Porsche 911 Turbo - Reportage

Turbo-tijdperk

Porsche 911
AutoWeek 27 2020
AutoWeek 27 2020

Je leest het in AutoWeek 27 2020

De Porsche 911 Turbo laat ons hart al sinds 1974 sneller kloppen. Met de komst van de nieuwste generatie is het tijd voor een terugblik.

Vroeger heette Twix nog Raider. Echte mannen hadden nog snorren en wasbordjes die zo vlak waren als onze polders. En er was keuze uit maar liefst twee netten op de televisie. Ja, over zo lang geleden hebben we het. Veel dingen waren nog heilig, toen. De turbo bijvoorbeeld.

In 1974, toen we nog voortsukkelden in Kevers of wellicht net onze eerste Golf hadden gekocht, liep het water ons nog in de mond als we een Porsche 911 zagen. Als daar dan ook nog de aanduiding ‘Turbo’ op stond, knielden we spontaan neer. Want Turbo was heilig. Inderdaad, was. Nu de nieuwe generatie van de 911 Turbo aan de start verschijnt, heeft dat woord toch wat aan kracht verloren. De laatste tijd heeft het merk uit Zuffenhausen een beetje gesjoemeld op dit vlak. Ten eerste hebben de basisversies van de 911 vandaag de dag al turbotechniek aan boord en ten tweede draagt anno 2020 zelfs de topversie van de elektrische Taycan deze naam. En dat terwijl de aircocompressor het enige stukje techniek aan boord is dat deze term zou rechtvaardigen! Gelukkig wordt de 911-reeks nu voorzien van een topmodel dat de naam wél eer aan doet. Met een 650 pk en 800 Nm sterke 3,8-liter boxermotor hebben ze er in Weissach voor gezorgd dat dit een Turbo van de oude stempel is.

De nieuwkomer levert er maar liefst 70 pk en 50 Nm meer mee dan de vorige generatie van de 911 Turbo S. Daarmee is de nieuwe Turbo S niet alleen de opper-911, maar ook een absolute droomauto, die het zelfs super sportwagens moeilijk kan maken. Hoewel dromen best moeilijk is. Niet alleen omdat je dankzij het sportuitlaatsysteem niet snel in slaap zult vallen, maar ook omdat je maar beter bij de les kunt blijven met zoveel motorgeweld. Dat neemt echter allemaal niet weg dat je ook met de Turbo verrassend relaxt kunt rijden. Deze auto wil worden beschouwd als een Gran Turismo, die de spagaat maakt tussen autobahn en circuit. Porsche wil zijn rijkste klanten in de watten leggen met een verrassend comfortabel onderstel en nieuw geluiddempend glas, dat voor een oase van rust zorgt. Ook worden ze ondergebracht in een fraai interieur, met leer en koolstofvezel. Deze auto combineert praktisch gebruiksgemak met maximale aanvalslust.

Na wat draaien aan het kleine knopje in het stuur en het strekken van je rechter teen staat hij direct op standje scherp. Dan laat de 911 Turbo het alledaagse achter zich en voelt een provinciale weg plotseling aan als de Nordschleife. Net als vroeger.

DE MYTHE

Laten we eens een blik in de achteruitkijkspiegel werpen. In 1974 werd een mythe geboren, waarop de turbo tot de dag van vandaag teert. De befaamde motortechnicus Hans Mezger hij is op 10 juni jl. overleden maakte de turbotechniek van de legendarische raceauto Porsche 917/10 geschikt voor inzet op de openbare weg. Het eindresultaat luistert naar de interne aanduiding Porsche 930 en is beter bekend als de 911 Turbo 3.0. Zijn motto: “Als een motor de inzet in de autosport overleeft, is hij ook klaar voor de serieproductie.” De eerste turbo doet dienst in de 930, de productie van de laatste evolutieversie van de luchtgekoelde boxermotor wordt 24 jaar later stopgezet als de Porsche 993 Turbo uit productie gaat. Hoe het aanvoelt als de bedaagde turbo op stoom komt? Heel anders dan nu het geval is!

Onze oer-Turbo in de kleur ‘Oakgrün’ stamt uit 1976 en was ooit in het bezit van niemand minder dan Ferry Porsche. De spoorbreedte is groter en de carrosserie is flink breder dan bij de gewone 911. Hij heeft ook zwarte wielnaven, een snorkelvormige koplampreiniger en natuurlijk de beroemde achterspoiler met een rubberen omlijsting. Dat dit de auto van de baas was, wordt ook duidelijk gemaakt door de aanwezigheid van het optionele schuifdak, elektrisch bedienbare ramen en aircondi tioning. Maar ook Ferry Porsche moest genoegen nemen met vier versnellingen; de Turbo kreeg pas een vijfbak bij de laatste facelift in 1989.

De zescilinder boxermotor, die in 1974 al tien jaar in productie is, krijgt in de Turbouitvoering cilinders met vijf millimeter extra boring. De motor levert 260 pk bij 5.500 toeren per minuut. Bij lage toerentallen reageert de 930 slomer dan verwacht, maar vanaf 4.000 tpm wordt het enorme koppel plotseling over de achterwielen uitgestort, als een lawine welhaast. Het hese gerochel gaat over in een heftig geschreeuw, daarna volgt de zo vaak beschreven trap in je rug en knalt de 930 naar voren.

FLINKE STAP VOORWAARTS

We stappen over in zijn spirituele opvolger uit 1996. Die zette qua techniek een flinke stap voorwaarts met zijn biturbo-techniek, vierwielaandrijving en een standaard zesversnellingsbak. De buitenzijde wordt gekenmerkt door de bekende, maar nu vlakker geplaatste koplampen, terwijl het interieur zoals in een 911 van de oude stempel is, met vijf ronde klokken. Voor veel liefhebbers van luchtgekoelde Porsches is dit de ultieme Turbo-Elfer. En eerlijk is eerlijk, het is kinderlijk eenvoudig om hard te rijden met de 430 pk sterke 993. De korte wielbasis maakt hem bijzonder lichtvoetig en ook op de limiet blijft hij goedmoedig aanvoelen. In een indrukwekkende tijd van 4,3 seconden sprint hij naar 100 km/h, maar we voelen niet de behoefte om te kijken of hij nog in staat is tot een topsnelheid van 297 km/h. We willen bochten aanvallen en dat is in de 993 veel minder zenuwslopend dan in de losbandige 930.

Weliswaar is de klap die wordt uitgedeeld als de turbo’s aan de slag gaan nog altijd goed te voelen, maar de laatste luchtgekoelde Turbo weet vooral te overtuigen met zijn comfort tijdens lange ritten en met zijn praktische gebruiksgemak, ook al is hij inmiddels 22 jaar uit productie.

GOEDMOEDIG

Daarmee komen we bij het heden aan, bij de Turbo van de 992-generatie. We trappen het gaspedaal volledig in, net als eerder vandaag bij de 930 en de 993. Dan verandert de Turbo in een wild beest. Hij spant alle spieren aan en lijkt zich met zijn verder verfijnde vierwielaandrijving bijna vast te zuigen aan het asfalt. Je kunt bochten messcherp aansnijden en hij sprint ondertussen weg alsof de wereld op het punt staat te vergaan – zo heftig is de vermogensafgifte bij elke kickdown. Daarbij doet hij zo lang zo goedmoedig aan, dat je niet veel meer dan je pink nodig hebt om hem op koers te houden. Dat hij met een topsnelheid van 330 km/h niet sneller is dan zijn directe voorganger 991, mag de pret niet drukken.

Deze auto toont zijn ware kracht op een onderdeel dat veel relevanter is in de praktijk: het accelereren. Met een tijd van 2,7 seconden voor de sprint van 0 naar 100 km/h is hij twee tienden van een seconde sneller dan voorheen en met 8,9 seconden voor de acceleratie naar 200 km/h is hij een volle seconde rapper dan de oude Turbo. We geven het toe, we zijn verliefd! En dat komt ook omdat dit zo’n heerlijk ouderwetse tegenhanger van de Taycan is. De elektro-Porsche heeft een nieuw tijdperk ingeluid, hij rijdt geruisloos en het interieur doet eerder denken aan het binnenste van een ruimteschip dan dat van een auto. De 911 Turbo is daarentegen nog een Porsche van de oude stempel, waarin in ieder geval de toerenteller nog analoog werkt en elektromotoren slechts verantwoordelijk zijn voor de raambediening, de stoelverstelling en de kapbediening bij de Cabriolet-uitvoering.

Dat de Turbo met alle comfort-features inmiddels maar liefst 1,7 ton weegt, willen we hem graag vergeven, des te meer omdat van alle kilo’s als gevolg van het riante vermogen sowieso niets is te merken. Maar de Turbo biedt niet alleen een fascinerend rijgedrag, hij oogt ook indrukwekkend. De spatborden zijn aan de voorkant 4,5 centimeter verbreed, achteraan heeft hij twee centimeter meer metaal op de heupen. Zelfs met een spoiler die zich nog in de ruststand bevindt, is deze 911 een echte eyecatcher.

Als de spoiler vervolgens stap voor stap wordt uitgeschoven, komt dat niet alleen het uiterlijk ten goede, maar ook de prestaties. In de steilste stand zorgt de spoiler voor maximaal 170 kilo aan neerwaartse druk, waardoor de 911 veel meer op het asfalt wordt geduwd. Dat draagt er ook aan bij dat je deze Porsche met een maximale veiligheid met een ver ingetrapt gaspedaal over uitdagende trajecten kunt jagen. En omdat ze bij Porsche weten dat hun auto’s veel meer kunnen dan hun klanten, hebben ze alweer een nieuw assistentiesysteem ontwikkeld. In alle 911’s word je gewaarschuwd voor een nat wegdek, maar de Turbo is nu ook nog uitgerust met sensoren die de temperatuur van de banden tijdens het rijden controleert. Dat kan geen kwaad, want gezien het enorme vermogen kunnen de banden het flink te verduren krijgen.

Dan resteert er nog één vraag: welke Turbo moet het gaan worden? De 930 van Ferry Porsche, de 993 als laatste luchtgekoelde variant of de nieuwe 992? Het is meer een retorische vraag, want ze zijn allemaal onbetaalbaar. Wel is het zo dat de nieuwe Turbo uitstekend geschikt is voor dagelijks gebruik, maar tegelijkertijd is hij zo agressief en aanvalslustig als nooit tevoren. Helaas is de vanafprijs € 279.000 voor de Coupé, voor de Cabriolet moet je zelfs € 294.100 meenemen. Als je bereid bent om zoveel geld neer te tellen voor een auto, dan moet je wel verliefd zijn.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum