Peugeot 508 PSE vs. Peugeot 405 T16 - Test

Keerpunt

Peugeot 508 PSE vs. Peugeot 405 T16
AutoWeek 21 2021
AutoWeek 21 2021

Je leest het in AutoWeek 21 2021

Bij een sportsedan denk je al snel aan een Duits premiumproduct met een beresterke zes- of achtcilinder, maar vooral in het verleden zijn er ook vele prachtige variaties op dit fascinerende thema gemaakt. Zoals de 405 T16 van Peugeot uit de jaren 90. De Franse fabrikant is met de 508 PSE weer helemaal terug in dit genre. Of toch niet?

Met de komst van de snelle versie van de 508 onder het PSE-label (Peugeot Sport Engineered) is er na lange tijd weer een leeuw in het segment van de snelle vierdeursmodellen. Toegegeven, de 508 is eigenlijk een hatchback, maar het model oogt zonder meer als een sedan en de Fransen hebben er het label berline aangehangen, dus daar gaan we dan maar in mee. Dat de 508 PSE geen luie huiskat is, blijkt al uit de indrukwekkende cijfers, zoals een topsnelheid van 250 km/h, een sprint vanuit stilstand naar 100 km/h in 5,2 seconden, een systeemvermogen van 360 pk en een koppel van 520 Nm. Uit dat laatste detail blijkt dat de PSE over een hybride aandrijflijn beschikt, want naast de 1.598 cc viercilinder turbomotor met 200 pk zijn er twee elektromotoren. Daarvan drijft de eerste (81 kW/110 pk) de vooras aan en de tweede (83 kW/113 pk) de achteras. De Li-ion-batterij met een capaciteit van 11,5 kWh zou voor een volledig uitstootloze actieradius van 50 kilometer moeten zorgen, maar in de praktijk ligt dat dichter bij ongeveer 35 kilometer.

Om meteen een minpunt te benoemen: het is bij een sportief rijgedrag soms lastig in te schatten hoe de aandrijflijn zal reageren, want er zijn veel variabelen, waarvan de achttraps automatische versnellingsbak ook onderdeel uitmaakt. Wanneer je het rechter pedaal helemaal intrapt, heb je soms niet direct vermogen tot je beschikking omdat de viercilinder nog niet op het juiste toerental is, of juist omdat de automaat nog moet terugschakelen. Maar het kan ook zijn dat de elektromotoren niet echt ‘meedoen’ door een lege batterij.

Kom je echter onder ideale omstandigheden een bocht uit, dan schiet de 508 weg met een snelheid en souplesse die je subiet doen vergeten dat je met een 1.850 kilo wegende hybride onderweg bent. Daaraan levert het onderstel overigens ook een belangrijke bijdrage, want de scherpte waarmee de 508 instuurt en bochten rondt, is zonder meer vermakelijk en voor liefhebbers zelfs lichtelijk verslavend. Via het stuur krijg je niet de gedetailleerde terugkoppeling over de mate van grip van de voorwielen en de omstandigheden waaronder die moeten werken, maar het vertrouwen dat de voorbanden (245/35 R20) bieden, maakt al snel dat de bochtensnelheden hoger liggen dan je zou verwachten. De achterwielen krijgen voldoende vermogen om de PSE heerlijk in balans de bocht door te duwen zonder het typische onderstuurde karakter dat inherent is aan een platform dat ontwikkeld is voor voorwielaandrijving. Door de enorme potentie van dit onderstel zou het ook met ruim 400 pk nog prima uit de voeten kunnen, maar dan moet de krachtafgifte wel perfect lineair zijn. Zoals van een geheel elektrische auto, of natuurlijk een met een ouderwetse brandstofmotor.

UITWRINGEN

Het onderlinge contrast tussen hybride en louter op benzine rijden wordt perfect weergegeven wanneer ik vanuit de 508 PSE in de 405 T16 stap. Omdat zijn techniek inmiddels goed warm is, kan ik direct ‘op het gas’. Door het ouderwetse karakter van de 1.998 cc turbomotor reageert deze aanvankelijk loom, ondanks een vermogen van 200 pk. Het is echter het koppel van 288 Nm waar het grote verschil zit met zijn verre nazaat, gecombineerd met het feit dat het enthousiasme van de 405 pas bij ongeveer 3.500 toeren begint.

