Rij-impressie - Audi A1 facelift 1.0 TFSI
Echte klasse vind je in de kleinste details, hoor je wel eens zeggen. Audi nam dat credo de laatste jaren wel erg letterlijk bij de A1, want als je het ons vraagt bood de kleinste Audi niet heel veel meerwaarde ten opzichte van zijn concerngenoten die dezelfde technische basis delen, zoals de Volkswagen Polo. Goed, de Audi ziet er misschien wat gelikter uit en biedt een fraaier afgewerkt interieur met iets meer binnenruimte, maar dat zijn wat ons betreft magere pluspunten om het prijsverschil van enkele (tot al snel meerdere) duizenden euro's te rechtvaardigen.
Revancheert Audi zich nu met de tussentijdse opfrisbeurt van de A1? We zijn in eerste instantie geneigd om een hartgrondig 'nee' te laten horen, want aan de buitenkant zijn de aanpassingen ronduit minimaal. Aan de voorzijde blijft de facelift steken bij aangepaste koplampen met een andere 'led-handtekening', een bredere grille 'met een stoerdere uitstraling' en veranderde bumpers, terwijl we achteraan ook hooguit nieuwe lichtunits en andere bumpers zien. Dit ruikt naar een gevalletje Jantje van Leiden… Overigens heeft Audi de mogelijkheden om een A1 af te stemmen op je persoonlijke smaak wel enorm uitgebreid: voortaan bestaan er ruim een miljoen combinaties van lakkleuren, wielen, stickers en interieurdetails. Personalisatiekunstenaars kunnen hun hart ophalen, met andere woorden…
Over kleine details gesproken: een piepklein logootje op de achterklep van deze A1 verraadt dat er wel degelijk meer aan de hand is. De bekende motoraanduiding TFSI draagt voortaan namelijk de toevoeging Ultra, en dat is weer een verwijzing naar de nieuwe motorenfamilie die Audi introduceert bij deze A1 facelift. Voor het eerst in de geschiedenis schroeft Audi een driecilinder turbomotor in haar auto's: de 1.0 TFSI levert 95 pk en vervangt de viercilinder 1.2 TFSI van vóór de facelift. Ook op dieselgebied is er nieuws, want A1-kopers kunnen voortaan ook kiezen voor de driecilinder 1.4 TDI (eveneens een Ultra) die het Volkswagen concern ook al toepast in bijvoorbeeld de Polo TDI Bluemotion.
Gecultiveerd
Die driepits diesel hebben we in de Volkswagen al uitgebreid gereden en daar bleek al dat de 1.4 TDI een flinke stap voorwaarts is ten opzichte van de 1.2 TDI driecilinder die hij vervangt. Het loopkarakter is stukken beter en ook in de Audi valt op dat de motor aangenaam weinig trillingen aan het interieur doorgeeft, terwijl het ietwat nagelende geluid geen hinderlijke niveaus aanneemt. Wat hinderlijke klanken en vibraties betreft scoort de 1.0 TFSI Ultra ook prima, want het éénlitertje doet zijn werk mooi stil en ligt nauwelijks te schudden in z'n motorsteunen. Dat klinkt logisch, maar driecilindermotoren hebben de laatste jaren een fikse ontwikkeling doorgemaakt waar het aankomt op gecultiveerde loopeigenschappen en de Audi-driepitter hoort bij de betere keuzes op de markt.
Zo pakt de compacte machine bijvoorbeeld al beter op bij lage toeren dan de bejubelde 1.0 Ecoboost van Ford. Over de souplesse hebben we dan ook weinig te klagen, al valt de motor boven de 3.000 toeren wel een beetje door de mand. Waar de driepitter in eerste instantie vlot lijkt te reageren op het gas, verdwijnt dat pittige karakter bij de hogere toeren als sneeuw voor de zon. Van versnelling is dan nog nauwelijks sprake terwijl de TFSI irritant schel begint te klinken wanneer je hem echt op z'n falie geeft, dus zo moet je deze motor niet aanspreken. Vertrouw je echter op z'n redelijke koppel van 160 Nm en schakel je op tijd op, dan kom je in ons vlakke landje niet snel power te kort. Sowieso werkt de driepitter mooi samen met de automatische S-Tronic.
Een pluspunt van zowel de 1.0 TFSI als de 1.4 TDI is dat ze zakelijk te rijden zijn met twintig procent bijtelling. Ruim zestig procent van de A1 kopers in ons land schaft z'n Audi echter particulier aan, en acht op de tien kiest vervolgens voor de lichtste benzinemotor. Wat de 1.0 TFSI precies moet gaan kosten weten we op dit moment nog niet, maar voor die mensen is het prettig dat Audi een prijs van 'minder dan twintigduizend euro' in het vooruitzicht stelt. Dat mag ook wel, want een Volkswagen Polo met dezelfde motor is er al vanaf 16.490 euro.
Volwassen
Een Audi A1 is één van de duurste keuzes uit het B-segment, dus we mogen best iets meer verwachten dan bij andere merken. Audi claimt zelf dat de gefacelifte versie beter rijdt dan zijn concurrenten, met dank aan een compleet nieuwe elektronische stuurbekrachtiging. Als je het ons vraagt is de besturing er juist niet op vooruit gegaan, want het stuurwiel beweegt te licht naar onze zin, terwijl de A1 de geclaimde 'scherpe, wendbare reacties' ontbeert. Dat is voor veel eigenaren waarschijnlijk niet erg want juist het algehele comfort aan boord van de A1 is zijn grote pluspunt, maar wie in de markt is voor een leuke stuurauto kan deze Audi beter aan zich voorbij laten gaan. Een Mini rijdt speelser maar gedraagt zich ook minder volwassen.
Daar zit de kracht dan ook van de vernieuwde A1: dit is een auto die een prettig soepele rijervaring biedt, mits je niet voor het optionele S-Line onderstel kiest. Wat de auto nog steeds níet biedt, is een gigantische meerwaarde ten opzichte van andere goede allrounders in het B-segment. Het interieur is zoals gezegd fraaier, er zijn keurige moderne systemen leverbaar en de uitstraling is gewoon goed voor elkaar. Je komt wél in een Audi voor rijden… Die vier ringen zijn de voornaamste reden om wél voor een A1 te kiezen, maar hij steekt simpelweg niet met kop en schouders boven de concurrentie uit.
Lees ook
Jan-Kees zijn eerste auto was een Ford Escort XR3, het antwoord op de Golf GTI
Waarom de Denza Z9 GT geen Porsche-concurrent is
Test: Mitsubishi Outlander PHEV – Te laat op het PHEV-feestje?
Test: Opel Grandland 1.6 Turbo Plug-in Hybrid - Is deeltijdstekkeren een goed idee?
Test: Hyundai Ioniq 9 - op elke zitrij zit je ruim, groter dan Kia EV9 en zeer comfortabel
Lezersreacties (74) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.