Dankzij deze succesformule verkocht de Volvo 440 zo goed

Echt klein waren of zijn Volvo’s nooit, de 66 uitgezonderd. De 343 oogde in 1976 misschien als een Golf-achtige, maar was beduidend groter. En duurder, wat zich aanvankelijk niet zo gemakkelijk liet uitleggen. De 440 verscheen in de zomer van 1988, een moment dat elke rechtgeaarde Nederlandse autoliefhebber met trots moet hebben vervuld – het model was net als de spectaculaire 480 ES door de Nederlandse afdeling van het merk ontwikkeld en ging ook in Born in productie. Veel meer dan de 480 was het om te zien een echte Volvo, inclusief een hoog opgetrokken grille en de hoekige lijnen die de Zweedse modellen hun onmiskenbare profiel gaven – voor de 460, de latere vierdeurs sedan, zou dat nog sterker gelden.

Naast de 300-reeks

De 440 moest de eerste jaren van zijn bestaan de 300-reeks nog onder zich dulden. Lastig, omdat de 360 de 2.0-motor had die de 440 niet kreeg. Zijn 1.7 van Renault voldeed weliswaar prima, maar kon zelfs met turbo niet tippen aan het stoere en onverzettelijke van het Zweedse blok. De 300-serie werd over een periode van vier jaar uitgefaseerd, waarna de 440 als instapper de Volvo-kar mocht trekken. Geen sinecure, omdat hij, net als de 343, met zijn maatvoering ogenschijnlijk een beetje tussen de geijkte segmenten was terechtgekomen. De 440 was vanbuiten flink kleiner dan de even dure Mazda 626 en Peugeot 405, maar bood volgens Volvo’s eigen duimstok toch meer strekkende centimeters binnenruimte. Kennelijk was het precies de juiste formule, want de 440 verkocht aldoor voortreffelijk. In 1989, het eerste volle verkoopjaar, was hij al nummer 12 in de Nederlandse verkoopranglijst, om in 1992 (bij het verscheiden van de 340) zelfs naar plek 4 te schieten. Daarna zou het met dank aan een geslaagde facelift en een steeds breder gamma (met turbodiesel, cvt en alsnog de gewenste 2.0i) plek 7 of 8 blijven, met voor zich alleen de Vectra en de Mondeo en verder de geijkte toppers Astra, Golf en consorten. De populariteit bleef zelfs intact totdat de S40 en V40 zich in 1996 meldden. Nee, het waren eigenlijk nooit bange dagen voor dit puike stukje Neerlands hoop.