 2001 voor €4.250,- en een LS 460 President uit 2007 voor €8.950,-) moet je riant meer dan 10 mille meenemen om Japans te rijden op topniveau. Dat geldt zelfs voor een LS 430 uit 2002, met ruim 300.000 kilometer op de teller. Een van de voordeligere exemplaren van een latere generatie moet nog steeds €23.700,- opbrengen. Daar krijg je wel een heel aantrekkelijke kilometerstand voor terug, want de betreffende Lexus LS 460 President uit 2007 heeft nog maar 77.636 kilometer gereden. 

BMW 7-serie 

We hoopten natuurlijk een koopje van Lexus te scoren, maar dat zit er niet in. Gelukkig is de BMW 7-serie ons graag van dienst, want al voor €4.460,- mag er een 740i High Executive mee. Het gaat om een exemplaar uit 2005, dat er ondanks zijn 341.623 kilometer ervaring erg goed uitziet, mede doordat het een faceliftmodel betreft. Het origineel uit 2001 is weliswaar karakteristieker, maar geeft meer van zijn leeftijd weg. Een lagere kilometerstand doet veel voor de prijs, want voor een auto uit hetzelfde bouwjaar kun je ook €16.449,- uitgeven. Met slechts 107.915 kilometer op de klok is deze 740i wel erg fris, maar toch bekruipt ons het gevoel dat er bij zo’n 740i iets mist. Of beter, dat er vier 'ietsen' missen. Gelukkig is er, voor net geen 20.000 euro, een 760Li. Inderdaad, met twaalfcilinder. 

Mercedes-Benz S-Klasse 

Zeg je toplimousine, dan zeg je Mercedes-Benz. Toch hoef je voor een nette S-Klasse niet de hoofdprijs te betalen, getuige deze S 500 Lang uit 2001. Ondanks 350.780 kilometer ervaring belooft de advertentie een nette auto, waaraan we op basis van de foto’s niet durven twijfelen. Iedereen heeft exemplaren gezien met roestige wielkastranden en defecte luchtvering, dus je weet dat het heel anders kan.  

Dat roestprobleem werd opgelost bij de nieuwe generatie, en er is goed nieuws: voor nog geen 1.000 euro extra mag die al mee. Goed, je levert wat vermogen in, maar deze Mercedes-Benz S 350 ziet er ook nog keurig uit. Alleen aan de teller zie je dat-ie al 324.155 kilometer heeft afgelegd. De prijs? €5.299,-. Met een hoger budget wordt er uiteraard veel meer mogelijk, zoals deze chique S 600 Lang uit 2007. Voor net geen 20 mille rijd je met een machtige V12. 

Audi A8 

Van een Audi A8 mag je veel verwachten, maar roest hoort daar niet bij. Dat komt doordat het merk hem al sinds 1994 (tot 2017) vrijwel volledig van aluminium maakte. De tweede generatie A8 kwam in 2002, en is misschien wel de meest iconische. Een mooi exemplaar uit 2003, met 211.313 kilometer ervaring, mag al mee voor €6.950,-. Liever een bijzondere S8 met V10 (!)? Dat kost je €11.950,-. Wil je, net als onze koning, een exemplaar van de nieuwe generatie? Dan moet je minstens €14.999,- neertellen voor een diesel. Voor eentje met 4,2-liter V8 benzine is dat €17.449,-. Het moet gezegd, deze generatie A8 ziet er behoorlijk imposant uit. Jammer dat er momenteel geen exemplaar met W12 te koop staat. 

Rolls-Royce Silver Seraph 

Dat gebrek aan twaalf cilinders doet pijn, en die moet verzacht worden. Daarom schroeven we ons budget aanzienlijk op. We gunnen ons nu de absolute top, en dan weet iedereen dat je bij Rolls-Royce uitkomt. Voor een bedrag van €55.950,- gun je jezelf een fraaie Silver Seraph uit 2003 met een maagdelijke tellerstand van 56.780 kilometer. Vanbinnen waan je je in een klassieker, met als voordeel dat je niet naar zwaar verouderd infotainment hoeft te kijken. De ‘wide color lcd monitor TME-M750’ van het navigatiesysteem verdwijnt gelukkig in het dashboard en de – wel erg goedkoop ogende – radio verberg je achter een houten klepje. Voor nu zien we het door de vingers, want bij deze auto gaat het om rijden en gereden worden. Vergeet alle auto’s hierboven, deze Rolls is het summum.