De Volkswagen EA827-motorenfamilie trof je op de gekste plekken
VW's vertrouwde basis
Bij Volkswagen is modulaire techniek tegenwoordig helemaal hip en happening. Althans, dat doen ze ons geloven. In werkelijkheid zijn ze er al jaren mee bezig. Een mooi voorbeeld daarvan is de EA827-motorenfamilie die in de meest uiteenlopende configuraties op de vreemdste plekken opduikt.
In 1972 presenteert Audi een geheel nieuwe 80. De sedan die intern als B1 wordt aangeduid moet de in basis al uit 1964 stammende F103 doen vergeten. Daartoe heeft Audi onder andere de volledig nieuwe EA827-motorenfamilie ontwikkeld die in lengterichting gemonteerd de voorwielen aandrijft. In eerste instantie bestaat die EA827-familie met zijn gietijzeren blokken en bovenliggende nokkenas uit een 55 pk leverende 1.297 cc versie en een 1.471 cc variant met naar keuze 75 of 85 pk, allemaal op benzine. In 1973 volgt ook nog een tot 1.588 cc opgeboorde uitvoering met 100 pk.

Volkswagen Passat
Begin jaren zeventig is bij Volkswagen de verkoop van auto’s met een achterin gemonteerde luchtgekoelde boxermotor sterk op zijn retour. En de bij NSU weggekaapte K70 brengt als alternatief ook niet het verwachte succes. Desalniettemin is de opzet van de K70 – voorwielen aangedreven door een watergekoelde lijnmotor - wel de kant die Volkswagen uitdenkt. Zodoende verschijnt in 1973 een hatchback op basis van de Audi 80 die bij Volkswagen als Passat door het leven gaat. Onder de motorkap van de Passat zijn net als bij de Audi 80 de EA827-motoren te vinden. Wanneer in 1974 de Scirocco en de Golf verschijnen duiken ook daarin EA827’s op, nu dwars voorin geplaatst. De aan elkaar verwante Audi 50 en VW Polo krijgen aanvankelijk geen EA827-derivaat, maar worden aangedreven door de compactere viercilinders uit de eveneens nieuw ontwikkelde EA111-motorenfamilie. Wel duikt de EA827 vanaf 1976 op in de nieuwe Audi 100 (C2).
Naast carburateurs volgt voor de sportievere versies van de EA827-motoren al snel benzine-injectie; de Audi 80 GTE is daar in 1975 de eerste mee, de Golf GTI vanaf 1976 wellicht de bekendste. Door de jaren heen vinden de EA827’s hun weg door het hele concern, ook bij de dochters Seat en Skoda. Het basisontwerp leent zich voor tal van varianten. Zo stijgt de cilinderinhoud tot twee liter, worden er koppen met vier kleppen per cilinder toegepast en worden er zelfs compressoren gemonteerd. En dat is niet alles. Op jacht naar meer prestaties ontwikkelt Audi al in de jaren zeventig een vijfcilinder. O, en wanneer Audi in 1988 met een 3,6 liter V8 op de proppen komt, blijken veel van de basismaten voor die aluminium krachtbron exact overeen te komen met die van de 1.8 zestienklepper uit de Golf GTI.

Volkswagen Golf GTI
Uitstapje bij Chrysler
Vergroot tot 1.716 cc gebruikt drijft de motor in 1978 Volkswagens terreinwagen, de Iltis, aan net als de Rabbit, de Amerikaanse versie van de Golf. Alleen die Rabbit verkoopt niet echt lekker waardoor VW met een overcapaciteit zit in zijn Amerikaanse fabriek. Nu we toch in de VS zijn, Chrysler blijkt niet over voldoende productiecapaciteit te beschikken om viercilinders te bouwen voor de Plymouth Horizon (verwant aan de bij ons bekende Simca Horizon). De twee fabrikanten helpen elkaar uit de brand. Zodoende belandt de motor – weliswaar voorzien van een cilinderkop naar Chrysler-ontwerp – onder de kap van de Horizon en al zijn afgeleide varianten.
Tot TDI aan toe
Met de EA827 trapt Volkswagen in 1976 ook af met dieseltechniek. De eerste variant is de 1,471 cc motor die in de Golf 50 pk ophoest. Met oplopende slagvolumes en dito vermogens vindt de viercilinder diesel zijn weg in vrijwel alle modellen binnen het concern, hij duikt zelfs op achter in de Volkswagen-busjes. Om de prestaties op te krikken komt-ie ook beschikbaar met turbo. En met directe inspuiting gaat de EA827 als 1.7 SDI door het leven in onder andere de Volkswagen Lupo en de Seat Arosa en is-ie als 1.9 TDI in een keur aan vermogensvarianten te krijgen.

Volvo 940
Samen met Volvo wordt van de compacte dieselmotor een 2,4 liter-variant met zes cilinders ontwikkeld. Die debuteert in 1978 in de Volvo 240 en kort daarna ook in de grote Volkswagen LT. Om in te spelen op de fiscale regels in Finland en Italië voorziet Volvo de 240 ook nog een tijdje van een tweeliter vijfcilinder-variant, dezelfde motor die Audi in de 100 monteert. Net als bij de viercilinder worden ook voor bij zescilinder de mogelijkheden van een turbo gezien. Met turbo en intercooler is de Volvo 740 zelfs enige tijd de snelste productiediesel. Volvo gebruikt de Volkswagen-zescilinder uiteindelijk nog tot 1996 in de 940 en 960.
De lijst met auto’s waarin de EA827 en zijn afgeleiden te vinden zijn, is welhaast schier oneindig. Dat is niet alleen het gevolg van de veelheid aan varianten waarin de motor is gebouwd, maar ook de lange tijdsspanne waarin dat is gebeurd. Zelfs wanneer Volkswagen in 1993 met een opvolger komt, de EA113, betekent dat absoluut nog niet het einde. Verspreid over de aardbol wordt de machine nog jaren lang in tal van configuraties doorgebouwd. Wanneer in 2009 in Zuid Afrika de laatste Golf I van de band loopt, de City Golf, zit onder de motorkap nog gewoon de EA827.
Dit artikel is eerder verschenen in AutoWeek Classics nummer 12 uit 2016.
PRIVATE LEASE Volkswagen
Uitgelicht aanbod
Lees ook

Tesla Model Y nieuwe best verkochte auto ter wereld

Volkswagen Golf R 333 Limited Edition is 333 pk sterk feestnummer

In deze gevallen moet je caravan een groene kaart hebben

Smart ForTwo Electric Drive - 2014 - 141.220 km - Accudegradatietest

Hoe moet je je camper verzekeren in een stalling?

Xpeng X9: slimme concurrent voor ID Buzz?
Lezersreacties (32) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.