Dit zijn alle Volvo stationwagons tot nu toe | Deel 1 - Duett t/m 850

Een rijke historie

Volvo Duett
achteruitkijkspiegel volvo amazonVolvo 1800 ESVolvo 145Volvo 240 Turbo Volvo 265Volvo 66 EstateVolvo 740 EstateFacelift Friday Volvo 960Klokje rond Volvo 850 R Estate

Volvo bouwt al meer dan zeventig jaar stationwagons, maar daar lijkt binnenkort een einde aan te komen. Het merk stond ooit bekend om de modellen met deze carrosserie, maar ziet daar nu geen toekomst meer in. Voor ons reden genoeg om alle stationwagons van Volvo eens op een rijtje te zetten.

Volvo Duett

De eerste stationwagon van Volvo werd in 1953 geïntroduceerd onder de naam Duett. Dit tweedeurs model was gebaseerd op de PV445, het kale chassis van de PV444. Ook de techniek uit deze ‘Kattenrug’ werd overgeheveld naar de Duett, denk aan de aandrijflijnen en de ouderwetse trommelremmen. Voor wie behoefte had aan meer laadruimte was er ook een bestelversie beschikbaar. In 1960 kreeg de Duett een facelift op basis van de PV544, een doorontwikkeling van de eerdergenoemde PV444. Volvo nam daarbij onder andere afscheid van de gesplitste voorruit en er kwam een nieuw dashboard. In 1969 viel het doek voor deze P210, er werden in totaal ongeveer 90.000 exemplaren van de Duett gebouwd.

Volvo Amazon

Op basis van de Amazon, die al in 1956 werd onthuld, kwam in 1962 een Estate. Voor Volvo was deze zogeheten P220 de eerste vijfdeurs stationwagon, die overigens naast de Duett werd verkocht. Ten opzichte van dit eerdere model werd er bij de Amazon gekozen voor een gedeelde achterklep in plaats van de ouderwetse klapdeuren. In de loop van de tijd waren er verschillende viercilinder benzinemotoren beschikbaar en je kon ook kiezen voor een automatische versnellingsbak. In de beginjaren waren trommelremmen nog standaard, maar uiteindelijk kreeg de Amazon schijven. In 1969 werd de productie van de Estate stopgezet, nadat er meer dan 73.000 van de band waren gerold.

Volvo 1800 ES

In 1971 onthulde Volvo de 1800 ES, een shooting brake-versie van de 1800 die toen al tien jaar op de markt was. Aan de voorkant is er weinig verschil te zien, maar de achterkant is totaal anders. De 1800 ES is een paar centimeter langer, heeft daardoor een grotere bagageruimte en beschikt bovendien over een glazen achterklep. Later vormde dit ontwerp de inspiratie voor twee andere Volvo-modellen, namelijk de 480 en de C30. Al in 1973 kwam er een einde aan de productie door de toenemende veiligheidseisen in onder andere de Verenigde Staten. Volgens Volvo zijn er van de 1800 ES maar 5.078 geproduceerd, waardoor het tegenwoordig een zeldzame verschijning is.

Volvo 145

Om de 140-serie compleet te maken, onthulde Volvo in 1967 na een twee- en vierdeurs sedan ook een nieuwe vijfdeurs stationwagon. Deze 145 had een veel hoekiger ontwerp dan zijn directe voorganger, de Amazon Estate. Het model bestaat bijna alleen maar uit kaarsrechte lijnen, kijk bijvoorbeeld naar de achterklep die kaarsrecht naar beneden loopt. Op het gebied van aandrijflijnen was er keuze tussen een 1,8- of 2,0-liter viercilinder benzinemotor, die in de loop van de tijd varieerde in vermogen. Er was verder keuze tussen een handgeschakelde vierbak, eventueel met overdrive, en een viertrapsautomaat. Voor de veiligheid waren er onder andere gordels voorin, kreukelzones aan de voor- en achterkant en schijfremmen rondom. In 1974 werd de productie van de 140-serie stopgezet, van de stationwagons waren er op dat moment bijna 270.000 verkocht.

Volvo 245 / 240

De opvolger van de Volvo 145 werd in 1974 gepresenteerd als de 245, maar dat was in feite een doorontwikkeling van het bestaande model. Voor de 200-serie werden onder meer de voorzijde en het onderstel aangepakt. Daarnaast zette Volvo in op het toepassen van de nieuwste veiligheidsvoorzieningen, waar in 1972 met de VESC al een voorschot op werd genomen. In de jaren 80 kwamen er wat veranderingen voor de 245, zo werd er in 1980 voor het eerst een turbomotor geleverd. In 1981 volgde de eerste facelift en vanaf dat moment werd de typeaanduiding langzamerhand veranderd in 240. In 1986 kreeg het model nog een tweede facelift. In 1993 stopte de productie van de Volvo 240, in een periode van bijna twintig jaar rolde er van de ‘baksteen’ ongeveer 2,8 miljoen exemplaren van de band.

Volvo 265

In 1975 werd er van de 245 een luxere versie geïntroduceerd, de Volvo 265. Het model had geen directe voorganger, want van de luxere 164 werd nooit een officiële stationwagon gebouwd. Voor de luxe versies van de 200-serie ontwikkelde Volvo in samenwerking met Renault en Peugeot een nieuwe motor, een 2,7-liter V6. De keuze voor een 6 in de typeaanduiding van het luxe model werd ingegeven door het aantal cilinders van deze motor. Met de 265 leverde Volvo voor het eerst een stationwagon met zescilinder, maar in 1985 viel het doek voor dit model.

Volvo 66

In de reacties hieronder werd erop gewezen dat de Volvo 66 Estate ontbrak, maar dit model werd eigenlijk ontwikkeld als Daf. In de loop van de jaren 70 kocht Volvo namelijk de personenautodivisie van de Nederlandse fabrikant, waarbij ook de fabriek in het Limburgse Born werd overgenomen. Op basis van de Daf 66 ontwikkelde Volvo vervolgens een eigen model, dat vanaf 1975 in productie ging. De Volvo 66 werd gebouwd als driedeurs stationwagen, al was er ook een sedan leverbaar. In 1980 liep de productie van het model op zijn einde, in totaal werden er ongeveer 106.000 exemplaren van de Volvo 66 geproduceerd.

Volvo 66 Estate

Volvo 740 / 760

Op basis van de 200-serie werd in de eerste helft van de jaren 80 de 700-serie uitgerold, maar pas in 1985 kwam er een directe opvolger voor de 265. Het ontwerp van de luxe 760 zag er iets strakker en moderner uit, maar het was nog steeds een hoekige stationwagon. Een doorontwikkeling van de 2,8-liter V6 uit de 265 werd weer ingezet als vaste aandrijflijn, maar later kwamen er ook nog een viercilinder turbomotor en een zescilinder dieselmotor beschikbaar. Tegelijkertijd met de 760 verscheen er overigens ook een Estate van de 740, de eenvoudigere versie binnen de 700-serie. In dit model werden een aantal benzine- en dieselmotoren leverbaar, maar er stond ook weer een snelle uitvoering met turbo in de prijslijsten. Toen de productie in 1992 stopte, waren er van de 740 en 760 bij elkaar ongeveer 1,2 miljoen exemplaren verkocht.

Volvo 940 / 960 / V90

In 1990 onthulde Volvo de nieuwe 900-serie, een directe doorontwikkeling van de 700-serie. Op het eerste oog lijken de modellen bijna identiek, maar er zijn wel degelijk aanpassingen gedaan. Er werden bijvoorbeeld nieuwe maatregelen genomen om de auto’s veiliger te maken en op het gebied van het uiterlijk werden de neuzen aangepakt. Voor de 960 was er in het begin nog een zescilinder turbodiesel, maar er waren ook nieuwe 3.0 en 2,5-liter zes-in-lijn benzinemotoren. De 940 kreeg een aantal viercilinder benzinemotoren, daarbij was er weer een sportieve versie. Verder was er een 2,4-liter zescilinder dieselmotor, die werd in de meeste gevallen ook uitgerust met een turbo. In eerste instantie waren de 940 en 960 moeilijk van elkaar te onderscheiden, maar in 1994 volgde er een facelift waarmee de luxe uitvoering onder andere een eigen neus kreeg. Aan het einde van de jaren 90 werd de 960 Estate zelfs nog heel even omgedoopt tot V90, daarmee werd dit het laatste ‘nieuwe’ model van Volvo met achterwielaandrijving. De productie van de 900-serie en de V90 stopten uiteindelijk in 1998, er werden ongeveer 280.000 van de stationwagons gebouwd.

Volvo 850

Een van de meest vernieuwende modellen in de geschiedenis van Volvo zag het levenslicht in 1991, al kwam de Estate pas in 1993. Het gaat in dit geval natuurlijk om de 850, destijds het nieuwe vlaggenschip van het merk. Dankzij de 400-serie was er al ervaring opgedaan met dwarsgeplaatste motoren en voorwielaandrijving, maar voor het eerst werd er nu ook gebruikgemaakt van vijfcilinder motoren. De basismotoren waren een aantal varianten op benzine en een 2,5-liter turbodiesel van Audi. Op het gebied van veiligheid waren er ook weer innovaties, zoals het Side Impact Protection System (SIPS) en later ook zij-airbags. Aan de buitenkant is het model nog steeds herkenbaar als hoekige Volvo, maar het ontwerp is meer afgerond dan eerder het geval was. Wat betreft sportiviteit waren er benzinemotoren met twintig kleppen beschikbaar. Verder behoorde ook een turbo, de T5, weer tot de mogelijkheden. In 1994 deed Volvo met een 850 stationwagon mee aan de British Touring Car Championship (BTCC). Daarna kwam er nog een snelle T5-R op de markt, die onder andere beschikbaar was in een bijzondere gele kleurstelling. Van de 850 werden ongeveer 717.000 exemplaren gebouwd, de productie liep in 1996 af.

De 850 was natuurlijk niet de laatste stationwagen van Volvo, dus in het tweede deel bespreken we de modellen die de laatste 30 jaar zijn uitgebracht.

PRIVATE LEASE Volvo

Lezersreacties (24)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.