Land Rover Discovery Sport D240 S - Test

De wereld is nogal veranderd sinds de tweede helft van de jaren 90, het tijdperk waarin Land Rover zich met de eerste Freelander van een kant liet zien die we toen nog niet kenden. Met zijn zelfdragende carrosserie en dwars voorin geplaatste motor was de Freelander bij zijn komst voor de Land Rover-puristen te veel een gewone personenauto. Zij wisten toen echter nog niet dat met het model een zaadje was geplant in een steeds vruchtbaardere bodem. Niet alleen boswachters, grootgrondbezitters, Schotse boeren en Afrikaanse safari-aanbieders reden Land Rover, voortaan gingen ook bewoners van keurig aangeharkte woonwijken tot de clientèle behoren. De SUV was in opmars en nadat de toenmalige Land Rover-eigenaar BMW in 1999 de X5 had laten zien, rolde de inmiddels ex-partner uit Duitsland in 2004 ook nog de X3 de showrooms in. Inderdaad, een SUV van vergelijkbaar formaat als de Freelander. Die naam hield overigens al na twee generaties op te bestaan, omdat het merk inzag dat er in de premium hoek van het middelgrote SUV-segment, aangejaagd door de BMW X3, meer geld te verdienen was. Land Rover kwam daarom met de naam Discovery Sport op de proppen.

Dit model is inmiddels al aan zijn tweede reeks toe. Met de recente wijzigingen lijkt de kleinste Land Rover qua uitstraling weer een stapje dichter naar de Range Rovers op te schuiven en daarmee is de Discovery Sport vooral een alternatief voor wie een Evoque te krap is. De mogelijkheid om de nieuwkomer als zevenzitter te bestellen, maakt hem aantrekkelijker voor de hockeyvader of -moeder dan de hippere, maar minder praktische kleinste Range Rover.

GEEN SPRINTER

Onze testauto beschikt niet over die twee extra achterstoelen en dat levert hem veel bagageruimte op; de inhoud bedraagt maar liefst 650 liter. De gewone achterbank is altijd in twee delen verschuifbaar. We vinden het wel vreemd dat we in deze dure versie geen door elektromotoren ondersteunde klep aantreffen. Nu is het ook weer niet zo’n enorme vijfde deur zoals bij de gewone Discovery, waarop dit exemplaar door de koperkleurige lak wel een beetje lijkt. Wij rijden met een D240 S. Om de geheimtaal te ontrafelen: D staat voor diesel, 240 voor het motorvermogen en de S laat zien welk uitrustingsniveau van toepassing is. De diesel, de sterkste voor de Sport, is bijzonder gecultiveerd, zo mogen we stellen. Hij blijft onder alle omstandigheden op de achtergrond. Met 240 pk en een trekkracht van 500 Nm zou je verwachten dat hij het altijd makkelijk heeft. Maar hij moet ook meer dan twee ton wagengewicht voortstuwen.

Zodoende is de Discovery Sport ook met de krachtigste dieselmotor geen heel snelle sprinter; wij komen met 8,8 seconden een volle tel boven de fabrieksopgave uit. Het gemiddelde testverbruik is uitgekomen op 1 op 11,7. Aan de trekhaak mag 2.500 kilo hangen en dat is fors meer dan de nieuwste plug-in hybrideversie van de Sport mag voortslepen. Voor deze P300e geldt maximaal 1.600 kilo geremd aanhangwagengewicht. De D240 heeft een automatische negenversnellingsbak, waarvan de eerste alleen in actie komt bij terreinrijden. De bak voelt goed aan wat de bestuurder van de krachtbron verlangt en heeft een actief karakter. Vooral onderhuids is de auto aangepast, zodat hij plek kan bieden aan de elektrische ondersteuning van de aandrijflijn, in deze uitvoering door middel van mild-hybride aandrijving.

De nieuwe plug-in-versie gaat nog een stap verder en snoept het meeste op van de nieuw beschikbaar gekomen ruimte. Dit betreft een volwaardige plug-in hybride, waarbij een driecilinder verbrandingsmotor, een elektromotor en een accupakket een plekje moeten krijgen. De zitpositie is fijn, mede dankzij het riant verstelbare stuurwiel. Er is een brede middenconsole, die je een lekker ingekapseld gevoel geeft. Helaas komt je rechter knie er snel tegenaan. Aan de plek van de ruitbediening bovenop de portierbekleding moet je in Land Rovers altijd even wennen, en dat geldt ook voor de knoppen op het stuur die heel veel functies hebben.

De grootste verandering bij de update van vorig jaar betreft het dashboard, dat nu in de pas loopt met die van andere, recente Land Rover-producten. Fraai is bijvoorbeeld de in eerste instantie verborgen bediening van het Terrain Response-systeem, waarmee je de verschillende 4x4-modi kunt inschakelen. Ook de weergaven daarvan in het display mogen er zijn. Dit soort hoogwaardige interieurkunstjes tilt ook de kleinste Land Rover naar een premium niveau. Voor het rijden geldt dat wat minder. De auto voelt qua weggedrag niet heel uitgesproken aan, maar is door de vering en demping wel comfortabel; tegelijkertijd voel je wat gedribbel in het onderstel. Je krijgt best veel mee van wat het verwerkt. In een Jaguar heb je dat door diens dynamische karakter liever dan in een Land Rover.

Achterin is er veel beenruimte en voor de achterpassagiers is er een melding wanneer zich een object naast de auto bevindt, bijvoorbeeld een auto, fietser of voetganger. Brandt het lampje op het portier, dan moet je dat niet openen; zo kun je een botsing voorkomen. De achterstoelen zijn verschuifbaar, zodat je naar wens de bagageruimte verlengt in ruil voor beenruimte achterin. Voor een vakantierit met kleine kinderen reuze handig. Volwassenen die er zitten, merken goed dat ze hoger zitten dan de bestuurder en voorpassagier; mede daardoor is de ruimtebeleving voor personen achterin niet heel groot. Uit het feit dat Land Rover van een vijf-plus-twee-opstelling spreekt, blijkt al dat de Discovery Sport niet echt een volwaardige zevenzitter is, maar een auto voor vijf volwassenen en twee kinderen. Voor kinderen is de derde rij een goede zitplaats, zo constateerden we in een eerdere test met een Discovery Sport die wél die extra zitrij had.

BUITENSPEL

In de prijslijst van de Discovery Sport doet zich hetzelfde fenomeen voor als bij de concurrentie: met de komst van een plug-in hybrideversie, in dit geval de P300e, staan de andere versies bijna allemaal buitenspel. Dankzij de lage CO2-uitstoot die voortkomt uit de WLTP-verbruikscyclus is zo’n variant zeer scherp geprijsd. De erg goed bij de Discovery Sport passende topdiesel begint bij € 75.485, terwijl de P300e vanaf € 53.915 in de prijslijst staat. Daarmee is dit de minst dure versie; hij kost ruim € 13.000 minder dan de instap-benzineversie met 200 pk. Hij is ook nog iets betaalbaarder dan de instapdiesel, de D150. En dat terwijl de plug-in P300e met zijn driecilinder benzinemotor plus elektromotor zelfs 300 pk levert! Omdat de testauto over de S-uitrusting beschikt in combinatie met het R-Dynamicpakket, begint het bedrag hier bij € 84.170. Daar blijft het niet bij, want je kunt nog altijd, zoals bij alle Europese premium merken, naar hartenlust allerlei opties aanvinken.