Interview Max Missoni Polestar

Wegens de omstandigheden spreken we Max Missoni thuis, door middel van videoconferencing. Maar thuis of niet, achter hem hangen tekeningen van een Volvo Amazon en een P1800. Hij wijst naar de laatste. “Dat was mijn grote voorbeeld toen ik bij Volvo begon aan de Concept Coupé uit 2013.”

Toegegeven, toen we de Polestar 1 laatst op de redactie hadden, viel ons op dat hij achter voor driekwart trekjes heeft van de P1800. Zagen we dat goed? “Dat was precies mijn bedoeling. We wilden een nieuwe draai aan de P1800 geven. Die C-stijl met dat knikje komt van de P1800.” Het lijkt of je die verwantschap niet letterlijk ziet, maar haast onbewust aanvoelt.

“Ik ben blij dat je dat zegt, want dat was óók de bedoeling. Persoonlijk ben ik nogal sceptisch over het verschijnsel retrodesign: je pakt een oude auto, tekent hem opnieuw, waarbij je de nadruk legt op de leuke, oude ontwerpfoefjes. Ik probeer dat anders aan te pakken, zodat de geest van de oude auto er bijna onmerkbaar in zit. Precies zoals jij het net zei: mensen voelen het, maar krijgen er geen vinger achter. Het zit in het karakter.”

De commentaren van degenen die reageerden op ons nieuwsberichtje over de Precept waren veelal lovend. Een van hen zei iets als: kijk Tesla, een beetje meer rondingen en hier is je volgende Model S. “Dat is leuk om te horen. Voor ons is de Precept een belangrijke mijlpaal. De Polestar 1 vormde de brug met Volvo en zijn erfenis. De Precept wordt het volgende hoofdstuk voor Polestar.”

De Polestar 1 en 2 zijn nog duidelijk te herkennen als Volvo’s, wat weinig om een verschil te maken als premiumsubmerk. “Een merk optuigen kost tijd. We zijn nu drie jaar bezig en hebben twee modellen in productie. Dat is een grote prestatie, die we wisten te leveren door concept-cars te gebruiken. De Polestar 1 begon als een concept voor Volvo en de Polestar 2 was de 40.2, een concept voor een compacte auto in het Volvo-gamma. Deze concepts vielen min of meer samen met de geboorte van het merk Polestar. Het was ons algauw duidelijk dat ze allebei, met name de 40.2, bijzonder goed pasten in het Polestar-idee, waardoor het allemaal een stuk sneller ging.

Maar het was toen al een nogal apart ontwerp, niet typisch Volvo. We verlegden er heel wat grenzen mee, waardoor we tot der was duurzaamheid heel belangrijk. Er zijn veel interessante materialen in de auto verwerkt, zoals natuurvezelcomposieten in het interieur. Sommige daarvan worden van achteren verlicht, zodat je de structuur goed ziet; dat het geen koolstofvezel is, maar iets anders. Maar wel met dezelfde eigenschappen. Verder hebben we gerecyclede kurk gebruikt en 3D-weeftechnieken. Dat laatste werd al toegepast voor sportschoenen, waarbij het er cool uitziet. Maar sneakers zijn niet echt premium. Wij pasten die techniek toe met plastic van oude petflessen, in combinatie met de composieten. Samen geeft dat een heel nieuwe look, een nieuwe uitstraling. Heel anders dan het zo bekende hout, leer en chroom. Ik ben er trots op dat dat zo goed heeft uitgepakt. We gebruiken die materialen niet alleen onderhuids, maar pronken ermee.

Het derde speerpunt was om al onze nieuwe technologieën samen te voegen. Denk aan Advanced Pilot Assist, radar, laser. In plaats van deze weg te werken, laten we ze duidelijk zien. In de neus van de Precept zit de zogenaamde Smart Zone, waar al die componenten in zitten en waar we ze met pictogrammen extra onder de aandacht brengen. Van een afstand ziet het er glad en clean uit, maar als je dichtbij komt, zie je het zitten. Daardoor raak je betrokken bij de technologie. Net als in het interieur.”

Zodat ook met rijden in een Polestar straks nul doden vallen? “Ja, dat is dan weer een voordeel van deel uitmaken van de Volvo Group. Zij zijn daar heel uitgesproken in en mensen zullen begrijpen dat deze filosofie ook betrekking zal hebben op Polestar. Concessies doen aan veiligheid is voor ons nooit een punt van discussie. Dat is een geweldige voorsprong die wij hebben ten opzichte van andere nieuwe merken.”

Vandaar de inscriptie ‘sinds 1959’ op de gespen van de gordels? “Goed dat je dat hebt opgemerkt. Daar hebben we uitvoerig over gediscussieerd, omdat het natuurlijk een Polestar is. Maar we behoren tot dezelfde groep en het is een feit dat Volvo dat jaar de driepuntsgordel gemeengoed maakte, dus waarom zouden wij er niet ook trots op zijn?”

Dezelfde groep, zeg je. In hoeverre wil je in die groep een eigen karakter ontwikkelen? “In een groep moet je bepaalde rationele beslissingen nemen, bijvoorbeeld waar het aankomt op de technische componenten. Je wilt schaalvoordeel, dus daar zullen overeenkomsten blijven. Maar in wat je ziet, de oppervlakte, de designtaal, zullen we echt onze eigen richting gaan. Ik denk dat de Precept duidelijk maakt dat wij wat design betreft een eigen merk zijn.”

Volvo gaat wat design aangaat erg prat op zijn Zweedse karakter. Geldt dat ook voor Polestar? “Het valt niet te ontkennen als je niet uit Zweden komt maar daar werkt, je vanzelf wordt beïnvloed door de kunst, de architectuur, de clutuur en de samenleving. Net als jij kijk ik er een beetje van buiten tegenaan, want ik ben Oostenrijker van oorsprong. Acht jaar geleden kwam ik in Zweden om bij Volvo te werken, en sindsdien voel ik me geïnspireerd door deze samenleving en cultuur.”