Eerste Rijtest: Jaguar C-X17

Tjonge, wat waren we geschokt toen Porsche in 2002 de eerste generatie Cayenne lanceerde. Een terreinwagen van een sportwagenfabrikant, dat kón toch niet? Maar de Cayenne werd een enorm succes, waardoor het voor andere fabrikanten uit het topsegment een stuk makkelijker werd om deze stap te nemen. Ook Jaguar kan niet langer achterblijven. De C-X17 waarmee we vandaag rijden, is een voorbode van een model dat een paleisrevolutie teweeg gaat brengen.

Vele jaren lang bouwde het merk uitsluitend conventionele sedans, sportwagens en een enkele stationwagon; voor terreinwagens moest je maar aankloppen bij zustermerk Land Rover. Maar de Britten kunnen het alsmaar populairder wordende SUV-segment niet meer links laten liggen, want vooral in opkomende markten als Rusland en China – maar ook de VS – zijn ze gek op dit soort 'softe offroaders'.

Naast auto's als de eerdergenoemde Cayenne en concerngenoot Range Rover Sport is er nog genoeg ruimte voor een Jaguar. Vooral omdat hij met een lengte van net iets meer dan 4,70 m en een geschat prijskaartje van € 65.000 tot € 70.000 voor het basismodel precies het gat opvult dat Audi tussen de Q5 en Q7 en BMW tussen de X3 en X5 hebben laten vallen.

Nieuwe viercilinders

In plaats van de complexe 4x4-techniek van Land Rover gebruikt de C-X17 de vierwielaandrijving van de XF en XJ. Lage gearing of speciale offroad-differentiëlen tref je in deze auto dan ook niet aan. Maar dat soort zaken zal niemand missen; de C-X17 voelt zich namelijk het prettigst op asfalt. Het geluid van de motor bij het starten onderstreept dat: ons met de hand gebouwde prototype klinkt als een sportwagen. Dat is niet zo vreemd. Onder de motorkap is de V6-motor te vinden die ook de F-Type aandrijft.

Voor de productieversie zal het motorgeluid nog worden bijgeschaafd. Daarnaast wordt de Jag-SUV leverbaar met nieuwe viercilindermotoren. Ook het interieur zal nog flink op de schop gaan voordat het model in de showroom staat. Het prototype oogt erg futuristisch en lijkt weinig productiekansen te hebben. Bovendien zou het dashboard van elk willekeurig merk kunnen stammen; het enige Jaguar-element dat we herkennen, is de ronde draaiknop voor de automaat. Leuke gimmick: hij komt omhoog uit de tunnelconsole als hij de vingerafdruk van de bestuurder herkent.

Sportieve ambities

De C-X17 oogt beduidend ranker en langer dan traditionele SUV's, en ook bij het instappen merk je dat de auto sportieve ambities heeft. Je hoeft jezelf niet moeizaam aan boord te hijsen om vervolgens neer te kijken op het overige verkeer. Dat gaat in de C-X17 niet lukken. Je zit in de Jaguar namelijk niet hoog en rechtop; je moet jezelf laten vallen in een dunne, maar toch verrassend stevig aanvoelende kuipstoel die met leer is bekleed. De bestuurder zit laag. Sommigen zullen dat prettig vinden, maar het is wel zo dat de winst die er op het punt van de overzichtelijkheid is geboekt zo deels weer wordt tenietgedaan.

Een echte Jaguar

Ook deze Jaguar is weer een lust voor het oog. Voor SUV-begrippen is de C-X17 opvallend laag – alsof hij is platgeslagen. Dat neemt niet weg dat de bodemspeling uiteraard groter is dan bij de Jaguars die hem voorgingen; de machtige grille zit zo'n beetje op heuphoogte, terwijl de dikke uitlaatpijpen op de knieschijven gericht lijken. Zijn krijgshaftige uiterlijk ten spijt is het studiemodel niettemin geen echte terreinbeul, maar meer een sporter op stelten.

Dit is overduidelijk een Jaguar, en overduidelijk een familielid van de F-Type, met die verleidelijke welvingen in de spatborden, de gespierde flanken en de gedrongen achterkant. Gelukkig houdt het merk niet meer krampachtig vast aan het verleden. Geen retrodesign voor deze Jaguar, dit is een auto die helemaal klaar is voor de toekomst. We kijken uit naar het moment dat we op pad kunnen met de productieversie. De C-X17 zal zijn tegenstrevers van Audi, BMW en Porsche zonder twijfel flink partij gaan bieden.