Kia Ceed Sportswagon vs. Peugeot 308 SW - Test

Heel even denk je de luchtverplaatsing te kunnen voelen als de achterkleppen van de twee stationwagons opengaan en de leegte erachter zichtbaar wordt. 1.235 liter gecombineerd, waarvan 625 voor de nieuwe Kia Ceed Sportswagon en 610 voor de Peugeot 308 SW. Heel erg veel. Meer dan de vergelijkbare SUV’s die de beide merken in dit segment aanbieden, waarmee het praktische argument voor een compacte stationwagon meteen staat. Ook buiten de harde cijfers om blijken beide auto’s erg veelzijdig. Achterin de Ceed Sportswagon aan beide kanten een haakje om tassen aan te verankeren, een 12-volt aansluiting voor een elektrische koelbox en onder de vlakke laadvloer vakken om spullen in te bewaren die niet gezien mogen worden. Met de achterbank plat ontstaat een grote, volledig vlakke laadvloer die een half Ikea-interieur meteen kan meenemen. Overigens kan de achterbank ook gebruikt worden voor volwassen passagiers.

De Ceed wint hier zeker niet de hoofdprijs in het segment, maar zowel in de lengte als in de hoogte gaat het voor een gemiddelde Nederlander prima. Uiteraard heeft Kia voorin alles ongewijzigd gelaten ten opzichte van de Ceed hatchback. Dat betekent veel grijs, weinig frivoliteit en een ijzersterke ergonomie. Alles werkt vanzelfsprekend, knoppen zijn logisch geclusterd en het navigatiesysteem blinkt uit in overzichtelijkheid. Het uitzicht zal nooit inspireren, maar zo’n vorm-volgt-functieaanpak heeft tijdens het rijden wel diverse ergonomische voordelen.

OMGEKEERDE AANPAK

Peugeot pakt het precies omgekeerd aan en geeft de vormgeving prioriteit. Dat resulteert in een erg fraai en tijdloos dashboard. Ondanks het feit dat de 308 al langer in de prijslijst staat, ziet het dashboard van de Peugeot er frisser uit dan dat in de Kia. Door bijna alle functies in het touchscreenbediende infotainmentsysteem onder te brengen, straalt het interieur veel rust uit. De bediening van het touchscreen moet dan wel foutloos gaan en daar laten de Fransen een steek vallen. De menustructuur levert geen problemen op, alleen zijn er wel heel veel menu’s en reageert het scherm bij tijd en wijle tergend traag. Daardoor eist het teveel aandacht op, zeker tijdens het rijden.

Ook op de achterbank geeft de 308 toe op z’n tegenstander. De beenen hoofdruimte zijn beide matig, vooral met het optionele glazen panoramadak. Het gaat, maar veel bewegingsvrijheid hou je niet over. In de achterbak laat de 308 geen steken vallen. Op papier gaat er iets minder in, in de praktijk merk je geen noemenswaardig verschil. De 308 heeft geen bergruimte onder de laadvloer, maar wel hendels om van achteruit de bank in twee ongelijke delen plat te leggen. Kortom: waar een stationwagon in moet uitblinken, daar blinkt de Peugeot ook in uit.

Bovendien kun je sinds kort de 308 bestellen met de nieuwe achttraps automaat, die zich langzaam als een olievlek over het PSA-gamma verspreidt. Het gaat om een traditionele automaat met koppelomvormer, in tegenstelling tot de transmissie met dubbele koppeling die veel andere fabrikanten in dit segment aanbieden. Waar dat soort automaten bij langzaam verkeer en straatje keren weleens wat nukkig kunnen reageren, doet de 308 dit soort dingen juist met veel souplesse. Schakelmomenten gaan bovendien nog steeds erg snel, al zijn ze in tegenstelling tot eerdere ervaringen wel voelbaar. Het zijn geen grote schokken, maar omdat de automaat heel veel schakelt op zoek naar de optimale versnelling, ben je als bestuurder niet helemaal geïsoleerd van het proces. Nu ligt dat ook aan het feit dat er in de neus van de 308 een driecilinder ligt, die van nature wat meer onbalans vertoont. Overigens gedraagt de 130 pk sterke 1,2-liter Puretech-motor zich verder keurig. Heel af en toe hoor je het kenmerkende geroffel, maar dankzij 230 Nm trekkracht hoeft de krachtbron niet veel moeite te doen om vlot vooruit te komen en blijft de geluidsproductie dus ook beperkt. Eventueel kan de motor met 110 pk en 205 Nm geleverd worden. Dan zit je wel vast aan een handgeschakelde zesbak.

MINDER KOPPEL

Ook Kia heeft een driecilinder in de Ceed, een 1,0-liter met turbo, die 120 pk levert en 172 Nm. Het vermogen zit dus precies tussen de varianten van Peugeot in, maar het koppel blijft in allebei de gevallen een beetje achter. Dat vertaalt zich in de praktijk in een motor met minder reserve dan de Puretech van Peugeot. Zeker als de bagageruimte vol zit, moet de T-GDI er merkbaar harder voor werken. Pas bij 2.000 tpm draait de krukas gevoelsmatig echt makkelijk rond, terwijl het maximale koppel op papier al bij 1.500 tpm bereikt wordt. In de hoogste twee versnellingen protesteert de motor bij dat toerental nadrukkelijk. Actief schakelen dus met de handgeschakelde zesbak, de enige transmissie voor de 1.0. Hij schakelt met vrij lange slagen, maar wel precies genoeg. Niettemin lijkt de sterkere 1.4 T-GDI met 150 pk en 242 Nm de investering wel waard. Die motor kan ook met een transmissie met dubbele koppeling worden geleverd. Het onderstel van de Ceed kan makkelijk meer vermogen hebben. Op dit vlak verrast Kia echt; de combinatie van veren en schokdempers voelt goed uitgebalanceerd aan en ondanks de Michelin EnergySavers ligt de grens van de grip ver.

Ook slecht wegdek verwerkt de Ceed doeltreffend, al geeft het onderstel dit wel duidelijker door dan de Peugeot. Knap is dat het geheel toch nooit oncomfortabel wordt, daarvoor vangt het onderstel de klappen met te veel vanzelfsprekendheid op. Nooit eerder reed een normale Kia al zo uitgewogen, het komt over als meer dan capabel en vormt een goede basis voor sportievere versies. Omdat de dempers zich niet snel van de wijs laten brengen, geeft de auto z’n bestuurder bovendien veel vertrouwen. Meer dan de 308 in ieder geval, waarvan de dempers niet altijd even goed raad lijken te weten met de combinatie van belading, wegdek en bochtsnelheid. Onder normale omstandigheden voelt de 308 prettig comfortabel aan en absorbeert het onderstel hobbels die de Ceed zou doorgeven. Vraag je er meer van, dan lijkt de demping een halve slag achter te gaan lopen. Niet gevaarlijk, maar de grens komt eerder in zicht dan bij de Kia. Dat ligt voor een deel aan de vierseizoenenbanden, maar zoals gezegd staat ook z’n tegenstander niet op semi-slicks. Bovendien werkt de stuurinrichting met het kleine stuurwiel erg licht en geeft het niet dezelfde feedback. Voor wie veel snelwegkilometers maakt, is het goed genoeg en comfortabel, maar op dit onderdeel laat Kia inmiddels betere dingen zien dan Peugeot.

PRIJSVERSCHIL

Desondanks blijft de Koreaanse stationwagon voordeliger. In dit geval hebben we te maken met een DynamicPlusLine die in combinatie met de 1.0 T-GDI € 27.345 kost. Voor dat geld krijg je een heel aardige standaarduitrusting met onder meer stoelen stuurverwarming, sleutelloze toegang en starten, navigatiesysteem, 16-inch lichtmetaal, regen-, licht, en parkeersensoren en klimaatregeling met twee zones. Actieve veiligheidssystemen zijn er ook in de vorm van verkeersbordherkenning, grootlichtassistent, rijbaanhulp en een autonoom noodremsysteem. Die laatste drie krijg je standaard op elke Ceed, al herkent het systeem pas vanaf de DynamicPlusLine ook voetgangers. Toch is het een nette uitrusting, zeker omdat het merk nog steeds zeven jaar of 150.000 kilometer garantie levert, mits je de auto volgens de voorschriften hebt laten onderhouden. De enige optie die je kunt aankruisen is metallic lak, waarmee ons testexemplaar op € 28.040 komt.

Dat brengt ons meteen bij het enige kritiekpuntje: de tamelijk rigide indeling van de Koreaanse prijslijst. Wil je bijvoorbeeld dodehoekdetectie of ledkoplampen, dan verplicht het merk je om te opteren voor de ExecutiveLine, waar ook elektrische stoelbediening, leren bekleding en stoelventilatie in zit. Dan loopt de prijs op naar € 32.095. Een ander voor beeld is adaptieve cruisecontrol, die alleen geleverd wordt op versies met automaat. Die wordt op zijn beurt alleen geleverd in combinatie met de 1.4 T-GDI. Die kost in DynamicPlusLine-trim € 30.845 of € 35.545 als ExecutiveLine. Dan worden de bedragen ineens weer erg serieus.

Toch vallen de kosten mee in verhouding tot de Peugeot. Het merk biedt meer vrijheid in het kiezen van losse opties en pakketten, maar vraagt daar meer geld voor. Ons testexemplaar heet Allure en kost met deze aandrijflijn € 33.270. Best fors, zeker omdat de 308 SW dan een aantal zaken ontbeert die de Ceed wel heeft. DAB-radio, keyless entry, achteruitrijcamera of autonoom remsysteem moet je bijvoorbeeld bijbestellen. Dat laatste zit dan wel meteen in een pakket met adaptieve cruisecontrol. Helemaal hetzelfde zal de uitrusting van de Peugeot en de Kia dus nooit worden, maar bij gelijkwaardige luxe vraagt de Kia-dealer een minder grote investering.