En niet stante pede, zoals bij elektromotoren. Dit biedt wel de mogelijkheid om de T16 veel nauwkeuriger te rijden, want door de schakelmomenten goed te plannen weet je te allen tijde hoe de motor reageert en is het eenvoudig om de druk erop te houden, zowel in figuurlijke als in letterlijke zin. Qua wegligging is de 405 niet te vergelijken met de 508, want zelfs als je de klassiek gelijnde en door Pininfarina ontworpen vierdeurs tot de laatste druppel uitwringt, kan de 508 hem zonder veel moeite bijblijven. Hoewel de T16 in zijn tijd zeer indrukwekkend was en door zijn vierwielaandrijving menig veel duurder model op zijn nummer kon zetten, zijn het niet de absolute prestaties maar is het juist de rijbeleving die nu indruk maakt. Turbotechniek was zeker niet nieuw meer begin jaren 90, maar het was ook nog niet zo wijd verspreid als tegenwoordig en ook nog niet zo ver ontwikkeld als gevolg van geavanceerde elektronica. De motor heeft dus echt even de tijd nodig om op gang te komen, maar daarna ontwikkelt de trekkracht zich prachtig lineair tot ongeveer 6.000 tpm, waarna de motor buiten adem raakt en verder doorhalen zinloos is.

De bediening van de 405 is bekend voor wie vaker in Franse auto’s op leeftijd heeft gereden, dus enigszins indirect en met een hang naar comfort. Het dashboard en de indeling passen helemaal in het geheel en wat opvalt is de prachtige staat waarin dit exemplaar zich bevindt. Eigenaar Peter van den Hanenberg blijkt meer dan alleen liefhebber, want hij laat weten nog drie exemplaren te hebben. Gezien de relatieve zeldzaamheid van de T16, met een totale productie van 1.046 exemplaren, vraag ik voor de duidelijkheid of hij daarmee op de 405 of de T16 doelt en hij blijkt inderdaad nog een wit, een rood en een zilvergrijs exemplaar van de T16 te hebben. Van den Hanenberg laat weten dat de T16 niet verward mag worden met de Mi16. Deze veel bekendere sportvariant van de 405 kostte niet alleen een kwart minder, maar leverde met zijn atmosferische tweeliter viercilinder met zestien kleppen ook aanzienlijk minder vermogen, namelijk 155 pk bij 6.500 toeren. Ook de trekkracht viel met bijna 100 Nm lager uit. Zeker in dat opzicht is de T16 een ware sportsedan en daar komt nog bij dat de naam 405 T16 furore heeft gemaakt in de autosport (zie kader).

VOLLEDIG ELEKTRISCH

Aan dat verleden herinneren de Fransen ons graag met de Peugeot Sport Engineered, maar een homologatiemodel is het natuurlijk niet. Dat zegt overigens meer over de huidige wetgeving op het gebied van milieu en veiligheid dan over de 508 PSE, want aan potentie kom je zeker niet te kort en ook aan de uitstraling ligt het niet. Ik heb niets anders dan positieve reactie ontvangen en ook de omhoog krullende vinnetjes onderaan de bumpers en skirts worden veelal positief beoordeeld.

Het staat eigenlijk ook best stoer. Wanneer we van de ene fotolocatie naar de volgende rijden, krijgen we op de snelweg een mooi voorbeeld van wat ongeveer dertig jaar ontwikkeling heeft opgeleverd. Met de motor van de 405 op het juiste toerental en de vijfbak in de optimale versnelling zitten we achter de 508 op de rechter baan, wanneer deze vrijkomt. De snelheid waarmee de PSE wegschiet zorgt ervoor dat ik nogmaals snel controleer of ik toch niet in een verkeerde versnelling zit, maar nee. De 405 maakt geen schijn van kans en Peugeots jongste sportsedan duikt verderop de afrit al af terwijl ik de ooit zo indrukwekkende T16 nog tot het uiterste maan.

TUSSENGAS

Qua geluid is de 405 overigens een feest voor liefhebbers van ouderwetse techniek, waarbij de turbomotor heerlijk ‘zingt’ en de handbak, die je anders dan een automaat tussengas toestaat, ook een duit in het zakje doet. In de 508 krijg je bij een sportieve rijstijl al snel het gevoel dat je de relatief kleine 1.6-motor enorm aan het afbeulen bent, terwijl dat zeker niet het geval is.

Het zijn vooral de elektromotoren die de directe stuwkracht leveren en ook voor de meest indrukwekkende voortstuwing zorgen. Het geheel voelt alleen niet aan alsof er 360 pk en 520 Nm aan het werk is. Dat komt vooral doordat het onderstel in verhouding beter is dan de aandrijflijn, zodat je relatief gemakkelijk volgas kunt geven zonder de auto van zijn stuk te brengen. Het is misschien vloeken in de kerk, maar ik durf daarbij de bewering aan dat de 508 PSE met een volledig elektrische aandrijflijn nog beter zou zijn, mits er dan ongeveer 100 pk aan vermogen bijkomt. Daarmee komt alles namelijk op scherp te staan en heb je op elk willekeurig moment een enorme hoeveelheid trekkracht tot je beschikking. Het onderstel weet daar perfect raad mee. Daarmee zijn we op een keerpunt beland en is het des te lovenswaardiger dat Peugeot een gedurfde poging doet een sportieve sedan op de markt te brengen in een wereld die ten onder lijkt te gaan aan nietszeggende en tergend saaie cross-overs.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren