Honda Stream
Met de stroom mee
- Mario Prinsen
- Eerste rijtest
Nog niet eens zo lang geleden was de ruimtewagen een zeldzaam verschijnsel. Met de Renault Espace en de Chrysler Voyager is de zegetocht van dit soort multifunctionele auto's begonnen. Merkwaardig genoeg waren er toen ook al een soort midi-MPV's van Japanse makelij op de markt. Nissan bouwde bijvoorbeeld zijn Prairie en Honda had zelfs al een Civic Shuttle op de markt. De Japanners kregen het alleen niet voor elkaar om er succesnummers van te maken; misschien waren ze er wel te vroeg mee. Feit is dat de compactere MPV pas echt populair werd met de komst van Renaults Scénic.
Dat is de strategen van Honda niet ontgaan en ze hebben de koppen bij elkaar gestoken. Deze MPV moest compacter worden dan de laatste Shuttle, maar toch ruimte bieden aan zeven man. De Stream gedoopte auto is daarom gebouwd op de bodemgroep van de nieuwste Civic. De voor- en achterwielen staan met 2,72 meter vier centimeter verder uit elkaar dan bij de vijfdeurs Civic. De listig en compact geconstrueerde voorwielophanging komt ook van de Civic; niet de befaamde dubbele draagarmen, maar een MacPherson-systeem met vrijwel gelijke karakteristiek. Achter vinden we wel – ook weer net als bij de Civic – die dubbele draagarmen.
Omdat de Stream met zijn 4,57 meter lengte duidelijk een slag groter is dan de Civic, kiest Honda als basismotor de 1,7-liter VTEC-machine uit de Civic Coupé. Heb je toch al de beschikking over 125 pk! Daarboven komt een splinternieuwe tweeliter krachtbron die luistert naar de naam i-VTEC, de aanduiding voor Honda's nieuwe motorengeneratie (zie kader). Deze tweeliter zestienklepper is goed voor een gezonde 156 pk vermogen en heeft met 192 Nm zo'n 25% meer koppel dan de 1.7-motor.
Ruimte voor zeven
Aangezien het fundament van de Stream afkomstig is van de Civic, zegt je gevoel dat we dan met een midi-MPV van doen hebben. Is toch niet helemaal waar, want de Stream is bijvoorbeeld langer dan de Peugeot 806. Honda ziet de Opel Zafira als meest directe concurrent, maar die is even ruim twee decimeter korter. De Stream zit dus een beetje tussen midi-MPV's en grote ruimtewagens in. De strak gestileerde Stream met zijn opvallende, coupé-achtig gelijnde achterkant huisvest zijn passagiers in de 2-3-2-opstelling. Zoals bij de meeste modellen moet je je van de ruimte op de achterste bank niet teveel voorstellen; volwassenen houden het daar op een kort ritje nog net uit, maar verder is het meer voor jongere kinderen. Honda heeft wel goed nagedacht over het wegklappen van die achterste bank. Gaat sneller dan bij Opels Zafira omdat je niet eerst de middelste bank naar voren hoeft te schuiven. Simpele trekkoorden en een schuivend frame zorgen ervoor dat de bank zo in de vloer is verdwenen. Van de middelste zitrij zijn de rugleuningen alleen plat te leggen; er ontstaat dan ook geen vlakke laadvloer. Die middelste bank kun je dan ook nog naar voren schuiven, maar dan krijg je een 'gat' in je laadvloer. Kan soms handig zijn voor extra ruimte, maar het werkt niet prettig als er zware dingen naar binnen moeten.
Het dashboard van de Stream is vrijwel gelijk aan dat van de Civic. De radio zit in de Stream boven de bediening voor verwarming en ventilatie; is in de Civic net andersom. Met een iets anders uitgesneden pookhoes en oranje markeringen op de meters hebben we de verschillen wel gehad. Een net, maar niet spannend gelijnd geheel. Dan nog even door de Stream wandelen. De voorstoelen bieden - mede door de stroeve bekleding - een beste zit, maar we zijn er toch niet helemaal tevreden over. Zo is de zitting wat aan de korte kant en we vinden het vreemd dat de hoofdsteunen in zo'n nieuwe auto niet ver genoeg omhoog kunnen. Het meubilair op de tweede zitrij is aanmerkelijk vlakker van aard, maar heeft wel een riante middenarmsteun met bekerhouders voor het geval je met zijn tweeën daar zit. Voor het bankje helemaal achterin, dat overigens goed te bereiken is, dient bij volwassenen de bovenste dakrand als keiharde hoofdsteun; de eigenlijke hoofdsteunen zijn alleen zinvol voor kleinere kinderen.
Rijplezier
De Stream is een auto om te rijden, zeggen de Honda-techneuten. Maar eens proberen dan en warempel, met deze MPV kun je echt vlot sturen. Hij gaat rap en strak de hoek om, daarbij maar minimaal overhellend. De besturing biedt een goed gevoel en communiceert prima. Aardig is dan ook nog dat het comfort niet heeft geleden onder de drang naar een hoogstaande wegligging.
Uiteraard reden we met de nieuwe i-VTEC-krachtbron, die de Stream flink wat pit verschaft, maar zich aardig op de achtergrond houdt. Bij hogere toerentallen ga je hem wel horen, maar echt rauwe geluiden zijn hem vreemd.
Toen Honda de Stream in Berlijn lanceerde, schrokken we toch wel van de prijzen die de Japanners in hun hoofd hadden. Zou wel eens richting zestig mille kunnen gaan en dan zou de Stream bij voorbaat kansloos zijn. Realiteit is nu dat de simpelste Stream met toch een complete uitrusting voor f 52.990 van eigenaar verwisselt. Wie een airco wil, zal voor de luxere ES moeten kiezen. Kortom, de Stream is duurder dan Opels Zafira, maar goedkoper dan de grote zevenzits ruimtewagens en dat zou wel eens een heel handige positionering kunnen zijn.
Honda i-VTEC
Met de aanduiding i-VTEC brengt Honda een nieuwe motorfamilie op de markt met als belangrijkste kenmerk de combinatie van het bestaande VTEC met een variabele sturing van de nokkenas voor de inlaatkleppen en een inlaatspruitstuk met variabele geometrie. Met het VTEC-systeem beschikte je over lage- en hoge-toerennokken voor de klepbediening die op een listige manier werden geschakeld. Daar komt nu de verstelling van de inlaatnokkenas bij, waardoor je nog meer vrijheid krijgt in het kiezen van de kleptiming. Voeg daarbij het speciale inlaatspruitstuk - met een lang aanzuigtraject voor lage toeren en een kort traject voor de hogere regionen - en je hebt een wel heel mooi regelbare verbranding. Op zich bestaande technieken, maar Honda combineert ze voor het eerst.